IN MEMORIAM door Ralph Boekholt In zijn "Mémoires" typeerde mr. D. U. Stikker, oud- minister van Buitenlandse Zaken en een van de hoofdrolspelers in de Indonesische kwestie. Wester ling als "een romantische onruststoker". Het juiste van deze omschrijving zit hem in het feit dat Stikker hem in gedachten plaatst in de rij van historische figuren, die - al dan niet in dienst van Vorst en Vaderland - op eigen wijze precies deden wat de bedoeling was, al werd die bedoeling dikwijls niet duidelijk en hardop uitgesproken. Het voordeel hier van was dat Vorst en Vaderland hun handen in onschuld konden wassen indien de avonturier ter ver antwoording werd geroepen door hen die zich altijd al gewetensvol veilig wisten in een comfortabele omgeving. WESTERLING Raymond Westerling was een Com mando die tijdens de Tweede Wereld oorlog aktief was geweest in Europa. Direkt na de oorlog ging hij naar Indië, waar een nieuwe strijd ontbrand was. Nu is Westerling dood. Was hij een onruststoker, een avonturier of, zoals sommige bladen nu heel dapper dur ven schrijven, "de bloedhond van Zuid- Celebes" en "een meedogenloze moordenaar"? Niets en niemand heeft hem ooit voor de rechter gesleept om terecht te staan voor wandaden. Durfde men niet, had men geen bewijzen? Dr. De Jong, ja, die noemt Westerling in het te verschijnen deel 12 van zijn werk een oorlogsmisdadiger, maar De Jong baseert zich daarbij op allang bekende stukken en die stukken zijn nooit een basis geweest voor een proces tegen Westerling. Dus niets aan de hand met "De Turk"? Toch wel natuurlijk. Sinds de jaren 50, eerder al, gaan er allerlei verhalen over zijn optreden. Het ergste verhaal deed jarenlang in Indonesië de ronde, waar verteld werd dat Westerling tenminste 40.000 mensen op Zuid-Celebes zou hebben vermoord. De laatste uitkom sten echter luiden dat het er geen 40.000 waren, maar "slechts" 4.000. Voor de anti-Westerlingen nog altijd genoeg om hem uit het verband der omstandigheden van toen te rukken, met als enig doel om hem als stok te gebruiken om de Nederlandse pogin- 22 gen voor gezagsherstel te blijven slaan. Westerling was, is en blijft een begrip. Bandoeng heeft hij in een paar uur schoongeveegd. Europeanen konden die nacht weer rustig en vooral veilig slapen. Had hij het recht om dat te doen, had hij opdracht, was het com plete kolder van hem? Wat doen die vragen ertoe als je lange tijd bedreigd bent geweest en Wester ling daar een einde aan heeft gemaakt, als enige. Je blijft hem dankbaar. En wat alle knappe en minder knappe koppen ook mogen schrijven, toen en daar was Westerling heel concreet Westerling: een man (met nadruk op man) die optrad omdat hij durfde op treden. Optreden deed hij ook op Zuid- Celebes en zoals bekend deed hij dat niet met praten. Hij was een Comman do die rust en orde moest herstellen in een situatie en onder omstandigheden die weinigen zich voor willen en kun nen stellen. Hij heeft zich van zijn opdracht gekweten en sindsdien was hij een wreedaard die onschuldigen heeft vermoord. Dat moet zijn verdere leven aan hem gevreten hebben. Hogerhand trok de handen van hem af en de gewetensvollen wezen met hun vinger, zonder definitief met hem af te kunnen rekenen, omdat zij zeer wel wisten dat de Zuid-Celebes affaire geen ordinaire moordpartij was, maar hard tegen hard, oog om oog, wreed tegen wreed. Degenen die die tijd hebben mee gemaakt weten dat en die weten ook dat de omstandigheden van toen geen ruimte boden voor overleg, discussie, dialoog en het voortdurend raadplegen van regels en voorschriften om te zien of het wel was toegestaan om een kampong te betreden. Een paar keer heb ik Westerling gezien tijdens reünies. Hij was dan altijd omringd door veel mensen en je zag dat hij daarvan genoot. Niet van de aandacht, maar om te midden te zijn van mensen die hem begrepen omdat zij hetzelfde hadden meegemaakt. Niet begrepen worden is erg, vals beschuldigd worden omdat men je niet wil begrijpen is nog erger. Dat kost je je innerlijke rust. Westerling is overleden. Dat hij nu de verdiende rust gevonden mag hebben, zij hem toe gewenst.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 22