INDISCH LETTERLAND
het Nederlands-Brits verdrag van 1824
heeft het Nederlands-Indische gouver
nement hierin moeten berusten.
Het verdrag van Londen in 1824
beëindigde niet alleen een poging van
de Nederlanders om het tin-monopolie
op het Maleisische schiereiland te
bemachtigen maar bracht ook een
territoriale verdeling van het sultanaat
mee.
Op het schiereiland werd de Bendahara
onafhankelijk vorst van Pahang, de
Temenggung vertrok naar Johore en
nam aan het eind van de 1 9e eeuw de
titel sultan van Johore aan en tenslotte
waren er de afstammelingen van
Hussein die afzagen van hun claim op
het sultanaat van Singapore, tegen
woordig bezitten ze nog waardevolle
stukken land op Singapore.
De Sultan van Lingga-Riouw regeerde
in zijn gebied zonder veel tussen
komst van de Boeginese Yamtuan en
het Nederlandse gezag te Riouw. Des
ondanks lag het initiatief met name
betreffende de handel en buitenlandse
zaken bij de Nederlanders of de
onderkoning. Niets kon zelfs onder
nomen worden zowel door de Sultan
als de Yamtuan zonder goedkeuring
van het Nederlandse gezag.
In 1 831 komt Muhammad op de troon
en besluit tevens om zijn zoon
Mahmud gedurende zijn leven te in
stalleren, dit gebeurt in 1841. Sultan
Mahmud was niet erg geliefd bij het
gouvernement; hij verliet regelmatig
Lingga, zonder toestemming van het
gezag. Tevens probeerde hij de opvol-
gings kwestie van een Yamtuan te
vermijden in de hoop dat hij diens
toelage kon incasseren. De gouverneur-
generaal C. F. Pahud besluit, door de
regelmatige tegenwerking van de
Sultan, Mahmud af te zetten, dit ge
beurt op 23 september 1857. Zonder
sultanaat bezoekt Mahmud de hoven
van Pahang en Trengganau (Maleisië)
en zelfs de koning van Siam. Tijdens
dit bezoek trouwt de zuster van
Mahmud met de koning van Siam. In
Lingga-Riouw trouwt zijn dochter,
Fatimah, met de 10e Yamtuan Muda,
Raja Muhammad Yusuf. De nieuwe
sultan, een oom van Mahmud, Sulai-
man wordt de eerste sultan van Ling
ga-Riouw die benoemd wordt door de
gouverneur-generaal van Nederlands-
Indië. Tijdens zijn regering wordt
vooral de economie verbeterd.
Sultan Sulaiman sterft zonder nazaten
in 1883.
Dan ontstaat er een zeer ongebrui
kelijke situatie omtrent de opvolgings
kwestie in het vorstendom. Normaliter,
zou men omdat sultan Sulaiman geen
nazaten had, een keuze maken uit de
afstammelingen van de verwijderde
sultan Mahmud. Het gouvernement en
de Yamtuan Muda besluiten, tegen alle
tradities in, geheel anders. De op
volging zou gecontinueerd worden via
Fatimah (dochter van Sultan Mahmud)
die getrouwd was met de onderkoning.
Hun zoon, Abdul Rahman, zou op
volger worden van Sulaiman. Tot op
de dag van vandaag is deze keuze een
doorn in het oog van de afstammelin
gen van Mahmud.
Omdat Abdul Rahman minderjarig was
zou zijn moeder Fatimah tot 1885 als
koningin-regentes optreden.
De Yamtuan Muda Muhammad Yusuf
had ook andere zonen dan Abdul
Rahman, een van hen Ali Kelana werd
aangewezen als opvolger van de
onderkoning van Riouw. Echter toen
Muhammad in 1899 stierf weigerde
sultan Abdul Rahman, Ali Kelana als
de nieuwe Yamtuan te installeren, in
plaats daarvan neemt de sultan zelf het
onderkoningschap waar.
Intussen is Daik (eiland Lingga)
een welvarende plaats geworden,
waar inmiddels de telefoon en het
automobiel zijn gearriveerd, daarnaast
is het ook het belangrijkste handels
centrum in het sultanaat.
De Nederlandse resident te Tandjong
Pinang plaatste daarop een assistent
resident te Daik om zodoende des
sultans aktiviteiten in de gaten te
kunnen houden.
In 1906 verplaatst de sultan zijn hof
naar Penyengat, nabij Tandjong Pinang
(eiland Riouw) dit op zachte aandrang
van het Nederlandse gezag. De sultan
kon het steeds moeilijker accepteren
om met de veeleisende Nederlanders
samen te werken, terwijl het Neder
landse bestuur toen al naar mogelijk
heden zocht om sultan Abdul Rahman
af te zetten. Die mogelijkheid kwam in
1911 doordat de zoon en troon
opvolger van Abdul Rahman, een
gewapende wacht in het leven riep,
waardoor het Nederlandse gezag zich
bedreigd voelde. Om voor eens en
altijd van de sultan af te zijn eiste men
dat hij zijn rijk opgaf. Abdul Rahman
weigerde en vluchtte naar Singapore
op 11 februari 1911. Zoals hij eens
verklaarde weigerde hij te leven onder
de Nederlandse koloniale heerschappij.
Hij stierf te Teluk Belanga, Singapore.
Hoewel het Sultanaat Lingga-Riouw in
1913 officieel werd opgeheven zijn er
nog een aantal sultanaten in Maleisië
die oorspronkelijk als onderhorig aan
Lingga-Riouw moeten worden be
schouwd namelijk: Johor, Pahang en
Selangor, zij werden pas onafhankelijke
sultanaten (t.o.v. Lingga-Riouw) bij de
onwettige troonsopvolging door Abdul
Rahman, waarmee niet een Maleisiër
uit het vorstelijk huis werd gekozen,
maar een telg uit het Boeginese huis
van de Yamtuan Muda.
Yamtuan Muda Muhamad Yusuf, onderkoning van Riouw uit het Boeginese geslacht,
en families.
(Foto: Koninklijk Instituut voor Taal-, Land en Volkenkunde, Leiden)
DE POLITIONELE ACTIES
prof. dr. G. Teitler en
drs. P. M. H. Groen
Prijs f 37,50, porto f 5,50
INDONESISCHE
OVERPEINZINGEN
door Soetan Sjahrir
Een nieuwe, vijfde druk. Een
historisch document met een
zeer persoonlijk karakter.
Prijs f 28,50, porto f 4,50
BOEKHANDEL MOESSON
Nieuw
Proza uit twee eeuwen Nederlands-
Indische literatuur samengesteld en
ingeleid door
Robert-Henk Zuidinga.
Prijs f 25,—, porto f 5,50
BOEKHANDEL MOESSON
19