O Moeten wij ons koloniaal verleden veroordelen A TUNAS Trade, Tours Travel 385 Beeklaan International B.V. Telex: 34193 tunas nl. Telefoon 070 - 63 92 27 63 89 94 door Claude Jannoud Het boek van Jean Martin, dat een serie werken opent over het koloniale avontuur van Frankrijk herinnert ons er aan hoe kort deze periode is geweest. Na Waterloo, waren wij de vijfde koloniale macht ter wereld. Honderd jaar later, was een geweldig uitgestrekt imperium opgebouwd dat slechts werd overtroffen door het Britse. De verovering ervan geschiedde meestentijds tegen wil en dank, eerder voortgekomen uit het toeval dan uit een politiek wilsbesluit. Annexaties en de consolidatie van het territoriale bezit waren vaak te danken aan op zich zelf staande individuen zoals Bugeaud en Faidherbe. Evenmin als het bewind van de Bour bons, voelden het leger en de handel zich aangetrokken tot het koloniale avontuur. De koloniale uitbreiding werd door Napoleon III ter hand ge nomen, maar kwam pas goed op gang na de ramp van 1 870. De staatslieden van de derde Republiek, die deze binnen enkele decennia voltooiden, hadden het vaak moeilijk om de pu blieke opinie te overtuigen. De "kolo nialen" hadden geen goede pers, ze werden voor avonturiers in de slechte zin van het woord gehouden. De Fransen hebben nooit een harts tocht, die te vergelijken is met die van de Engelsen, voor hun koloniale rijk gekoesterd. Zij hebben geen Kipling gehad om het te verheerlijken. Dat heeft zijn rol gespeeld in de wijze waarop de dekolonisatie werd be leefd. De twee oorlogen in Indo-China en Algerije werden vanaf de aanvang door een belangrijk deel van de natie veroordeeld en veroorzaakten een scherpe verdeeldheid. Vandaag de dag zijn er nog maar enkele brokstukken over van het over zeese rijk, en de herinnering aan het koloniale avontuur vervaagt, uitge zonderd bij hen die nog met hart en ziel lijden aan de nasleep ervan. De tijd is aangebroken om rustig de balans op te maken. Is het kolonialisme de be lichaming geweest van alle zonden van de blanke mens, zoals deze, onder invloed van schuldgevoelens, de eer ste is om dit te verkondigen? Paradoxaal genoeg,was het Marx die bij voorbaat deze stelling krachtig heeft weersproken. Hij rechtvaardigde het kolonialisme niet, maar hij beves tigde dat deze een noodzakelijke fase was in de geschiedenis van de mens heid. Overtuigd als hij was van de superioriteit van het westerse model, was de schrijver van "Das Kapital" van oordeel, dat de ervaring met het kolo nialisme onmisbaar was om de rest van de wereld uit de duisternis te doen treden. Men moet wel degelijk erkennen dat de onderdrukte volkeren in grote mate de waarden hebben onderschreven van hen die hen overheersten. In naam van vrijheid, gelijkheid en broeder schap hebben talrijke revoluties in de derde wereld plaatsgevonden. De vroeger gekoloniseerden zijn de technische beschaving van het wes ten toegedaan. Of het nu een kwade of een goede zaak was, de kolonisatie is een beslissend element geweest in de eenwording van onze planeet, het geen zich niet zonder aanzienlijke troebelen op economisch, politiek en psychologisch gebied kon voltrekken. De betrekkingen tussen overheersers en overheersten zijn gekenmerkt door ambivalentie. Gevoelens van wrok en racisme, maar ook wederzijdse aan trekkingskracht en belangstelling voor de ander zijn bestanddelen geweest van deze ambivalente betrekkingen. Daarom is iedere voorstelling van de koloniale periode, die alleen van schuldgevoelens uitgaat, onnauwkeu rig. Andere vormen van overheersing zijn erop gevolgd. Killer, naamlozer, schijnheiliger. Het staat niet vast, of zij de intensiteit en de rijkdom van de wederzijdse ontdekking tussen twee werelden, die elkaar niet kennen, bezitten. De Fransen behoren, nu de trauma's van de dekolonisatie zijn overwonnen, deze bladzijde van hun geschiedenis zonder schuldcomplexen in te voegen in hun nationale historie. De koloniale periode bood een groot aanal landge noten de gelegenheid zich te ont plooien en om bouwers, pioniers, on derrichters te worden. Andere hori zonten werden ontdekt. Het is ten dele dankzij de kolonisering, dat wij vooraanstaande arabologen, specialisten op het gebied van Afrika en Azië en ethnologen hebben. Dit tijdperk opende de poorten van de wereld voor een honkvast volk. Daarbij mag men niet andere, te ver oordelen aspecten van dit avontuur uit het oog verliezen, maar op hun wijze hebben de volkeren, die onder onze voogdij hebben geleefd, toen ze een maal onafhankelijk waren, erkend wat er aan positiefs is geweest. Onze culturele invloed is blijvend, en vaak bleven zij onze taal spreken. Daarom is Frankrijk nog altijd een wereldmacht. Ons koloniaal verleden blijft een van de beste troeven voor onze toekomst. Onder de titel "Grandeur et misère de l'aventure coloniale" wijdde het wekelijks literaire supplement van het Franse dagblad Le Figaro van 27 april 1987 in diverse artikelen aandacht aan de lotgevallen van het Franse koloniale rijk, de deko lonisatie en de nasleep ervan. Een van deze beschouwingen plaat sen wij hierbij in vertaling, omdat de hierin neergelegde gedachten niet alleen voor de Franse situatie, maar in het algemeen voor elke ex- koloniale mogendheid van belang kunnen zijn. Bij lezing van deze door Claude Jannoud geschreven bijdrage valt dadelijk op, hoe geheel anders het koloniale verleden wordt benaderd dan hier te lande gebruikelijk is. In Nederland komt men veelal niet verder dan het telkens weer signa leren van opnieuw (toevallig?) weer ontdekte gebeurtenissen uit de koloniale geschiedenis. Echte of vermeende wantoestanden worden dan op sensationeel aandoende wijze breed in de pers uitgemeten. Tot een bezonken waarderen van de betekenis van de gehele kolo niale historie, zoals dat in Frankrijk blijkbaar wel mogelijk is. komt het echter niet. Voor zowel Nederland als Frankrijk vond het dekolonisatie-proces plaats na W.O.II. Voor Frankrijk betekende dit het afstand doen van Indo-China (1955) na een hevige strijd, vervolgens van de gebieds delen in Afrika (eerst de protectora ten Marokko en Tunis, de koloniën in West-Afrika na 1958 en tenslot te Algerije in 1962). Ook de aanvang van hun koloniale expansie ligt in ongeveer dezelfde tijd: beide landen legden de grond slagen voor hun koloniale rijk in de loop van de 17e eeuw. Het eerste Franse koloniale rijk (Frans-Canada, Louisiana) ging grotendeels verloren aan Engeland na de Zevenjarige Oorlog (1756-1763), en pas in de tweede helft van de 19e en het begin van de 20e eeuw werd het uitgestrekte tweede Franse kolo niale imperium opgebouwd. CH. M. (Overgenomen uit Le Figaro Littéraire, 27 april 1987, vertaling CH.M.) 2562 AZ DEN HAAG Uw Indonesië en Verre Oosten reis op de maat van uw beurs en wensen gesneden! Agent voor Europa van PT. TUNAS INDONESIA TOURS TRAVEL Jakarta Kantoren: Medan, Padang, Yogya, Surabaya, Bali, Ujung Pandang, Bandung, Singapore, Hongkong, USA. 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 14