betekent, had ik uit een woordenboekje,
dat later van onschatbare waarde bleek.
Het busje bleek een georganiseerd
busje te zijn, met zo'n tien zitplaatsen
en een redelijk vaste route. Maar daar
week de bestuurder flink van af, in z'n
rit om me een onderkomen te be
zorgen. En waar Bengkulu was.
Hier, zeiden ze. Dit IS Bengkulu. Ik
begreep er niets van, want ik stelde
me, volgens de handboeken, een
"lovely old town" voor, dus met straten
en winkels en vlaggetjes voor mijn
part en steegjes en stoepen en span
doeken met "uitverkoop" op z'n Indo
nesisch. Maar neen. Bengkulu heeft
geen straten, maar brede, stoeploze
lanen, eindeloze bochtige lanen met
hier en daar wat huizen op poten te
midden van groene groeisels en cocos-
bomen en zo. Er is een overdekt
winkelcentrum, dat wel, en miljoenen
kleine toko's. En inderdaad, iets dat op
een centrumpje lijkt, bij het postkan
toor en een immense bank bij de
haven. Maar het is allemaal zo einde
loos en ruimtelijk, je loopt je wezen
loos en je moet zo veel weten. Hoe je
betaalt en wat je betaalt en wanneer
wel en wanneer niet en hoe je op alles
moet afdingen, zelfs op binnenlandse
vluchten: alles.
Maar dat busje bracht me toch maar
prima bij een verzameling huisjes op
palen en een restaurant, tezamen
'Nala-hotel", ver van alle lawaai dat
Indonesië met zich meebrengt en eer
bied voor de blanke Belanda die geen
toewan besar meer is, maar nog
steeds een eerbiedwaardige toewan
die zo rijk is déttie kon komen.
En daarom mister wordt genoemd,
Heemister, Hallomister, tot gek-
wordens toe. "Maar ze bedoelen het
allemaal zo goed", legde de student
Tong me later uit. "Je bent welkom en
dat laten ze blijken". Dat het me na vier
weken meters de keel uit hing, heeft
hij nooit kunnen of willen begrijpen.
Dat was een van de redenen, waarom
ik na twee dagen Nala-hotel m'n biezen
pakte, de weg op liep en bleef lopen,
drie dagen lang. Langs sawahs en
oerwoud en kampongs en zo veel
mensen die ervoor de huizen uit
kwamen om die blanke te zien. Een
blanke in het wild; want veel toerisme
is er niet. Helemaal geen, eigenlijk.
Voor vrijwel iedereen was ik de eerste
blanke en dat moet een gek gezicht
zijn, natuurlijk.
A
Accepteer nooit een zo maar aange
boden onderkomen, hoe verleidelijk
het ook is en hoe vaak dat ook gebeurt.
Je bent hun nieuwe auto, die be
zichtigd moet worden en ze komen
kijken; honderden tegelijk en niet zo
bescheiden ook. Kregelig werd ik
ervan, ook van het opdringerige "I
want smok". Dat werd vervelend.
Ik ben niet één Sumatraan met neu
rosen tegengekomen; ze zijn volkomen
ongeremd, vrij van welvaartsproblemen.
Ze zeggen wat ze denken en wat dat
betreft werd ik teleurgesteld: ik had de
Oosterse ingetogenheid verwacht en
ik kreeg gewoon ja en nee en verder
geen gezeur.
En omdat ik toch één keer een nacht
bij een kampongbewoner accepteerde
en m'n pas niet wilde laten zien aan
een of andere grapjas, werd ik door de
politie opgepakt en met een overval
wagen en zes bewapende kerels afge
voerd naar een kantoor, om vervolgens
te worden afgeleverd bij een simpel
hotel, een passanggrahan, waar ik het
verder goed had. Alleen moest ik de
volgende dag dat hele eind weerterug
lopen, om verder te geraken. En warm
was het wel.
Hotels zijn er niet, in de kampongs van
het binnenland. Maar elke kampong
(desa, dusun) heeft wel een dorps
hoofd, de kepala-dusun en z'n reser
ves I, II en III; dat staat ook met zoveel
woorden op hun huis, vergissen is niet
mogelijk. Daarvragen naaronderdak is
het enige, maar het werkt uitstekend.
De man en z'n gezin vinden het prach
tig en ze zijn het nog verplicht ook. Mij
werd steeds de mooiste kamer ge
wezen en betalen is een belediging,
dus wat wil je als Hollander nog meer.
Even vork, lepel en mes afleren, alles
vergeten wat Westers is, dat helpt
reusachtig. Want een wc is er on
bekend, boterham met kaas ook. De
eerste kop thee die ik dacht te krijgen
was gekookt putwater en dat is óók
bruin.
En die wcDaar is de rivier voor,
waar men gaat baden en men de
tanden poetst en de was doet. Het is
vreselijk en heerlijk tegelijk en twee
weken lang voelde ik me in een paradijs.
Ik hoor het het zoontje van de kepala
nog roepen, drie keer per dag:
"Makan Eten dus. Op de grond of
aan een tafeltje: rijst met iets erbij,
visjes en wat groente en vooral lom
bok. 's Morgens op de nuchtere maag:
rijst met lombok en gekookt putwater.
Het werd heel gewoon en m'n ver
langen naar een boterham met kaas
verdween binnen een dag.
Natuurlijk; hongeren dorst tijdens het
lopen werden afdoende bestreden
door spontaan opengekapte cocos-
noten, papaya en hoe die vruchten nog
meer heten. Ik viel 7 kilo af en heb
geen seconde honger gehad. Dorst
eigenlijk ook niet.
Ik heb gelopen en geluierd, heel veel
gezien, geschaakt en gezwommen en
de verwondering kwam pas veel later.
Veel Sumatranen hadden ronduit de
pest aan Hollanders, die dieven en
plunderaars, maar waren te vriendelijk
en te gastvrij om dat lang vol te
houden. Ze lieten liever merken dat ze
niet rancuneus zijn en dat de Hollandse
tijd toch ook z'n goede kanten had -
tempo doeloe, de goede oude tijd en
kom, eet een hapje mee.
Eten in een restaurant, hoe klein ook,
is een belevenis: een groot aantal
schalen wordt in een hoog tempo
geserveerd en betaald wordt alleen
wat is opgegeten. De rest wordt weer
Hebt u dorst? Wacht dan even, dan slaan
we een kokosnoot open.
meegenomen en aangevuld voor de
volgende gast.
Iedere Indonesiër is verzot op cadeau
tjes, die zonder problemen onmiddellijk
worden geaccepteerd, ook al zijn het
uw oude schoenen, die vermoedelijk
beter zijn dan hun nieuwe - als ze die al
hebben. Ik had twintig wegwerpaan
stekers bij me, de volgende keer neem
ik er honderd mee. Maar die klamboe
hoeft niet meer en ik neem ook geen
schoon laken mee en geen slof shag
en die hele reis-apotheek was ook al
flauwekul. Hoeweldie twee pillen
paracetamol deden wonderen bij de
kerel die doodziek werd aangesleept.
Want een blanke is toch ook een
beetje dokter en als toewan éven wil
kijkenEn de zieke knapte op waar
ik bijstond.
Ja, ik moet terug. Kijken naar de
sterren en overvliegende kalongs;
kijken naar vuurvliegjes en al die rare
dingetjes eten waarvan ik niet wil
weten waar ze vandaan komen, want
ik heb een vaag vermoeden. Trouwens,
wat is ertegen goed gebakken darmen
met van die lekkere kruiden? en ik wil
weer apen zien, die door de bossen
spelen en struikelen over lianen en
achterop de brommer het land zien.
Elke avond hield ik een dagboek bij en
ergens staat de zin: "Maak geen plan
nen, elke volgende dag heeft zo z'n
verrassingen". Ik ben het zelden met
mezelf eens. Maar dat klopte, die zin.
FRITS BROMBERG
21