Saté eten in Blora De oude. thans vervallen residentswoning gezien aan de achterkant, in Rembang. (Foto: Dick Hartoko) door Dick Hartoko Blora, Blora.... Waar ligt dat ook weer?.... 0 ja, daar ergens tussen de djatibossen, niet ver van Tjepoe het oliestadje. Juist, en voor de lezer die enigszins thuis is in de moderne Indonesische literatuur is de naam Blora natuurlijk onafscheidelijk verbonden met de bundel korte verhalen van Pramoedya Ananta Toer, "Tjerita dari Blora". Nu, dit krabbeltje is ook een soort Tjerita dari Blora, anno 1 987. Gebruikmakend van een "sandwich-vakantie" einde maart, en van het feit dat mijn uitgeefster in Jakarta mij een wissel had gestuurd, kon ik eindelijk een verlangen realiseren dat al lang ergens in mijn bewustzijn lag te sluimeren, namelijk een trip maken naar Blora, Rembang, Lasem, Pati en Koedoes. Dit was niet zomaar een "Iseng- Iseng" verlangen, maar werd ook versterkt door het feit dat in die stadjes een paar oud-studenten zitten van de IKIP Sanata Dharma in Yogya, de opleiding voor leraren M.O. Samen met een paar studenten en gezeten in mijn VW Passat van 1974 die pas een grondige revisie had on dergaan, vertrokken we Zondagmor gen 29 maart uit Yogya en bereikten tegen de middag Blora, via Solo, Ngawi en Tjepoe. De weg tussen Tjepoe en Blora was niet zo best. Naderhand hoorde ik, dat de aan nemer, nadat hij het voorschot ont vangen had, met de noorderzon ver dwenen was. Ja, zulke dingen gebeu ren hier in Indonesië. We logeerden bij een familie, waarvan de oudste doch ter mijn student is op de bovenge noemde IKIP en een oud-student in de kost is. De heer des huizes, direkteur van de katholieke SMP, had als hobby het kweken van Bonzai-plantjes, met name waringins. 's Avonds werden we uitgenodigd buiten te gaan eten, niet in een restaurant, maar in een tentje langs de kant van de weg. Het was er vol, zodat we moesten wachten en de tijd kortten met op en neer te wande len. Na een kwartier konden we ons op een bank neerzetten en kregen ieder een bord met sambel katjang, heel fijn ge-oelekt. De schotel met sate werd in het midden van de tafel geplaatst, gerangschikt volgens sate koelit, sate djeroan en de echte sate daging ajam. Rijst werd opgediend in een pintjoek van djatibladeren met een lepel kippe- bouillon oftewel kaldoe er over heen, met gebakken uitjes. Anders dan an ders, erg lekker. Het zoontje van de familie Soeparlan vooral liet zich niet onbetuigd en deed zich tegoed aan de heerlijke sate zodat het zweet hem op het voorhoofd stond. De volgende dag maakten we de trip naar Rembang en Lasem. Rembang stond op het program omdat daar een tiental oud-studenten van "Sadhar" leraar zijn op de katholieke middelbare school en ook omdat Rembang histo rische betekenis heeft. In de tijd van de VOC stond er een scheepswerf waar de schepen van de Compagnie gerepareerd werden met het djatihout uit het achterland. Er stond zelfs een oud-hollandse windmolen. Nu nog kan je er de oude residentie woning bekijken (van buiten) en waar van de bijgebouwen onmiskenbaar uit de tijd van de Compagnie stammen. In de hollandse tijd woonde daar inder daad de resident, na de Revolutie was het een tijdlang een "markas" (hoofd kwartier) van de TNI, maar nu ligt het verlaten. Ramen en deuren zijn dicht gespijkerd met latten, maar in de bij gebouwen lagen een paar zwervers te slapen. Rembang is nu geen residen tie-hoofdstad meer. Trouwens in de huidige Indonesische staatsregeling bestaan er geen residenties meer, maar de functie is toch nog behouden gebleven in de nieuw-gecreëerde functie van "pembantu gubernur". Economisch is Rembang voorbij ge streefd door Pati, ongeveer een drie kwartier rijden naar het westen. Rem bang is nu een ingeslapen stadje met veel oude woningen, oud-Indische en Chinese. De laatste meestal omringd door een muur met een toegangs poortje. Een kwartier rijden naar het oosten ligt Lasem. En wie denkt dan niet terug aan het aardrijkskunde boekje dat we vroeger op de ELS gebruikten, "De postweg bij Lasem". Beelden uit mijn kinderjaren. En ja, hoor, het ligt er nog. De postweg gaat vlak langs de zee en er is zelfs een uitspanning met een hotelletje. Lasem zelf is een heel oud chinees stadje, met alle huizen in Chinese stijl gebouwd. Voor een schil der een waar paradijs. Ik had gehoord dat er in Lasem ook een heel bijzon dere soort batik wordt gemaakt, maar hoe we ook zochten, geen batikwinkel te bekennen. Naderhand hoorde ik, dat die batik gemaakt wordt in de dessa's in de buurt, in opdracht van chinezen in Lasem en verkocht in Pekalongan. Terugrijdend naar Blora brachten we natuurlijk ook een bezoek aan het graf van RA Kartini waar we dadelijk be stormd werden door verkoopsters die allerlei souvenirs aanboden en vruch ten. Kartini, Kartini, je bent de nationa le figuur geworden dank zij het feit dat een paar Hollanders het de moeite waard vonden je brieven te bewaren en uit te geven. Als die er niet geweest waren, zou er nu in Indonesia ook geen Hari Kartini gevierd worden op 21 april. En wat is er geworden van de brieven die Kartini ontving van haar Hollandse vriendinnenJa, in In donesia bestaat helaas geen (of nog niet)"culture epistolaire"; jammer, jammer. (lees verder volgende pagina) 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 12