BRIEVEN OVER... In "Brieven over" van Moesson nr.15 herinnert de hr. de Roo zich de prach tige vliegers die vroeger de lucht bo ven Meester Cornelis opsierden. Hij vraagt zich af hoe sommige ervan konden "zoemen" en hoe de vlinder- vormige "kupu kupu's" werkten die langs sommige vliegerdraden omhoog klommen, snippers uitstrooiden en ver volgens weer afdaalden. Het antwoord op zijn vragen komt helemaal uit California van Henk Hen driks, die vroeger in Mr. Cornelis woonde, om precies te zijn in Rawah Pandjang, één kilometer van zwembad Manggarai, richting Pasar Minggu. Daar, meer dan een halve eeuw gele den, leerde zijn vader hem o.a. hoe hij zo'n kupu kupu moest maken. "Hierbij een schets van een kupu kupu met beschrijving. Hopende dat ik dui delijk genoeg geweest ben. Het "zoemen" wordt veroorzaakt door een "Soang-Soangan". Zo'n Soangan is eenvoudig gemaakt. Het is een boog zoals van een pijl en boog, behalve dat de snaar een plastic lint is (lintvlak staat loodrecht op boogvlak). Vroeger werd klapper of palmblad ge bruikt. Kwaliteit van het geluid hangt af van de afmetingen en soort van het plastic, spanning, windsterkte etc. De boog wordt vastgezet loodrecht achter de vlieger, aan 't horizontale kruishout, met het lint in horizontale positie. De wind doet het lint trillen en veroorzaakt zo het gezoem. Ed, en zo mogelijk ook anderen, veel geluk bij het maken." H.L. HENDRIKS WERKING VAN DE KUPU KUPU Als de kupu kupu omhoog glijdt, stoot de spanstaaf spiraal uiteindelijk tegen het stokje en kan niet verder. Door de snelheid zal de rest van de kupu kupu verder omhoog schuiven op de spanstaaf en het bambu frame. Door de veerspanning trekken de glijringen het strooipapier van de spanstaaf en klappen de vleugels dicht, waarna de kupu kupu weer naar beneden glijdt. GEREEDMAKEN VOOR DE VLUCHT Span de vleugels eerst door de glijringen over het gebogen einde van de spanstaaf te schuiven, totdat ze tegen het framewerk rusten. Nu kan men gemakkelijk het strooipapier op de (gescherpte) punt van de spanstaaf steken. Draai deze nu totdat de punt in het midden van het frame in een kuiltje rust. Schuif nu beide glijringen tegelijk terug totdat het strooipapier tegen het frame wordt gedrukt. Draai de vliegerdraad in de glijspiralen. Na gevierd te hebben zal de wind het omhoog glijden we! overnemen. B. Draad om frame in vorm te houden. Vliegerdraad C. Stokje D. Glijspiraal vast aan frame Spanstaaf, ijzerdraad door gaten in frame F. Tali Kama G. Glijringen (twee stuks, één per spandraad) Bambu frame Strooipapier Hout, geplakt aan frame Bambu veer, geplakt en vast gebonden aan frame (hier in gespannen toestand) Spandraad voor veerspanning en afschuiven strooipapier M. Bambu vleugel-frame, beplakt met (transparant) papier. Vleugels scharnie rend gemonteerd op stuk hout geplakt aan frame. H. I. J. K. L. STRAATNAMEN VAN SEMARANG De schrijver van het artikel noemde een straatnaam, t.w. 'Wotgandoel", schreef niet te weten, waarvan deze naam is afgeleid, dan wel wat deze betekent. "Wotgandoel" is puur Javaans, samen gesteld uit de woorden "Wot" en "Gandoel". "Wot" is een bruggetje, althans heel primitief, bestaande uit bijvoorbeeld een paar plankjes, c.q. boomstammetjes, gelegd over een smal riviertje of sloot. "Gandoel" is hangen. Van een hang brug zal wel geen sprake zijn geweest, maar het van "gandoel" afgeleide woord "gondal-gandoel", hetgeen zwiepen betekent, zal in dit verband en begrip meer op zijn plaats zijn. Mogelijk was er in die straat zo'n wankel, wiebelig bruggetje. Ten over vloede nog, dat een brug in het Javaans een "kertek" heet. Hopelijk heeft schrijver Jesse Hornung wat aan deze informatie. D. J. B. WOLTERBEEK WEERZIEN EN HERINNERING Een heel nostalgisch gevoel kwam over mij toen de mail mij vandaag het tijdschrift Moesson bracht, gezonden door een bevriende relatie in Den Haag, de familie Kramer-Pieters, 280 Obrechtstraat, Den Haag. Genoemde familie zond mij het tijd schrift omdat op pag. 2 een hele mooie foto staat afgedrukt met een aantal flesjes die ik, als jong meisje om geld te verdienen, tijdens de bezetting heb geschilderd. Dit zal werk zijn geweest van 1943, dus nu bijna 45 jaar geleden. De flesjes, waarvan ikzelf er nog 3 bezit, zijn waarlijk mooi in tact ge bleven en moeten door de eigenaar (nares?) zeker zeer zijn gewaardeerd en goed verzorgd. Het deed mij zeer veel genoegen ze weerterug te zien in een dergelijke staat. U kunt zich voorstellen hoe opeens weer alles boven kwam, ook na het lezen van diverse stukken, als b.v. "De Breinaalden" door J. Erenstein de Haan. Ik kan vertellen dat ik nog van die naalden bezit. In de eerste jaren van de bezetting moest ik van mijn Moeder altijd mijn eigen sokken brei en. Ik kreeg dan 8 klosjes DMC-garen en daarvan breide ik precies een paar sokken. Als ik flesjes zat te beschilderen maakte mijn moederde meest beeldige zakdoekjes waarvan ik er ook nog een heb. Ze zette dan een stukje fijne stramien onder de voile, maakte daar op haar kruissteekjes en haalde later het stramien er onder weg. Een kantje er langs en we hadden weer eten op ons bord, want de KPM betaalde niet (lees verder volgende pagina) 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 21