BREINAALDEN
ooooooooooooooooooooooooooooo
oooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooooo
Niet alleen Pearl Harbour
Katjapiring en Pandan
Ook bloeit de flngrek Boelan
J.C. VAN BEEM
Hoe we aan het idee zijn gekomen om breinaalden te gaan
maken herinner ik mij niet meer, maar het ging reusachtig
en het was best een goede inkomstenbron. In december
1942, om precies te zijn op 2e Kerstdag werden alle
Nederlanders bij de N.I.S. door de Jap ontslagen, ook het
inkomen hield op, je zat wel even raar te kijken naar de
maand noodsalaris die je zuinig bewaard had, heel lang
zouden we daar met ons vieren niet van kunnen leven. Onze
trouwe Mina kwam uit een desa, het leek ons beter dat ze
terug zou gaan, maar daar dacht ze niet aan, de sinjo s
verlaten, dat nooit. Alleen voor eten wilde ze blijven, ze
bleef me trouw tot aan de poort van de wijk waar ze afscheid
van ons nam terwijl de tranen over haar wangen liepen.
Maar nu die breinaalden! Mijn man kocht op Pasar Toeri
oude fietsspaken op, bossen tegelijk, lange korte, dikke en
dunne. Ze waren niet allemaal even mooi, ze werden zo
recht mogelijk geslagen en glad geschuurd. Toen moesten
er punten aan geslepen worden op een klein slijpmachien-
tje dat met de hand gedraaid werd. Een zoon van een
collega was bereid om te komen draaien voor één cent per
naald en zo begon onze kleine industrie. Uren lang zaten ze
samen in de goedang te slijpen en te draaien, het was een
gezellige bezigheid. Toen de eerste honderd klaar waren
werden ze naar een machinefabriek dicht in de buurt
gebracht en daar verchroomd door de vriendelijke tussen
komst van de heer Blom en voor een zacht prijsje. Wat
waren het glanzend mooie breinaalden toen ze klaar waren!
Maar nu moesten ze nog verkocht worden en dat moest ik
wel doen. Mijn man zou op straat de kans lopen opgepaktte
worden. Hij moest thuis blijven en weer nieuwe maken
want de eerste honderd waren bij vrienden en kennissen
snel verkocht. De prijs bedroeg 60 ct. voor vier pennen var.
normale lengte en 80 ct. voor extra lange, 's Middags, 't was
nog lekker heet buiten, stapte ik op de fiets, kind achterop
en daar ging ik met mijn handel. Zo leerde ik Soerabaia pas
goed kennen, waar ik maar leven zag in een huis stapte ik af
met de vraag of ze nog breinaalden konden gebruiken,
soms ging het vlot, soms ook met een "och kassian", maar
het liep en dat was de bedoeling. We waren gewoon trots,
maar we werden wel slimmer, want toen boden wij ze aan
bij Toko Aurora, Toko Nam en Toko Piet. Toen mijn man in
maart werd opgepakt en naar de Werfstraat gebracht liep
onze handel nog zo goed dat ik op een briefkaart van 13 mei
nog het volgende kon lezen: Saja baroe djoeal 200 djaroem
sama toko Nam, itoe toean dari toko verchroom djoega slijp
dan harga sama sadja." Zelfs in juni nog kon ik naar Kesilir
schrijven: "Saja baroe djoeal lagi 200 djaroem, sama sekali
soedah 600. Oentoeng, ja!"
Oh, dat schrijven in 't Maleis, daar hadden we vaak om
gelachen. Maar toen ik in juli '43 uiteindelijk ook 't kamp
inging was het afgelopen met de breinaalden. Geen nood,
samen met een huisgenoot van 14 jaar, maakten we kilo's
en kilo's borstplaat. Zo gauw lieten we ons door de Jap niet
van de wijs brengen en met deze inkomsten hebben we nog
een tijd zonder gaarkeuken kunnen leven en we hadden er
nog plezier in ook!
J. ERENSTEIN DE HAAN
Wat een gezellige en opwindende
drukte was er op die novemberdag
1941, in ons huis in Soerabaia! Bijna
alle meubels werden het huis uitge
dragen en alleen de piano (met krukje)
bleef staan samen met onze persoonlijke
barang, Friese staartklok en alles wat
ons dierbaar was en waar we ons
volgende huis weer gezellig mee
hoopten te maken.
Het was grote "Vendu-dag" omdat
mijn vader, werkzaam bij de K.P.M.,
als lokatie Singapore toegewezen had
gekregen. Zo vertrokken mijn ouders,
jongere zusje en ik na 5 jaar heerlijk
gewoond te hebben op Darmo in Soe
rabaia, de krokodillenstad, richting
Singapore, de leeuwenstad.
Per "Kappal Poetih" kwamen we op
onze plaats van bestemming aan en na
tijdelijk onderdak te hebben gevonden
bij kennissen begonnen mijn ouders
met leegstaande huizen te bekijken.
Mijn zusje (bijna 7 jaar) en ik (ruim
101/2 jaar) kregen eerst de kans wat te
wennen aan de nieuwe situatie voor
we naar school (een Engelse) zouden
gaan.
Als kind kan je flink van slag raken als je
gesprekken van volwassenen opvangt
en ik voelde me dan ook ziek en
koortsig, die zevende december, door
al die angstaanjagende gesprekken
over een dreigende oorlog. Toen wer
den we naar bed gebracht, maar ik kon
de slaap niet vatten en werd later, na
toch ingedommeld te zijn, na een
nachtmerrie, badend in 't zweet, totaal
overstuur wakker. Mijn moeder tracht
te me te troosten, maar ik trok haar
naar het raam en vertelde haar van
mijn akelige droom, waarin ik alles
achter dat raam in vuur en vlam had
zien staan. Na het bekende "slokje
water" ben ik toen weer in slaap
gevallen, totdat ik plotseling toch
weer wakker schrok en als gemagneti
seerd, angstig naar het gevreesde
raam staarde, richting haven. Er was
een rode vuurgloed te zien. Mijn
ouders, wakker geworden door de
doffe klappen, van inslaande bommen,
vliegtuiggeronk en afweervuur, kwa
men naast mij staan, pratend over
"oefeningen" maar konden mij niet
geruststellen met hun "oefeningen-
verhaal". In tegendeel, ik "wist" dat dit
nu oorlog was. Mijn zusje sliep heerlijk
door!
Van de K.P.M. kregen we al spoedig te
horen dat we binnen een aantal uren
geëvacueerd zouden worden naar
"Meenemen wat je zelf dragen kan en
één hutkoffer per gezin klaar zetten!"
Op de rede van Singapore lag het M.S.
(of S.S.) "Camphuys" op ons en andere
K.P.M. mensen te wachten en voeren
we geblindeerd en zig-zaggend naar
(wat pas aan boord gezegd werd)
Soerabaia terug. Daar aangekomen
waren we, na een paar weken "terug-
van-weggeweest" te zijn, van harte
welkom. Spontaan kregen we onder
dak aangeboden door een bevriend
echtpaar met ook twee dochters. Hun
hartelijkheid en medeleven vergeet ik
nooit meer.
Dit was mijn "verhaal", bedoeld als
aanvulling van alle andere verhalen die
ik in Moesson no. 9, niet zonder
emoties, heb kunnen lezen maar waar
alleen de aanval op Pearl Harbour vaak
wordt aangehaald en nergens iets
staat over de bombardementen, in die
nacht van 7 op 8 december 1941 op
Manilla en Singapore.
Mijn moeder zei vaak in de daarop
volgende kampjaren: "Hè hè, ik ben
achteraf blij dat wij al alles kwijt zijn en
wij ons geen zorgen meer hoeven te
maken over onze spulletjes, want daar
zijn we al van verlost in Singapore!"
B. S. VAN ZEUL
Nu speciale aanbieding
Melati's vanaf f 12,50
weer. En diverse andere soorten
orchideeën.
Kom eens een kijkje nemen in onze
kwekerij.
Molenweg 59, Aalsmeerderbrug
Tel. 02977 - 2 61 97. Bij Aalsmeer-
derdijk 200 m naar beneden.
Ook voor al uw bloem
en bruidswerk
rouw-