Meteen f 10.000,-- nodig meer of minder? Bel da/i: 078 - 1 8 08 66. Aflossing v.a. 12/60 mnd., kwijtschelding bij overlijden. Gegarandeerd wettelijke tarieven en ook als u nog geen 66 jr. bent kunt u aanvragen. SETIAKAWAN FINANCIERINGEN B.V. Karei Doormanweg 9, 3317 ZD Dordrecht. De hoogst gelegen bestuurspost in Nieuw-Guinea op Enarotali (1750 m). (Foto: A. Fanoy) volle) koionisatiepogingen van In dische Nederlanders op Nieuw Guinea werden gedaan. Na 1929 ontstonden daar enkele verspreide landbouw koloniën. Op de zg. "minoriteiten conferentie" te Pangkal Pinang in okt. 1946, was door Indo-Europeanen aangedrongen op een afzonderlijke status voor dit gebied. Op 10 dec. 1946 volgde een verklaring van de Ned. regering, waarin werd gesteld dat "Nieuw Guinea een eigen status zou moeten krijgen, in de eerste plaats ten behoeve van Indische Nederlanders, die onder eigen bestel willen leven". Het argument van het zelfbeschik kingsrecht van de Papoea's werd pas in een latere fase gehanteerd, toen bleek dat de stamlandgedachte en kolonisatie van Indische Nederlanders tot mislukken gedoemd was. De be langen van de Papoea's werden met name bepleit in het rapport van een studie-commissie, die was ingesteld door de Lt. G.G. Van Mook, dat in april 1949 werd ingediend. De eerste groep van 1600 Indische Nederlanders arriveerde op 31 dec. 1949 met het KPM-schip Waibalong bij Manokwari. Van de 17.000 Euro peanen, die in 1960 op Nieuw Guinea woonden, was iets meer dan de helft van Indische afkomst. Het overgrote deel van de 200.000 Indische Nederlanders zou na 1950, en vooral na 1958, door de omstan digheden gedwongen, naar Nederland repatriëren. Een spoedige overeenstemming met Indonesië over de kwestie Nieuw Gui nea leek na de souvereiniteitsover- dracht niet uitgesloten, doch de ge beurtenissen in de loop van 1950 (de oprolling van de deelstaten, de kwes ties Ambon en Westerling-APRA) brachten met zich mee, dat de betrek kingen tussen Nederland en Indone sië zich niet gunstig ontwikkelden. Na enige mislukte onderhandelingen stond het in 1952 vast, dat geen overeenkomst mogelijk was. Een laatste Nieuw Guinea conferentie in febr. 1956 te Genève, waar de onderhandelingen werden gevoerd tussen de ministers van buitenlandse zaken Luns en Anak Agung, mislukte eveneens. Daarop werd in hetzelfde jaar, door Indonesië eenzijdig de Ned.- Indonesische Unie verbroken en de RTC-overeenkomsten opgezegd. Na dat in de Algemene Vergadering van de V.N., waar Indonesië de kwestie Irian (zoals N.G. nu werd genoemd) aanhangig had gemaakt, zij voor haar standpunt niet de vereiste 2/3 meer derheid behaalde, besloot de Indone sische regering tot het middel van economische pressie. In dec. 1957 werden de Nederlandse ondernemin gen onderbeheervan de Indonesische staat gesteld, later gevolgd door natio nalisering. Intussen was in Nieuw Guinea tijdens het gouverneurschap van Dr. J. van Baal (1953-1958) veel gedaan aan de materiële opbouw, onderwijs en gezondheidszorg. Deze ontwikkeling werd onder zijn opvolger, Dr. Plateel, de laatste gouverneur van Nieuw-Gui nea, voortgezet. Pas in 1960 ging de Nederlandse regering spoed zetten achter de staatkundige ontwikkeling: er werden verkiezingen voor streek- raden georganiseerd en een Nieuw- Guinea Raad werd ingesteld. Tevens werd in 1960 de defensie versterkt, met het dog op mogelijk Indonesisch militair optreden. Als reactie op het zenden van een smaldeel van de Ned. Marine, waar onder het vliegdekschip Karei Door man naar de wateren rond Nieuw Guinea, verbrak de Indonesische re gering tenslotte op 17 aug. 1960 de diplomatieke betrekkingen met Neder land, het dieptepunt in de Ned.-Indo nesische betrekkingen. In de loop van 1961 escaleerde het conflict ook in militair opzicht, toen Indonesische troepen overgingen tot infiltratie van het gebied van Nieuw Guinea. Internationaal genoot het Nederlandse standpunt weinig steun, vooral na het optreden van de regering onder President Kennedy vond de Ned. regering daar geen willig oor meer voor haar argumenten, hetgeen onder het bewind van diens voorganger Eisenhower nog wel het geval was. Tenslotte zwichtte Nederland onder druk van de omstandigheden en stemde toe in een voorlopig beheer van Ned. Nieuw Guinea door een orgaan van de V.N. De bevolking zou zich in 1969 uitspreken over hun toekomst, in een ondertoezicht van de V.N. te houden volksstemming. Op 15 aug. 1962 werd West-Nieuw Guinea dat voortaan als de provincie Irian Barat deel uitmaakte van de Indonesische staat aan de Republiek Indonesië overgedragen. De overdracht van Ned. Nieuw Guinea betekende niet alleen het definitieve einde van de Nederlandse aanwezigheid in de Indonesische archipel, maar ook het overbruggen van de diepe kloof die beide landen sedert 1949 had ge scheiden. Een nieuwe bladzijde in de geschiedenis van de Nederlands- Indonesische betrekkingen werd open geslagen. 23

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 23