zwer tussen en 20,1 door VICTORIA KAULBACH naar gegevens van Henk van Eek STUURMANSLEERLING "JA, Pa ik wil naar zee!" Onverdroten had de jongen dit doel voor ogen sinds hij op school zat. De aardrijkskundeleraar kon smakelijk vertellen over zijn vele reizen naar de Oosten verder weg over de horizon, waarachter zoveel kleurrijks lag. Hij was een van de mensen, die dit verlangen naar zee aanwakkerden. De jongen smulde van de boeken over de scheepsjongen van Bontekoe en over Paddeltje, boeken van Fabricius en Kievits. Ook een dorpsgenoot die bij de Koninklijke Marine.diende had veel invloed op Henks voornemen naar zee te gaan. Deze Marineman had al meerdere reizen naar Indië gemaakt en kon hierover prachtige verhalen vertellen. Van hem ontving Henk de eerste lessen over zeemanschap; hoe je knopen legt en touw splitst en over het kompas, waarvan hij de streken uit het hoofd moest kennen. Helaas was Henk pas 15 jaar. Hij zat nog op school in een saai Veluws dorp tussen hei en heuvels, ver weg van wateren zee. Hij was nog te jong om iets in die richting te beginnen. Aan alles komt een einde en na schooltijd kwam Henk terecht op de administratie van een fabriek in zijn dorp. Een jongen vol energie en met een ideaal in zijn hart tussen de papieren, waar hij droomde van palmenstranden. Bij het optellen van saaie rekeningen, trachtte hij de ton nages van de schepen te berekenen en de diepgang Dit saaie leven versterkte alleen maar zijn verlangen naar de open ruimte van wind en wolken. Het was een moeilijke tijd in 1929. Zwarte Donderdag had de werkeloosheid zienderogen doen toe nemen en de crisis begon zich al lelijk af tekenen met rijen van stempelaars voor de stempellokalen, dalende prij zen en opgelegde schepen in de havens. Wie kent de macht van een verlangen? Henks vader kwam in contact met een gepensioneerde Marine-officier, die wel eens een praatje met die energieke knul wilde maken. En tot grote vreugde ging Henk op bezoek bij deze voor malige Schout-bij-Nacht, een vreemde titel voor iemand, die waakt over de veiligheid op zee! Deze gesprekken wakkerden uiteraard Henks voornemen aan. Deze Marine-officier had relaties bij de Koninklijke Paketvaart Maat- Ede 1929, de stuurmansleerling thuis bij Pa en Ma, broer zusjes. 10 "Ik zou er boeken vol over kun nen schrijven". Het bekende gezegde wanneer iemand aan het vertellen slaat over zijn ervaringen en belevenissen. Een boek is "Zwervend tussen zee en zon" niet geworden, maar wel een boeiende artikelen-serie, waarin de schrijfster ons wil laten delen in de ervaringen van een jongen die zeeman werd en veel van Indië zag. schappij. Het geluk ligt overal en Henk had het gevonden! Hij had een goede indruk gemaakt op deze Marine-veteraan en met diens medewerking was de KPM bereid om een stuurmans-opleiding voor Henk te bekostigen. Nooit de moed opgeven; crisistijd en toch iemand vinden, die je opleiding wil betalen! Ja, het bestond voor Henk! Wacht even; men betaalt voor alles in het leven. Er moest con tractueel worden vastgelegd, dat Henk zich verbond om vier jaren als stuurman te varen bij de KPM in Indië, na het behalen van zijn diploma van Stuurman Grote Vaart. Er was nog een voorwaarde aan ver bonden: wegens minderjarigheid van Henk was zijn vader verplicht deze verbintenis te bekrachtigen. Voordat dit kon gebeuren moesten ook nog de bezwaren van moeder worden over wonnen. Achteraf was dit begrijpelijk, omdat moeder nu haar 1 6-jarige zoon moest loslaten. Het was een vreugde voor Henk om de wijde wereld in te trekken, maar van gevaren wist hij nog niets Uiteindelijk brak de grote dag aan, dat vader en Henk naar Amsterdam reisden naar het Scheepvaarthuis. Henk snoof de zeelucht in van het IJ, dat lag te blikkeren in de zon. Bij de KPM tekende hij nu de verbintenis, waarmee niet alleen Henk's toekomstige zeemans leven was verzekerd, maar óók - wat zeer belangrijk was in die crisistijd van armoe - een goede baan. De wet schreef voor dat men om het diploma 3e Stuurman Grote Vaart te behalen, eerst minstens een jaar moest hebben gevaren als stuurmansleerling. Na korte tijd gleed de lang verwachte brief van de KPM voor Henk in de bus. Daarin werd hij verwezen naar een kledingmagazijn in Amsterdam om daar een uitgebreide winteruitrusting en een voor hem vreemde en onbe kende tropenuitrusting te halen. Maar het meest belangrijke van die brief was, dat daarin vermeld stond, dat hij als stuurmansleerling was geplaatst op het ss. "Riouw", een groot vracht schip van de "Stoomvaart Maatschappij Nederland", en daarmee zou hij een reis naar Indië maken! Zijn droom werd werkelijkheid. Hij was weliswaar een "baar", die zijn eerste reis zou maken en daarbij nog een "baroe" in Indie, die geen woord Maleis kende, maar zijn ideaal werd verwezenlijkt.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 10