Kerstverhaalt j e Eenvoudig h 1 eetpraatje De deur werd geopend, hij stapte naar binnen en voelde meteen de spanning. "Herrie" vroeg hij toen hij zich boog om zijn zus met een kus te begroeten. Iets dat het midden hield tussen licht duwen tegen en schudden aan zijn schouder was haar bevestigend antwoord èn stil verwijt van "waarom heb je dat nu weer direkt gemerkt". Terug kon hij niet meer, maar hij wist dat zijn christmas spirit op de deurmat was achtergebleven. "Dag Jan" zei hij en gaf zijn zwager een hand. "Dag Har, fijn dat je er bent. Een borrel?" Harry weerde met twee handen af. "Straks maar, koffie wil ik wel!" Bea ging al naar de keuken. Sigaretten werden tevoorschijn gehaald en onder het aansteken, dat iets langer duurde dan nodig was, bepaalden beide mannen hun houding. Er stond een boom, er brandden kaarsen, maar er was geen muziek. Met een zekere kracht blies Harry de eerste rook uit. "Shit" dacht hij, want het enige dat hij wilde was gewoon en gezellig Kerst vieren en nu hij wist dat het weer fout zat, kon hij niet meer ontspannen zitten om te laten komen wat de kerstnacht brengen zou. Bea kwam binnen met het kerststukje dat Harry in de gang had laten staan. "Voor mij toch Har" vroeg ze. "Voor jullie" was zijn antwoord en toen hij zichzelf dat hoorde zeggen, verbaasde hij zich dat hij "jullie" had gezegd, maar spijt had hij er niet van. Bea was het ook niet ontgaan en daarom wellicht dat zij de decoratie aan haar man gaf. "Zet jij het ergens mooi neer, ik moet koffie schenken." Misschien was het ook een gebaar van ver zoening. Jan zette het stukje naast zich op een tafeltje waarop alleen een asbak en een leeg sherryglas stonden. "Niet daar dan" zei Bea toen ze met de kopjes binnenkwam. "Hier toch op tafel, dan komt hij mooi uit." Zonder een woord maar wel met een alles zeggende beweging reikte Jan haar het stukje weer aan. De deurbel bracht redding. De andere gasten, ook familie, waren tegelijk aangekomen. Door de plotselinge drukte kregen Bea en Jan gelegenheid om een nieuwe acte te beginnen. Harry echter kon zich nog niet losmaken van de vorige en dat ontlokte aan een van de binnenkomers de vraag of hij al in een plechtige meditatie verzonken was. "Niet origineel maar wel mooi, al zeg ik het zelf' zei Rosie en gaf Jan een kerststukje. "Bedankt" zei hij en met opgetrokken wenkbrauwen, die alleen Harry zag, zette hij het naast zich op het tafeltje. Koeien en kalveren beheersten de eerste gesprekken en toen Bea ook weer binnen zat, zei ze "muziek dan Jan, een mooie kerstplaat". Hij wilde net weer gaan zitten toen ze zei "zachter dan" en weer was het alleen Harry die dat hoorde want de anderen waren druk aan het praten. Jan ging niet meer terug, maar ging zitten en keek zijn vrouw aan. Bea's gezicht vertrok en Harry, die dat zag, wist van vroeger dat zij zich dan niet meer zou beheersen. Hij blies rook uit, ging voorover zitten, tuurde naar de grond en dacht "daar ga je". "Wat ben je toch stil Har, is er wat" klonk de stem van zijn andere zus en iedereen was opeens stil. "Ik luister naar de muziek" zei hij "deze plaat ken ik niet". Een paar uur later, toen Harry als laatste opstapte, trok hij langzaam zijn jas aan. Hij voelde zich erg moe en wat hij uren eerder verwacht en gehoopt had, was niet gekomen. Hij wilde zich omdraaien en iets zeggen, maar hij wist niet wat, wist niet hoe. Hij keek nog eenmaal de kamer in waar de kaarsen van de kerststukjes bijna opgebrand waren. "Ik doe er dadelijk nieuwe kaarsen in" zei Bea. "En ik steek ze aan" voegde ze er bijna verlegen lachend aan toe toen Harry nog niet overtuigd keek. Harry knoopte zijn jas dicht en gaf zijn zwager een hand. Waar Bea en Harry het zojuist over hadden, was Jan ontgaan, maar Bea's arm die hij om zijn middel voelde, deed zijn stem warm klinken toen hij zei "fijn dat je er was Har". RALPH geen hoofd meer om de Verlosser te zien, die uit de hemel afdaalt. En ze zien natuurlijk ook zoveel ellende. Je zou bijna nergens meer in geloven. Midden in de oorlog zei mijn vader eens: ik kan in deze vreselijke wereld geen Kerstmis vieren. Het lijkt wel, of Borobudur me wil zeggen: juist in een wereld, waarin mensen geen gezicht meer hebben om de Verlosser te zien komen, daalt hij af. Juist in die wereld is hij nodig, hard nodig om mensen weer een gezicht te geven. Straks is het kerstnacht. Misschien is het even stil, ergens om U heen. Denk eens aan de kerstnacht op Borobudur. Mis schien ga je je hoofd wel buigen en met de muziek van de hemel meezingen over het licht uit het oosten, dat de scha duwen zal doen verdwijnen. Gezegend kerstfeest, beste mensen. GERRIT WASSING Van nature ben ik een echte lekkerbek en daarmee erfelijk belast. Maar nu de feestdagen aanbreken wil ik wat tegengas geven, daarvandaan dit eenvoudig eetpraatje. In bezettingstijd werd ik een keer door het Groene Kruis uitgezonden om een oud Indisch dametje te veplegen. Elke dag wilde ze alleen een bordje rijst, geurig dampend uit de koekoesan, met een handjevol bawang goreng die zo goerih in klapperolie was gebakken, wat verse sambel oelek met scheutje ketjap-manis erover en lalap erbij. Ze vertelde me dat ze dit altijd het liefst at, ook in betere tijden toen alles nog te krijgen was. Maar weet je dat dit een godenmaaltje is? Als ik soms geen zin heb om voor mezelf een potje te koken doe ik daar ook m'n avondmaal mee. Gordijnen toch maar even dicht, want 't gaat dan met de vingers. Dandang/koekoesan denk ik er bij en de bawang goreng komt van de Indische winkel. Maar lekker! TUN T. is 8 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1987 | | pagina 5