BAMBOE Wilt u niet naar een bejaardentehuis en toch geheel worden verzorgd? BAMBOE, (vuig. Mal.), Boeloh (Mal.) Pring, Deling (Jav.), Awi (Soend.), Pereng (Mad.), en vele andere namen zijn de verzamelnaam voor een groot aantal geslachten en een nog veel groter aantal soorten van overblijvende grassen met hoge, meest verhoute halmen, die door hun stevigheid bij een afmeting van meerdere tientallen meters rechtopstaan, maar ook (vooral de dunnere soorten) vaak in de oerwouden klimmen. De onderaardse delen bestaan in de meeste gevallen uit een sterk vertakte wortelstok, waarvan de korte takken zeer dicht in elkaar gewonden zijn, zodat een groot aantal halmen op één punt op elkaar gedrongen uit de grond tevoorschijn komt. Deze z.g. stoelen kunnen vaak grote afmetingen bereiken. Meestal zijn de onderste knopen van de stengel onvertakt, meer naar boven komen de zijtakken uit de knopen in een groot aantal te voorschijn. De bladeren zijn nogal kort, zonder bladsteel. Ze zijn door een geleding met de bladschede verbonden en vallen vrij gemakkelijk af. De bamboesoorten behoren tot een grote groep van de grassen die gekarakteriseerd is, behalve door de houtige halmen en de gelede bladeren, door bijzondere kenmerken van bloeiwijze en bloem. Zo heeft iedere bloem vaak meer dan 3, zelfs meer dan 6 meeldraden. Ook de vruchten in de groep vertonen soms bijzondere kenmerken. Er komen bes vruchten voor die gegeten worden en afmetingen van 10 cm bereiken. De gehele groep is in de archipel zeer algemeen verspreid, zowel in de vlakte als in het bergland. Een soort van Oreiostachys komt op de hoogvlakte van Pengalengan op Java nog op omstreeks 1800 m voor terwijl in het centrale bergland van Nieuw-Guinea, zelfs een klimmende soort van bam boe tot op 2400 m is aangetroffen. Verschillende soorten zijn nog onvol doende bekend. Dit komt hierdoor, dat bamboe nietaltijd bloeiend wordt aan getroffen. Een vrij groot aantal soorten kan men op grote uitgestrektheden tientallen jaren waarnemen, zonder dat men ooit een bloeiend exemplaar aantreft, totdat er plotseling een be trekkelijk korte bloeiperiode komt, waarin alle planten rijkelijk bloem (en soms ook vrucht) dragen. Meestal sterven alle halmen van een stoel daarna af, waarna de stoel weer opnieuw gaat uitlopen. Soms ook sterft het rhizoom na de bloei af en heeft de vorming van nieuwe planten alleen door zaad plaats. Bekende geslachten en soorten zijn: Bambusa met een vrij groot aantal soorten, die zich alle onderscheiden door het bezit van 6 meeldraden per bloem. Bekende soorten zijn B. vulga ris [Awi koneng (Soend.), Pring ampel (Jav.)]; B. Blumeana (Bamboe doeri), in de dorpen als hegplant, en B. nana Roxb. een kleine soort, waarvan de dunne halmen voorwandel- en parasol- stokken gebruikt worden. Gigantochloa, met enige zeer grote soorten, waaronder G. apus Kurz. (Awi apoes, Awi tali, Pring apoes); van deze soort wordt de buitenlaag van de halm voor bindtouw gebruikt. Dendrocalamus, Bamboe betoeng, Awi bitoeng Pring petoeng, met een bekende soort D. flagellifer. die overal wordt aangeplant en D. giganteus, waarvan een paar reusachtige exem plaren aan de ingang van de botanische tuin te Buitenzorg staan. De eerste soort komt vrij hoog in het bergland voor in O.-Java. Schizostachyum, Pring boeloe, Pring woeloe, Awi tjangkoetoek, met vrij veel soorten met rechtopstaande hal men. Dinochloa, met een tot 30 m hoogte klimmende soort, D. scandens. of D. Tjankorreh, (Tjangkoreh, Soend.). Melocanna, met zeer grote eetbare besvruchten. Bamboe gebruik Zoals reeds uit enkele toevoegingen bij de botanische vermelding der Indische bamboe-soorten aangeduid wordt, vindt het bamboemateriaal onder de bevolking van Ned.-lndië veelvuldige aanwending. Wel wordt dit gebruik door het plaatselijk voor komen van geschikte bamboesoorten in het wild nader bepaald, daar bam boe-aanplantingen bij de dorpen slechts sporadisch worden aangetroffen, doch waar goede bamboe in overvloed aanwezig is, wordt het voor de meest verschillende doeleinden gebruikt. Allereerst voor de woning en bijge bouwtjes in de kampong, die dikwijls geheel van dit materiaal opgetrokken is. En niet altijd is dit vluchtig werk, er zijn soms aardige toepassingen te vinden. Bijv. de daken op huizen in Rawas, Lebong, Manna en Palembang, waar middendoor gespleten bamboe- sen naast elkaar bevestigd worden en weer belegd met andere helften, zodat een dakbedekking verkregen wordt, die enigszins aan ons pannendak her innert. Rond de woning een pagger van gevlochten bamboe. In onveilige streken beschermt een haag van bam- boedoeri het dorp. Bij de Batak's wordt de toegang tot het dorp door bamboe-vlechtwerk of bamboe-hekken gesloten. Bruggen van bamboe vergemakkelijken het verkeer tussen de dorpen. Zeer belangrijke constructies verto nen de bamboe-bruggen in de Prean- ger. Door het veel voorkomen van bandjirs is men genoodzaakt uitslui tend hangbruggen te bouwen, die in allerlei vormen voorkomen. In de woning zelf allerlei huisraad van bamboe. In de eerste plaats de baleh- baleh, praktisch en snel gemaakt, die echter het nadeel heeft, een goede schuilplaats voor ratten aan te bieden en dus bij pestepidemiën evenals het andere holle materiaal een gevaarlijk element kan zijn. Interessanter zijn de bamboe-voorwerpen voor verlichting: de bamboe-vuurzaag zorgt voor het vuur en staafjes in hars gedompeld dienen de Boegineezen ter verlich ting. Op Sumatra gebruikt men kokers met hars gevuld. Elders gespleten bamboe in allerlei samenstellingen die men onder staande of hangende lampen zou kunnen rangschikken. In de keuken watervaten en kokers om allerlei voorraad te bewaren, spatels, pennen, zeven, vijzels, lepels en stok jes, alles van bamboe, waaronder de koekoesan wel 't bekendste is. Bij Papoea s en Dajak's, ook op Sumatra (lees verder volgende pagina) HUIZE CASA - SANA Wendt u zich dan tot de N.V.B.B.B. NEDERLANDSCHE VERENIGING BELANGEN BEHARTIGING BEJAARDENPENSIONS De N.V.B.B.B. heeft o.a. als taakstelling om de oudere en verzorgingsbehoeftige medemens, in één van haar aangesloten ouderenpensions een gewaarborgde ver zorging te bieden. U wilt meer informatie? Belt u dan met onze consulenten 070 - 54 62 02 54 97 90 60 66 15 of schrijft u naar Postbus 82299, 2508 EG 's-Gravenhage. 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 19