DE OVERDRACHT VAN NED.-NIEUW 13 Augustus 1962 Door Ch. Manders De eerste Europeanen, met wie Nieuw Guinea in aanraking kwam, waren panjaarden en Portugezen, die op zoek waren naar een vaarroute van Indië naar de Nieuwe Wereld of naar Australië. In 1512 werd het eiland door de Portugezen die In 545 naam aan de Spanjaard 'nigo Ortiz de Retes, lanHH 1545 op we9 naar Mexico aan de monding van de Mamberamo-rivier landde, en die het eiland Nueva Guinea noemde. In 1606 deed de Hollander Willem Jansz Nieuw Guinea aan, in 1616qevolad door schipper Willem Cornells*. Schouten, die me, he, jech, DuXe e!n onderzoekingstocht naar de zuidelijke kusten van het eiland maakte en daarna na" deze'onM "kfc6 kUS,8n' 06 SCoMn-^ - de G.e" kbaai werd™ naar deze ontdekkingsreiziger genoemd. De afgelegenheid en de onherberg zaamheid van deze streken waren er de oorzaak van, dat het altijd maar zijdelings bij de loop van de historie was betrokken. Slechts enkele kust streken hadden betrekkingen met de Molukse sultanaten Ternate, en later met Tidore, die er invloed uitoefenden. De rechten van deze sultanaten wer den in de 17e eeuw door de VOC erkend. Nadat de sultan van Tidore in 1779 in ballingschap was gezonden, nam de VOC de souvereiniteit van Tidore en onderhorigheden op zich, hetgeen de latere rechtstitel was voor de Nederlandse aanspraken op Nieuw Guinea. In 1905 stond de sultan van Tidore zijn rechten op Nieuw Guinea definitief af aan het Nederlandse gou vernement. Verdere bemoeienis met het eiland heeft de VOC niet gehad. In 1828 werd bij proclamatie het wes telijk deel van Nieuw Guinea tot Neder lands gebied verklaard. Pas in 1895 kwam het bij verdrag met Engeland tot een afbakening van de oostgrens. De eerste permanente bestuursposten werden in 1898 in Fak Fak en Mano- kwari gevestigd, gevolgd door Merauke in 1902 en Hollandia in 1910. Naast de niet denkbeeldige vrees, dat vreemde mogendheden zich met deze gebieden zouden bemoeien, vond de vestiging van deze posten door het Nederlandse bestuur zijn grond in het feit, dat de Marind-Anim stam snel- tochten ondernam in het aangrenzende Britse gebied en doordat er in het noorden enige grote pokkenepide mieën heersten. De stichting van Hol lands was een reactie op de Duitse koloniale activiteit in het noorden van Oost-Nieuw Guinea, dat in 1899 tot kolonie van het Duitse Rijk werd ver klaard. In de jaren 20 en 30 werden grote Nederlandse ontdekkingstochten in het gebied ondernomen en werden er spaarzame, eerste aanzetten tót ver dere ontwikkeling gedaan. Strategische betekenis kreeg het eiland in de Tweede Wereldoorlog, daar Ja pan het wilde gebruiken als uitvals- poort naar Australië. De Japanners veroverden Ned. Nieuw Guinea met uitzondering van Merauke en Tanah Merah (dat na 1926 bekendheid kreeg als verbanningsoord voor Indone- Ter gelegenheid van het feit, dat het op 15 aug. 25 jaar geleden was, dat Ned. Nieuw Guinea aan de Republiek Indonesia werd overgedragen en daarmee tevens een einde kwam aan bijna 400 jaar Nederlandse aanwezigheid in de Indonesische archipel, plaatst Moesson een overzichts artikel over de geschiedenis van dit destijds zo omstreden gebied. Meer dan een globaal artikel is in dit kader niet mogelijk, hoewel ongetwijfeld over diverse aspec ten, bijv. de kolonisatiepogingen, het mislukken ervan en hetgeen op Nieuw Guinea werd verricht nog veel meer te zeggen zou zijn. Wellicht, en dat hoopt de redactie Moesson, is dit artikel voor lezers die vroeger op Nieuw Guinea woonden, aanleiding herinnerin gen aan hun verblijf daar te note ren en aan ons blad in te zenden. De ambtenaren-stad "Noordwijk" in Hollandia. 22 sische communisten en nationalisten). Het zuid-oosten van Nieuw Guinea was daarmee het enige deel van Ned.- Indië, waar de driekleur in de oorlog bleef wapperen. In de Vogelkop bleef een groep onder leiding van sgt. M. Ch.Kockelink en sgt. De Koek zich tegen de Japan ners verzetten, evenals een groep in Saumlaki op Jamdena (Tanimbar-eilan- den onder leiding van sgt. J. Tahya. Amerikaanse en Australische troepen bevrijdden in 1944 Nieuw Guinea van de Japanse bezetting. Bij de soeverei niteitsoverdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië op 27 dec. 1949 werd voor wat betreft Nieuw Guinea een uitzondering gemaakt, dat van deze overdracht werd uitgesloten. Tij dens de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag was in nov. 1949 een compromis aanvaard als gevolg van een suggestie van de Bemiddelings commissie van de V.N.: nadere onder handelingen tussen Nederland en Indonesië over de status van het ge bied zouden binnen een jaar moeten worden geopend, terwijl het intussen onder Ned. gezag zou blijven staan. Welke argumenten werden van Neder landse zijde aangevoerd om Nieuw Guinea niet te betrekken in de soeve reiniteitsoverdracht? Aanvankelijk werd als primair argu ment naar voren gebracht, dat Nieuw Guinea stamland "zou moeten worden voor de Indische Nederlanders, die in het nieuwe, onafhankelijke Indonesië tussen wal en schip dreigden te raken. De gedachte aan een eigen stamland voor deze groep was niet nieuw, maar was al ontstaan in de crisisjaren voor W.O. II, toen enkele (niet zeer succes-

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 22