SAWAH LOENTO
17
Deze foto laat alle leerlingen zien van de Openbare Lagere School in Sawah Loento in het schooljaar 1931-1932. De
inzendster herinnert zich nog de volgende namen:
meisjes Van Don, Van Ommen, De Vries, Laumen, Gerda van Brakel, Annie Friederick Ward, Schroder, Tina de
Hoog, Weisheyer, Bertie van Leeuwen, Van Daim.
De leerkrachten Crijns, Wildeman, Scharff en Nierop.
Reacties op deze foto ziet de inzendster, Mw. Willy Mossel-Pieters, met spanning tegemoet. Haar adres is: Pr.
Margrietstraat 30, 3372 EP Hardinxveld-Giessendam, tel. 01846- 1 31 61.
een Indonesiër?"
"Nee, ik ben een Indische Nederlander
van Duitse en Indonesische komaf!"
"Dus je bent eigenlijk geen Nederlan
der?"
"Jawel, volgens de wet van 1892".
"Hoe was het daar in Indonesië, zeker
erg warm hè?" "En waar heb je Neder
lands geleerd?" "En waar heb je dit
monteursvak geleerd?" "En de koffie is
daar zeker niet op de bon hè, want daar
groeit toch de koffie, dat heb ik ten
minste ergens gelezen, over koelies
en koffie plantages en zo. Koelies, dat
waren toch werkslaven?"
"Ja en Nee, overal op de wereld heb je
koelies; oftewel arbeiders en sjouwers
of witkielen, zoals in de havens, die de
schepen lossen en die op de plantage
werken, heten eigenlijk plantage-ar
beiders of de algemene naam koelie,
die van de Chinese arbeiders, die
koelies werden genoemd, was overge
nomen".
"En een djoeroekoelie, dat is een
schipper, nietwaar?""Jij kent toch
ook Maleis en dat is toch ook een
Maleis woord? Iemand die daar was
geweest, zei dat toen tegen me. Het
was een scheldwoord, zei hij".
"Nooit van gehoord", zei ik. "Wel
djoeragan is kapitein en djoeroemoe-
di is een stuurman".
"En Indonesië is erg groot hè? Daar
wonen wel 100 miljoen mensen, niet
waar?" "En waar leven al die mensen
in godsnaam van?" vroeg een bezorg
de schippersvrouw.
"En eten die allemaal rijst? Jij zeker
ook hè? Wij hebben een keer bij de
Chinees gegeten", ging ze verder.
"Nou ik vond jullie rijsttafel heerlijk,
maar die sambal van julliede
vlammen sloegen me uit de mond!"
"Ja maar bij een rijsttafel hoort ook
een glas water, of nog heerlijker, een
glas bier".
"Nee", zei de schippersvrouw. "Wij
kregen wel een flauw en raar smakende,
warme glas thee of zoiets, erbij".
En ik betoogde, dat datjuist heel goed
was geweest om de vlammen te doven.
"Dat was zeker Chinese, oftewel Bloe
sem-thee, dat de Chinees zijn gasten
heeft aangeboden, een oosterse ge
woonte, waarbij U (ook dat waren wij
Indischen toen nog niet verleerd, deze
beleefde aanspreekvorm t.o. vreem
den), bij elke slok, luid moest gaan
slurpen, om de gastheer een plezier te
doen en daardoor te uiten dat u sma
kelijk en lekker heeft gegeten".
"Wat een rare Chinezen toch!" vonden
ze.
"En hoe groot is Indonesië?" wilden zij
graag weten.
"Van Sabang tot Merauke", antwoord
de ik.
"Wat zijn dat voor namen?"
"Plaatsnamen", antwoordde ik weer.
"Sabang in het uiterste Westen en
Merauke in het uiterste Oosten van de
Indonesische archipel. Nee, geen Ant
arctica!"
(lees verder volgende pagina)