IK WOÜ
ik wou dat ik mijn mond kon houwen
want o ik klets wat enden weg
toch blijf ik alsmaar weer vertrouwen
dat ik óóit nog es iets zinnigs zeg
IN NEDERLAND
DOOR OMSTANDIGHEDEN
Tessel Pollmann (47) is redactrice van
het weekblad Vrij Nederland. In 1982
werd zfj ook in Indische kring bekend
door een door haar en Ingrid Harms
geschreven bijlage over Indo's. Deze
bijlage bestond uit interviews met
Indo's in Alkmaar en omgeving. Naar
verluidt bestond er zoveel vraag naar
een herdruk van de reportage van de
dames, dat besloten werd tot een
uitgave in boekvorm. Dit boek nu is
onlangs verschenen en wel als ge
zamenlijke uitgave van Ambo/Novib in
de antiracisme-reeks. Het is overigens
maar de vraag of dit boek bijdraagt tot
een beter begrip tussen rassen, volken
en groepen. Voor mij is het eerder een
bijdrage tot irritatie, bevestiging van
vooroordelen en anti-gevoelens.
Tessel Pollmann is sterk geïnteresseerd
in Indië en Indonesië, hetgeen onder
meer tot uitdrukking komt in de ver
schillende publikaties van haar hand.
"Indië" was zo mooi en zo goed, dat
kon gewoon niet waar zijn en daarom
ben ik zelf op onderzoek uitgegaan"
vertelde zij eens en daarmee was
duidelijk waarom zij schrijft zoals ze
schrijft: geen slaan en schoppen, maar
een systematische onttakeling van
een mythe. Een mythe overigens die
Pollmann zichzelf geschapen heeft en
die zij "Indië" noemt. Er is maar een
minieme helderheid van geest nodig
om te beseffen dat niets en niemand
op deze wereld volmaakt is of zelfs
maar in de buurt van volmaaktheid
komt. Neem je dan ook boeken ter
hand, boeken die al lang geleden
geschreven zijn, dan zie je bevestigd
dat die onvolmaaktheid zeker ook ten
aanzien van Indië gold. Mythevorming
is dan gewoon niet mogelijk. Dat - met
name - oudere Indische mensen veelal
poëtisch over Indië vertellen, heeft
niet te maken met mooie verhalen
ophangen of het ontkennen van de
keerzijden - en dus met het zichzelf
voor idioot houden - maar wel met de
liefdeen waardering die een mens kan
hebben voor het mooie en goede dat
hij in zijn leven gekend heeft.
Natuurlijk komt hier dan de vraag of
datgene wat dan zo mooi en goed
geweest is ook werkelijk goed was.
Was het wel zo mooi dat baboetjes de
rommel moesten opruimen? "Neen!"
antwoordt men anno 1987 in koor en
de Indischman doet wat hem geen
moeite kost: hij zwijgt maar.
Maar met zwijgen kom je niet
ver wanneer je - zoals Tessel Poll
mann - toch wilt weten hoe In
dische mensen denken en voelen,
vooral als ze worden geconfronteerd
met allerlei keerzijden waaraan ook zij
"schuldig" waren. Het was niet PolI-
mann's bedoeling - en hier komen we
bij het boek waar het om gaat - om
Indo's "te pakken" maar om ze zelf te
laten praten (in een gestuurde richting
uiteraard) zodat ze zelf al pratende tot
het inzicht zouden komen dat hun
tempo doeloe inderdaad toch niet
Tessel Pollmann
(Foto: Moesson)
helemaal - of zelfs helemaal niet - die
goede oude tijd was. Wil je dat resul
taat voor een breed lezerspubliek be
reiken, dan moetje een bepaalde laag
aanspreken en die laag heeft Tessel
gevonden in Alkmaar. Het resultaat
daarvan heeft zij neergelegd eerst in
de genoemde bijlage en nu dus in een
boek. Wie doorziet waarom en op
welke manier dit boek is geschreven,
onthoudt echter al te grote waarde aan
deze publikatie, vooral ook omdat
"de" Indo daarin misbruikt is gewor
den.
R.B.
"In Nederland door omstandigheden"
door Tessel Pollmann en Ingrid Harms.
Uitg. Ambo/Novib. 159 blz. Prijs
f 27,50, porto f 2,50.
(uit: "Krabbels" maandblad Eerdbrand-
Bevelanden)
"UITREIS ROND DE KAAP"
De "Uitreis rond de Kaap" had de
Verenigde Oostindische Compagnie
in 1 625 uitgeschreven voor een vloot
van vijf schepen; het opperbeleid - het
zogenaamde "commandeurschap" -
was in handen gelegd van Maerten
Pietersz Hasselaar, een opperkoopman
uit Haarlem. A. van der Moer heeft voor
zijn boek geen gebruik gemaakt van de
scheepsjournalen; dat zou leiden tot
een historisch verslag, een droge stof,
maar nam voor zich het particuliere
reisboek van Lambert Abrahamsz Oos-
terdijk, een rijzige blauwogige stuur
man uit Hoorn, die schipper was van
de "Neptunus" uit genoemde haven.
In tegenstelling met zijn voorganger,
schipper Wijbrand Versluys, die zijn
opleiding kreeg door "vóór de mast" te
varen en te hooi en te gras in de
praktijk had moeten leren, was Ooster-
dijk door lessen van Robbert Robberts-
zoon Ie Canu meer theoretisch onder
legd in de zeevaartkunde. Bovendien
schreef hij over zichzelf: "Ik bespeur in
mij de neiging waarnemingen en ge
dachten aan het papier toe te ver
trouwen, die niet in aanmerking
komen om in het scheepsjournaal te
worden opgenomen. Daarom heb ik
besloten van tijd tot tijd enige aan
tekeningen te maken in een particulier
reisboek, dat slechts bestemd is voor
mijn eigen ogen, maar wie weet.
Het komt mij voor dat deze drie laatste
woorden de auteur er toe gebracht
hebben de weg van de historie te
verlaten en een ventweg te volgen,
d.w.z. de uitreis in grote lijnen te
volgen doch door de diverse op zo'n
reis voorkomende gebeurtenissen
onder het vermijden van droge histo
rische beschouwingen op een smeuïge
en voor de hedendaagse lezer aan
trekkelijke wijze te vertellen, hetgeen
Van der Moer door zijn grondige kennis
van zaken alleszins is toe te vertrouwen.
Ter bevestiging wordt in het boek om
de 5 of 6 hoofdstukken een hoofdstuk
gewijd aan: "uit het reisboek", waarin
de aantekeningen van Oosterdijks
voorkomen van gebeurtenissen, die in
de voorafgaande hoofdstukken op een
prettig leesbare wijze, zonder enige
fantasie zijn verteld.
Op de omslag komt het woord "roman"
voor, hetgeen naar mijn mening niet
geheel correct is, want het gaat toch
over iets dat werkelijk gebeurd is,
doch de beschrijving van de diverse op
deze uitreis van ruim een jaar opgetre
den facetten heefteen roman-karakter.
Dit laatste en de vele schetskaarten
van de vaarroute hebben geleid tot een
aantrekkelijke publicatie, die bij lezers
respect voor die vroegere zeelui zal
afdwingen. Er zit toch een grond van
waarheid in het gezegde: "Vroeger
had men houten schepen en ijzeren
mannen, tegenwoordig zijn het ijzeren
schepen en houten mannen".
F. C. BACKER DIRKS
"Uitreis rond de Kaap" door A. van
der Moer, 207 pagina's, T. Wever
B.V., Franeker. 1987. Prijs f24,50,
porto f 4,50.
31