EEN BEZOEK AAN DE KRATON SURAKARTA 18 Linkerfoto: rechts Gusti Raden Mas Soeryo Bandono (enige tijd geleden verheven tot Pangeran Puger). zoon van de Soesoehoenan, die belast is met het toezicht op de wederopbouw, links de heer Woto. Rechterfoto: Werkzaamheden bij de wederopbouw. De werkers dragen speciale kleding, in overeenstemming met de kraton-tradities (geel-rode sjerp en hoofdbedekking). (Foto's: N. J. Schouten) man mijn naam door naar een veilig heidspost via een mobilofoon. Hij vroeg mij of hij mijn kaartje mocht hebben, ledereen die iets betekent in Indonesië heeft tenslotte een kaartje. Ik heb het nog niet verder gebracht dan een eenvoudige sticker. Deze gaf ik aan hem, hij maakte zich bekend en vertelde dat hij Gusti Raden Mas Soeryo Bandono, een zoon van de Soesoehoenan, was. Hij was het evenbeeld van zijn vader, alleen hij mist nog de afstand nemende ge amuseerde trek om zijn mond, die ik ken van de foto's van zijn vader. De Gusti Raden Mas vertelde, dat ze grote problemen hadden bij de bouw, omdat er geen tekeningen zijn, omdat er geen ontwerpen zijn. Alles is ver woest, ook het archief is verbrand. Ze hebben geen foto's, ze hebben geen films meer van plechtigheden, die aan het hof hebben plaats gevonden. "Mijn leven lang heb ik hier gewoond, ik weet dat er onder dat dak ornamenten waren, maar ik kan ze niet reprodu ceren. "De melancholieke blik werd (lees verder volgende pagina) Een hevige brand verwoestte in de nacht van 31 januari op 1 februari 1985 de belangrijkste gebouwen van de Kraton Surakarta Hadiningrat. Nadat het nieuws van de ramp bekend was geworden, kwamen ook in Nederland initiatieven op gang, om een steentje bij te dragen aan het herstel van dit zo belangrijke Javaanse cultuur-historische monument. Tijdens de Pasar Malam in Den Haag werd ik in de stand van het restauratiefonds Kraton Surakarta getroffen door de foto's en de reportage over de eerste steenlegging van de herbouw op 17 augustus 1985. Ik beloofde toen, te proberen foto's te zullen maken van de wederopbouw, als ik tijdens mijn vakantiereis naar Indonesië, ook Solo zou bezoeken. Foto's links en rechts: de nieuw gestorte fundamenten. Op de rechterfoto is de toren van Njai Loro Kidul te zien (die bij de brand behouden bleef), op de voorgrond de ijzeren pilaren uit de oude kraton, die ook bij de wederopbouw weer dienst zullen doen. (Foto's: N. J. Schouten) ging. Hij kwam terug met een jonge man. Deze luisterde aandachtig naar mijn verhaal, wat ik inmiddels steeds beter afstak en sprak tenslotte: "Bolèh" en hield de grote deur voor ons open. Hij begeleidde ons door enke le voorgebouwen en binnenplaatsen en zo kwamen wij bij een troosteloze open plek waar alleen maar één vloer gestort was. Metalen palen lagen klaar op de plaatsen, waar zij opgericht zou den worden. Elders waren betonvlech- ters bezig. Terwijl ik foto's maakte gaf de jonge- Nadat we het museum, dat bij de Kraton hoort hadden bekeken vertelde ik aan onze reisleider de heer Woto dat ik graag foto's zou willen maken van de wederopbouw. We begaven ons naarde hoofdingang, 'n houten poortgebouw in zacht blauwe kleuren geschilderd. Nadat wij de re den van ons bezoek hadden verteld aan respectievelijk één militair met zwaard, drie gewapende militairen één kapitein en één burger functiona ris werden wij geweigerd. In mijn beste Bahasa drong ik nog eens aan, waarop de functionaris naar binnen

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 18