Peroesahaan Pengangkoetan dan Perpindahan* C. P. Burghardt Op zaterdag 29 augustus 1964 overleed te Den Haag Cesar Paul Burghardt, geboren te Makassar op 13 december 1890. Over hem gaat dit artikel. Tijdens de bezettingstijd was hij met zijn korte, stevige gestalte in Bandoeng de spil, waar heel wat aktiviteiten om draaiden. Medio 1942 begon hij aan de Orchideeënlaan, soms geassisteerd door zijn zoon, een verhuiswagen te bouwen. Een provisorische werkbank achter het huis, het allernoodzakelijkste gereedschap en heel wat doorzettingsvermogen resulteerden binnen enkele maanden in een viertal verhuiskarren. Ze waren groter dan de welbekende grobak met een paard ervoor. De grootste was voorzien van een dubbele laadbodem (makkelijk voor tétébengéh, bloempotten en zo) en had een laad vermogen van ongeveer duizend kilo! Zelfs de segmenten en de spaken van de houten wielen had hij eigenhandig gemaakt. Later werd aan deze "vloot" toegevoegd de eveneens zelf gemaakte autokar, een platte wagen op vier wielen met luchtbanden en uitgerust met een echt auto stuur; zelfs de heuse toeter (je weet wel: döt-dölIie-döt-brétl). Aanvankelijk bestemd als lijkwagen werd de autokar allengs meer ingezet voor vervoer van glaswerk, piano's en andere balang-lot-zooi, zoals onze Chinese klanten hun getjatoete- en vaak breekbare waar betitelden. In eerste instantie zette "ouwe heer", zoals hij al spoedig door iedereen werd genoemd, zijn vloot, uitsluitend bemand met Indische jongens van 14 tot 20 jaar (Nederlandse onderwijs instellingen waren intussen door de Jap taboe verklaard!), in voor het ver huizen van hemzelf en zijn wijkgenoten. De Jappen hadden namelijk alle huizen in die wijk gevorderd teneinde daar geïnterneerde vrouwen te huisvesten. Dit vrouwenkamp stond later bekend als het Tjihapitkamp. Maar ook voor de verhuizingen naar het Tjihapitkamp werd graag gebruik ge maakt van de diensten van de "ouwe heer" en zijn jongens. Men had immers toch al niet veel spullen en als er dan van dat restantje ook nog eens tijdens Naar aanleiding van een op 29 augustus 1987 gehouden reünie van de verhuizers van Transport onderneming C. P. Burghardt groeide de sterke behoefte om in een artikel uiting te geven aan het respectvoor Cesar Paul Burghardt. een transport wat verdwijnt, voel je je dubbel genomen. Alleen daarom al werd de voorkeur gegeven aan de dienstverlening door de eigen bangsa. Voor de vele stadgenoten moet dus de PeroesahaanC. P. Burghardt een vertrouwd houvast geweest zijn. En in noodgevallen werd óók "houvast" ge boden. Gratis, voor niets!! V.l.n.r. staand: Edmund Burghardt, Wally Simon, Eugène Hettfleisch, Arie Olschewsky, Wim Pieplenbosch, Jan Dorff (half), Bertus Weber, Eddy Pieplenbosch, Hans Ridder, Boet van Leuven (80 jaar!), Arnold Thieme, Chris Nanning, Arnold Vaerenbergh, Lolo Zwartjes. Zittend v.l.n.r.: Henk Lastdrager, Ronny Johannes, Loet Huster, Paul Lendway, Rudie Pieloor, Nico Pieters, Dolf Simon, Wim Vissenberg, Harry Pieters, Eddy Fuhri, Wim Salomon. C. P. Burghardt met zijn eveneens onver getelijke echtgenote. Wat "ouwe heer" met zijn onderneming voor ons, zijn "trekkers" betekende, beseften wij toen niet of nauwelijks. Achteraf beschouwd zal ons dagelijks werk voor de "autoriteiten" best een reden geweest kunnen zijn om ons niet te beschouwen als een potentieel gevaar voor groot nippon. Behoudens een enkele uitzondering kwamen wij bij razzia's en bij oproepen voor bij voorbeeld het Goenoeng Haloe-projekt dan ook niet in het draaiboek voor. In hoeverre "ouwe heer" ook in die ge vallen extra aktiviteiten ten gunste van ons heeft ontplooid, kunnen we slechts gissen. Blijkbaar had hij toen al de regel "Geen woorden maar daden" tot zijn devies gemaakt. Behalve dit praktische effect zat er dunkt mij ook een psychologische kant aan de zaak. Want stel je toch voor, dat 30 a 40 kerngezonde jonge kerels 3 jaar lang (maar dat wisten we toen nog niet!) zich elke morgen weer afvragen hoe ze de dag moeten door brengen. Geen school, geen opleiding, geen werk. Nu was ervoor deze pubers tenminste de mogelijkheid om dage lijks naar dat éne adres te gaan, leeftijd en lotgenoten te ontmoeten, vrijwillig (zware) arbeid te verrichten en daar ook nog betaling voor te krijgen (in 1942 f 0,60 per dag, in 1945 f 2,50 a f 3,00). Ook na werktijd of op vrije dagen was Huize Burghardt, waar "ouwe vrouw" over vijf dochters, drie zoons en vier kleinkinderen de scepter zwaaide (en reken maar dat iedereen, ook de grootste krachtpatser, een heilig respect voor haar had!), een trefpunt waar je samen een kaartje kon leggen of gitaar spelen, of zomaar omong kosong. Waarom nu na ruim 40 jaar eindelijk deze woorden gewijd aan een man van vele daden? Wel, de voornaamste reden is dat de jongste zoon van "ouwe heer", Edmund Burghardt, begin 1987 (lees verder pagina 16) Peroesahaan verzorgen Pengangkoetan opnemen/trans porteren Perpindahan verhuizen 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 11