PASAR MALAM WAARTS IN 1987 BENTINCK GARAGE BENTINCK GARAGE REPARATIE ALLE MERKEN NAGESLACHT WORDT TROUW ALTIJD BELOOND (Vervolg: "Saté eten in Blora") Teruggekomen in Blora verfristen we ons en genoten van een kopje thee met gebakken ketankoekjes (jadah go- reng). Helaas, een van mijn snijtanden begaf het en tot grote ontsteltenis van mijn gastvrouw moest ik haar beken nen, dat haar gebakken ketan te hard was gebleken, 's Avonds werden we door onze gastvrouw weer uitgeno digd om ergens buiten te gaan eten, weer in een tentje langs de weg, weer druk bezocht. Dit maal geen saté, maar lontong toepat. Voor iedere bezoeker "oelekte" de baas zelf de sambel katjang, die hier erg grof was. De oelekan was iets bijzonders, gemaakt van de bongkot of de wortelstok van een bamboeboom. Op de vraag of hij er nog een in voorraad had en of die te koop was, schudde hij resoluut zijn hoofd. Dinsdagmorgen reden we terug naar Yogya, nu via de noord, d.w.z. Pati, Koedoes en Semarang. Ook daar ge- mampird bij oud-studenten die ons voorzagen van de bekende Djenang Koedoes, oftewel dodol Koedoes. Koedoes is nu een drukke en welva rende stad, dankzij de kretek industrie. De kretek sigaretten van Koedoes be tekenen een zware concurrentie voor de Goedang Garam sigaretten van Kediri. Het was toen net in de tijd van de verkiezingscampagne. Overal waai den de gele Golkar vlaggen. Nogal wiedes, want anders zouden al die kretek fabrikanten wel eens niet zo gemakkelijk aan allerlei licenties en permits komen.... Maar dit niet verder vertellen hoor! 26 juni t/m Den Haag 5 juli 28 t/m 30 aug. 26 en 27 sept. Houtrust- hallen Arnhem Rijnhal Gesp. in injectiesystemen voor o.a. B M W. en VOLVO APK. KEURINGSSTATION - LID BOVAG Wij zijn ook 's zaterdags geopend van 08.00 tot 13.00 uur Bentinckstraat 113, Den Haag tel. 070 - 55 60 48 Toen hij overleed waren zijn oudste kleinkinderen nog jong, maar toch ook oud genoeg om zich hem te herinneren, als ze dat zouden willen. De jongste kleinkinderen en zij die later werden geboren, weten niets van hem. Wanneer zijn kinderen er niet meer zullen zijn, dat duurt overigens nog wel even, dan zijn er dus maar een paar volwassen geworden kleinkinderen die hem nog enigszins voor de geest kunnen halen. Enigszins, want ze waren te klein om hem echt gekend te kunnen hebben. Wat ze dan waarschijnlijk zullen hebben zijn oude foto 's en de kennis dat opa Theodoor Willem heette en geboren was in Batavia waar hij gewerkt heeft bij een handelsfirma of zoiets. Dat hadden ze wel eens gehoord van hun ouders. Andere bijzonderheden ook natuurlijk, maar echt geluisterd daarnaar was er niet. Opa was al dood, ze waren nog jong en er was dagelijks zoveel te doen dat opa eigenlijk niet zo belangrijk was. Toch is Thedoor Willem quite a man geweest. Voor zijn tijdgenoten was hij een begrip en voor zi/n kinderen was hij een vader met een V. Zijn jongste kleinzoon, geboren zes jaar na zijn dood, lijkt op hem, niet alleen uiterlijk, maar dat heeft hem tot nu toe geen aanleiding gegeven om zich te verdiepen in zijn grootvader, wiens naam - als die valt - als van heel ver weg lijkt te komen. Opa ligt op een begraafplaats in het Brabantse Boxtel en oma woont verzorgd iets van hem vandaan. Haar opzoeken doen de kleinkinderen niet graag want dat gebouw is zo donker en oma ruikt zo naar eau de cologne. Als hun ouders zijn geweest, om de zoveel tijd, horen ze "We zijn even bij oma geweest" en dat wordt dan voor kennisgeving aangenomen. Wat ze niet weten - hooguit kunnen vermoeden als ze dat zouden willen - is dat opa en oma dolgelukkig waren geweest met de eerste kleinkinderen en dat ze die enorm verwend hebben. Sommige foto's getuigen daar trouwens van. Hele gesprekken hebben zij met hun tjutjuks in hun armen gevoerd en allerlei vertrouwelijke dingen hebben zij hen toegefluisterd en toegewenst. Maar dat was lang geleden, daar weten zij niets meer van. Hun lachjes en kraaien hebben opa en oma echter nooit vergeten. Die hebben dat direkt bewaard in hun hart. RALPH Vele oud-voetballers uit het voormalige Batavia kunnen zich vast nog de sympathieke Jacob (Joop) Simauw, back van de VV Jong Ambon herinneren. Ook de opvarenden van Hr. Ms. Tromp, tijdens de oorlog tegen Japan, kennen deze goedlachse Molukker. Op 8 april j.l. is deze vriend van velen in Jakarta overleden. Hier volgt in het kort het trieste relaas over een deel van zijn leven. Stichting Tong Tong tel. 070- 55 77 77 Org. Buro Yunus Alkmaar Org. Buro Yunus Veilinghallen Nog voordat Nederland Japan de oor log verklaarde kwam Joop als Inheems milicien, zoals dat toen heette, op 27 oktober 1941 in dienst van de Kon. Marine, stamboeknr. 10171 8/DI. Toen Nederlands-lndië door Japan werd bezet, werd Joop op 8 maart 1 942 Japans krijgsgevangene. In sep tember 1943 wist hij uit deze krijgs gevangenschap te ontsnappen. Met 5 kameraden ondernam Joop op 14 december 1 944 een poging om per prauw Australië te bereiken. Deze jongens namen dit grote risico omdat hun met de paplepel was ingegoten om liever "staande te sterven dan knielende te leven". Na 7 dagen op zee te hebben rond gedobberd, zonder eten en drinken, werden zij door een Australische korvet, de J 361 "PARKES" opgemerkt en aan boord genomen naar Port Darwin. Na een korte periode deed Joop vanaf 28 februari 1945 weer dienst bij de Kon. Marine aan boord van Hr.Ms. Tromp. Aan boord van dit schip nam hij deel aan diverse akties, zoals o.a. de bezetting van het eiland Billiton. Op 1 april 1 948 werd Joop (stamboek nr. 16645 Z/M) als Marinier 1e klas gedemobiliseerd. Nog 3 maanden be taald verlof naar Ambon werd hem gegund en toen was het bekeken voor Joop. Hij werd aan z'n lot overgelaten, heeft nooit een goede baan kunnen krijgen. Tot aan zijn overlijden heeft hij moe ten leven van 28.000 Rupiah's f 40,-) per maand. Onnodig te vermel den hoe dat leven was. Verschillende malen heeft Joop bij de Nederlandse Ambassade te Jakarta tevergeefs om steun aangeklopt, een kleine finan ciële ondersteuning kon hem niet worden toegewezen. Hij was één van de vele Molukse jongens die vanaf de wieg hadden meegekregen: "Trouw zijn aan Neder land en de Koningin". Was dat zijn beloning voor verbondenheid aan Nederland? Om vertroeteld en vet gemest te worden moet je "vluchte ling" zijn uit Artapupu. Voor een Molukker die zelfs zijn leven voor het hooghouden van de Nederlandse vlag over had, viel niets te halen. HAN DE C. v. C. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 13