Het uitgaansleven in Solo NINI TOWOK -- 12 Vooraar» op de grond rechts Mr. Frits Heyligers, de maker van de Solo-revue. Achter hem de hoofdrolspeelster Henny van Rekum en pal achter haar Mr. Justus de Vries, die de rol van haar echtgenoot vertolkte. Naast hem in Tirolerkostuum Mr. van der Goot, hoofd van de Belastingdienst in Solo. Dit waren de belangrijkste spelers uit de revue. Toen mijn vader weer eens werd overgeplaatst kwamen mijn zuster en ik in de kost bij mijn grootvader en tantes in Solo. Mijn grootvader had een boekhandel-drukkerij en gaf het dagblad "De Nieuwe Vorstenlanden" uit. Wanneer er een Operagezelschap een tournee door Java maakte, was hij degene die er voor zorgde dat het gezelschap ook in Solo voorstellingen gaf. Hij stelde zich altijd garant, gesteund door andere operaliefhebbers. Ik zal een jaar of 1 5 geweest zijn toen ik de eerste opera hoorde (mij werd gezegd, dat men een opera hoort en niet ziet. Zodoende.) Solo had ook een Kunstkring. Dank zij deze Kunstkring kwamen vrijwel alle bekende artisten, musici en toneel gezelschappen in Solo. Ik denk aan Cor Ruys, Jan Mus, Elly van Stekelenburg en Jan Mulder; solisten als Andres Segovia, Gerard Hekkink, Hubermann, de danseres Gertrud Leistikov, het gezelschap van Anna Pavlova. Solo had ook een toneelclub, zelfs twee: de onderwijzersvereniging en de vereniging Utile Dulci. Ik heb een paar keer meegedaan in de onderwijzers-vereniging. Hoewel ik er geen lid van was vroeg men mij toch om mee te spelen. Toen het blijspel Tante Jutta uit Calcutta" gebracht zou worden, werd de hoofdrolspeelster plotseling ziek en kwam men mij vragen die rol over te nemen. Met veel plezier heb ik dat gedaan. Twee keer in het jaar "zag Solo ze rennen". De races. Een belangrijke gebeurtenis. Dan was het echt poekoel teroes van vrijdagavond tot en met zondagavond. De maandagmorgen daarop kwam je verpieterd op kantoor. De toneelclub Utile Dulci had bij die gelegenheid eens (1 933) "De solo-revue" gebracht. Ik bezit er nog het tekstboekje van en geef daaruit de tekst van het Solo-liedje èn de groepsfoto. JENNY HEETKAMP-SENSTIUS In Moesson van 1 oktober j.l. vroeg de heer Penningnieuwland nadere ge gevens over het Javaanse volksver maak Nini Towok. Welnu: Ais jongen woonde ik met mijn ouders in Blitar aan de voet van de Kloed. Een mooie streek met vele tjandi's zoals Penataran e.a. Ook de desa's hebben hier mooie namen, zoals Kembang Aroem, Lódojo en vele andere. Nu het volksvermaak Nini Towok, dat naar ik meen in elke streek anders wordt gespeeld. Om te beginnen moet één dag voor het volksvermaak ergens siwoer, d.i. een waterschep van een klapperdop, worden weggehaald. Op deze siwoer wordt met kalk en andere kleurstof een vrouwengezicht geschil derd. Vervolgens wordt deze beschil derde waterschep in een grasmand gestoken. De mand wordt dan in een sarong gewikkeld, veelal één met donkere kleuren. Nini Towok is nu klaar. Dan komen er nog bij een aloe (rijststamper), een spiegel en een sirihstel, compleet met sirihblad, betel en kalk. Deze attributen worden op een matje op de grond gelegd naast Nini Towok. Het spel wordt altijd bij volle maan op een open plek gespeeld door 5 of 7 jonge lieden (geen gehuwden); het aantal vrouwen altijd meer dan man nen; 3 vrouwen met 2 mannen of 4 vrouwen en 3 mannen. Er wordt begonnen met mejan (wie rook) te branden, waarover Nini Towok wordt gehouden en waarbij de spelers op hun hurken zitten onder het zingen van oer-oude liederen in laag Javaans; sommige met melancholieke, andere met vrolijke en weer andere met op zwepende melodieën. Dit duurt een half uur tot een uur en steeds boven de rokende wierookpot. De hele omgeving is dan door wierook-geur bezwangerd. Dan komt Nini Towok; de mand begint zachtjes te bewegen, de bewegingen worden steeds heftiger, alle richtingen uit. De bewegingen worden steeds sterker en sterker, de spelers worden opgebeurd en meegesleurd. Het zingen wordt steeds luider en er begint een wilde dans over het erf. Het publiek rondom, dat steeds mee heeft gezon gen wordt enthousiast en danst en holt mee met Nini Towok. Iemand pakt de aloe op, een ander de spiegel en weer een ander het sirihstel. Nini Towok heeft een hekel aan de aloe, rukt aan de spelers en maakt heftige bewegingen in de richting van de aloe, plotseling wil zij de spiegel hebben en dan gaat het in de richting van de spiegel. Zo gaat het door tot de spelers in trance geraken en ze hou den Nini Towok krampachtig vast, (lees verder volgende pagina)

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 12