WERKEN EN VERWERKEN
De Dechargeurs
Bij U thuis:
Op 2 mei 1957 debarkeerden mijn ouders, mijn jongere broer met zijn twee
kinderen en ik in Amsterdam. Met de bus werden de gerepatrieerden verdeeld
over het hele land. Mijn broer en ik kwamen eerst in Arnhem en na een week
werden wij overgeplaatst naar Ommen. In Ommen mochten wij exact 30 dagen
blijven en daarna moesten wij naar Den Haag, waar mijn oudste zuster reeds 10
jaar verbleef.
Tijdens ons verblijf in Ommen werden
wij na de lichamelijke keuring psycho
logisch getest, om te zien voor welk
baantje wij geschikt waren. Tijdens
die test was er een repatriant afwezig;
helemaal spoorloos! Die ene was ik.
Toen al die jongens gezamenlijk naar
de test gingen, stond ik namelijk nog
onder de douche.
Helaas, de test bleek een lachertje te
zijn. De ex PTT-er moest automonteur
worden en de automonteur was uitslui
tend geschikt voor PTT-er! Was ik blij,
dat ikzodoende nergens voorgeschikt
was!
Uiteindelijk vertrokken mijn broer en
ik naar Den Haag. In Den Haag op het
oude Staats Spoor aangekomen, zag
ik op een raam van een stationskan
toortje een poster hangen, waarop een
man op één of andere vierwielige
wagen stond en aan de strepen en
vegen te zien, reed dat wagentje wel
heel hard. Boven deze snelheidsduivel
stonden de woorden: "Dit kunt u hier
worden!" Dus toen ik dat las, zei ik
tegen mijn broer: "Kom, ik ga hiermaar
solliciteren". Mijn broer werd toen wel
een beetje kwaad op mij en hij zei
"hoe kan dat nou, man, je bent nog
niet eens getest". Waarop ik antwoord
de: "Waarom; ik was toch toen in
Malang goed getest en goedgekeurd
voor de Speciale Troepen?"
Ergo, ik drong het kantoortje binnen,
waar een juffrouw aan een bureautje
zat. Stomverbaasd keek zij mij eerst
aan en vroeg toen wat er van mijn
dienst was. Ik antwoordde haar:"lk wil
dat worden" en ik wees naar dat
plaatje met man en wagen er op. Het
weerwoord van de jongedame was,
dat ik dan aan het Hollandse Spoor
moest solliciteren en of ik er niets op
tegen had om fietsen, bagage en andere
goederen te lossen en te laderi. Daar
had ik natuurlijk geen bezaar tegen.
Tenslotte heb ik tijdens de jacht vroe
ger al zoveel zwijnen moeten versjou
wen; die paar fietsen konden er dan
nog wel bij, vond ik.
Bij mijn oudste zuster en zwager aan
gekomen, vertelde ik dat ik naar het
Hollandse Spoor moest. Verbaasd keek
mijn zwager mij aan en vroeg waar ik
dan naar toe wilde. Ik antwoordde
hem, dat ik daar moest solliciteren. Ik
was het namelijk zat van het twee
maanden niets doen. Een maand aan
boord van de Oranje en een maand in
dat opvangcentrum. Mijn zwager stelde
voor om die middag met de fiets door
Den Haag te gaan en via het Hollandse
Spoor naar Scheveningen te gaan.
Onderweg vroeg mijn zwager waarom
ik zo langzaam fietste. Ik antwoordde
"Ik weet het niet, maar ik verwacht
achter iedere hoek van de straat een
pelopor!" Lachend zei mijn zwager
toen, dat het normaal was, daar hijzelf
bij aankomst in Nederland ook klaar
voor de aanval stond wanneer hij een
straathoek moest passeren. Het is
vreemd, maar dat gevoel van angst of
overvoorzichtigheid kreeg ik pas in
Holland en had er nog verscheidene
jaren last van. Want toen ik reeds in
dienst van de spoorwegen was, reed ik
van de overweg, die toen, 30 jaar
terug, nog met de hand bediend werd,
naar huis. Het was vrij mistig, toen zag
ik in een flits een pelopor in gebukte
houding klaar staan om mij neer te
schieten. Zonder aanloop of wat dan
ook sprong ik met een tijgersprong
van mijn fiets op die guerrillapersoon...
met een klap lag ik in de ijskoude
modder. Het bleek een ovaalvormige
rioolbuis te zijn die mij zo dreigend
aanstaarde. Op dat moment was ik al
mijn gevoel voor humor verloren.
Thuisgekomen gaf mijn pensionhouder
heel meewarig mij de raad, met zulk
mistig weer voorzichtig te fietsen, daar
sommige plekken op straat dan enorm
glad kunnen zijn en een paar huizen
verder kan ik dan een heel goede
wasserij vinden.
Ik zit nu al 30 jaar bij de Nederlandse
Spoorwegen. Heb dat bewuste wagen
tje nooit bereden, daar het op het
Hollandse Spoor niet in gebruik was.
Volgend jaar hoop ik met de VUT te
gaan na 31 dienstjaren, die ik met het
grootste plezier verricht heb. Niet al
leen met plezier, maar ook met trots.
Tenslotte hoor ik tot de "ouwe hap".
Dit was dan het relaas van mijn eerste,
tevens enige sollicitatie in Holland.
D.J. HENDRIK
a) Bahasa Indonesia, individueel
of in groepsverband
door H. W. Tjiook
b) Chinese acupressuur
(massage), theorie en praktijk
door Loong-Loong
c) Chinese goochelaar voor
feestjes door Long-Long
Voor afspraak vóór 10.00 en na
20.00 uur: tel. 02507 - 1 99 48.
Januari '55, het was onze eerste winter. We zaten net 3
maanden in Nederland, toen ik door het Arbeidsbureau naar
de Rijksverzekeringsbank (nu Sociale Verzekeringsbank)
aan de Amsterdamse Apollolaan werd gestuurd. Door de
portier werd ik verwezen naar de 6e verdieping, waar ik
door de chef, de heer C., werd ontvangen. Zijn eerste vraag
aan mij was: "Heeft u verstand van bankzaken? Neen? 0,
maar dat zult u gauw genoeg leren, voorlopig komt u op de
afdeling "Decharge". Dat woord kwam destijds bij mij over
als een soort legerterm: Chargeren en dechargeren. Enfin,
het kwam erop neer, dat een paar miljoen dossiers uit het
archief werden gehaald, op bepaalde dingen werden
gecontroleerd (een voorbereiding op de A.O.W.), waarna ze
op onze afdeling ter "decharge" werden aangeboden,
hetgeen inhield, dat wij ze op een expeditie-lijst inschreven,
dan met snelbinders in pakken bundelden en ze dan
overdroegen aan een archiefbediende, die ze dan weer
terugbracht naar het archief.
Trots vertelde onze sous-chef, dat hun huidige produktie
zo n 400 dossiers per dag bedroeg, daar moesten wij een
voorbeeld aan nemen! "Nou, zei een Indo (inmiddels
bestond zo n 50% van onze afdeling uit Indische gerepa
trieerden), wat die blanda's kunnen, moeten wij ook
kunnen, zo niet beter!" Prompt schoot de "produktie"
omhoog: 600, 800, 1200, uiteindelijk werden het zo'n
1 500 dossiers per dag. Op dat moment werden enkelen van
ons geroepen door oudere werknemers. Weten jullie wel
wat jullie aan het doen zijn, op deze manier nemen jullie
ons het brood uit de mond, 400 dossiers doen we normaal
en de rest is eventueel overwerk, dat is ons "kolengeld", die
zorg kennen jullie nog niet in jullie contract-pensions.
Uiteraard zakte de produktie na dit gesprek weer terug tot
"normale" proporties, dat was dan onze eerste les in
Hollandse huishoudeconomie. Voor vele gerepatrieerden
was de RVB/SVB slechts een eerste stap op de maatschap
pelijke ladder in Nederland. Ondanks de veel strakkere
regels van destijds, één minuut te laat komen betekende 5
minuten (straf)overwerk, hebben we toch veel gelachen en
plezier gehad en kan ik nog met veel plezier terugdenken
aan die eerste jaren in Nederland, Amsterdam was toen ook
nog echt een geinige stad. De tropen bleven echter lokken,
na ruim 2 jaar Amsterdam vertrokken we naar het toenmalige
Ned. Nieuw-Guinea, totdat het ook daar weer voor ons
voorbij was. We zitten inmiddels alweer bijna 25 jaar in
Nederland, zijn binnenkort VUT-rijp en zien dan wel weer.
R.S.
10