GEIEZEN.
V^T
Partini
Het kind
met de clownspop
Tulisan Kehidupan Seorang Putri Mangkunagaran
Recollections of a Mangkunagaran Princess
Memoires van een prinses uit het Mangkunegaranse huis is een opmerkelijke
uitgave, in de eerste plaats omdat op dit gebied weinig wordt gepubliceerd en
vervolgens omdat zij voor haar herinneringen kan putten uit een zo lang
vervlogen tijd als het begin van deze eeuw. In een boek van ruim 100 pagina's
(Indonesische en Engelse tekst) wordt het levensverhaal van B.R.A. Partini
Djajadiningrat, zoals zij dit meedeelde aan de schrijfster, Roswitha Pamoentjak
Singgih, weergegeven.
Partini neemt de lezer mee naar die
heel bijzondere sfeer van de Javaanse
kraton, met haar specifieke tradities,
gebruiken en familieverhoudingen.
Achtereenvolgens voert de schrijfster
ons door de verschillende delen van
de in 1 757 gebouwde Mangkunagaran
(het paleis van de Mangkunegoro in
Solo) en de indertijd vermaarde tuin,
en leidt zij ons in in de geschiedenis
van het Mangkunagaranse huis. De his
torie van dit verdienstelijke Javaanse
vorstenhuis gaat terug tot het midden
van de 1 8e eeuw.
Bij het einde van de derde Javaanse
successieoorlog, toen het Mataramse
rijk werd gedeeld, verkreeg Mas Said,
neef van Susuhunan Paku Buwono III
een deel van het rijk. Zo ontstond het
zelfstandige prinsdom Mangkunagaran
en werd Mas Said, de stamvader van
deze dynastie, het eerste hoofd ervan
onder de titel Adipati Ario Mangkune
goro I.
Partini werd in de Mangkunagaran
geboren op 14 augustus 1902 als
oudste dochter van R.M. Suparto (de
latere Mangku Negoro VII, derde zoon
van Mangku Negoro V en diens eerste
niet-officiële vrouw, Mardewi. Daar
haar moeder korte tijd na haar geboor
te he paleis verliet om naar haar
ouders terug te keren, werd de kleine
Partini liefdevol opgevoed door haar
tante, Bu Suparti, die zij als moeder
beschouwde en die haar inwijdde in
alle kratongebruiken.
Temidden van een zeer talrijke familie
(haar vader had 27 (half)broers en
zusters) groeide zij op. Een eigenlijk
gezinsleven kende zij niet, en zij be
schrijft haar vroege jeugd als droevig
en eenzaam, vooral na het huwelijk
van Bu Suparti (daarna werd zij toe
vertrouwd aan de zorgen van haar
stiefgrootmoeder) en het vertrek van
haarvader die in 1913 voorstudie naar
Nederland ging.
Haar vader, die zijn carrière was
begonnen als mantri bij de regent van
Demak, en vervolgens in dienst kwam
als translateur bij resident Van Wijk
van Soerakarta speelde een actieve rol
in de pas opgerichte Javaanse natio-
naal-culturele vereniging 'Boedi
Oetomo" en gold als een van de meest
vooruitstrevende Javaanse vorsten.
Het was ook haar vader, die haar al
vroeg vertrouwd maakte met de Neder
landse taal, en met wie zij ondanks zijn
strenge opvoeding, een heel bijzondere
sterke band had. Na zijn terugkeer uit
Nederland brak er voor Partini een
gelukkiger tijd aan, zij bezocht de
Europese Lagere School in Solo maar
tot haar grote teleurstelling stond haar
vader het niet toe dat zij daarna naar
de Mulo ging.
Zoals in die dagen algemeen gebrui
kelijk was, werd ze ingewijd in huis
houdelijke vaardigheden en batikken.
Na de troonsbestijging van haarvader
In 1916, toen hij zijn oom Mangku
Negoro VI opvolgde, kreeg zij de
status van "putro", dochter van een
regerende vorst en toen zij volgens de
Javaanse kalender de leeftijd van 16
jaar bereikte een statiepajong en eigen
bedienden.
In 1921 huwde zij met Dr. Husein
Djajadiningrat. Het huwelijk vond
plaats in de Mangkunagaran en de
lezer is getuige van alle traditionele
rituelen die bij een Javaans vorsten-
huwelijk worden gevolgd. Door de
functies van haar echtgenoot (die pro
fessor was aan de Letteren faculteit in
Batavia, tweemaal lid van de Raad van
Indië, en wnd. Directeur van Onderwijs
en Eredienst) nam zij deel aan het
sociale leven van de hoogste rege
ringskringen en verkeerde zij ook in de
wereld van de wetenschap.
Zij gaat geheel op in haar taak van
echtgenote en moeder (er worden drie
dochters en drie zoons, onder wie een
tweeling, geboren), terwijl ze daar-
EEN NIEUWE NOVELLE
door Paula Gomes
Prijs f 23,50, porto f 2,50.
Een verhaal dat treft door de
eenvoudige direktheid van taal,
die het verhaal van het meisje en
haar clownspop in het Japanse
kamp en daarna des te indrin
gerder maakt.
naast haar man zoveel zij kan, terzijde
staat in zijn werk.
Gedurende de Japanse bezetting
maakt het gezin Djajadiningrat dezelfde
zorgen en ervaringen door als zoveel
andere in Indonesië.
Omringd door haar kinderen, klein- en
achterkleinkinderen, kijkt zij terug op
haar rijkgevulde leven en concludeert
dat alles dat ons overkomt een ervaring
inhoudt die ons verrijkt en betekenis
geeft aan ons leven.
Niet alleen bevat het boek een per
soonlijke terugblik, maar het geeft
bovendien een uitstekend tijdsbeeld,
van de drie perioden (de koloniale tijd,
de Japanse bezetting en het onafhan
kelijke Indonesië) waarin het leven van
Partini zich afspeelt. Tevens vermeldt
de schrijfster veel belangwekkende
details uit de historie van het Mang
kunagaranse huis.
Reeds eerder kreeg B.R.A. Partini
Djajadiningrat bekendheid als schrijf
ster van enige novellen en korte ver-
halen' CH.M.
"Tulisan Kehidupan seorang putri
Mangkunagaran" - "recollections of
a Mangkunagaran Princess" - (Indon.-
Eng. tekst) dat in een prettig leesbare
stijl is geschreven, is geïllustreerd met
zeer veel foto's die voor een groot deel
niet eerder werden gepubliceerd.
Verkrijgbaar bij Boekhandel Moesson,
prijs f 32,50, porto f 4,50 (beperkt
aantal).
B.R.A. Partini met haar vader,
Mangku Negoro VII in 1915.
20