Als de Lente komt Moesson Culinair Kennismaken Naar Indonesië op eigen houtje? POIRRIE Wij hebben een oude tuin. Met bomen. Drie! Een eik, een ceder en een pseudo acacia (robinia). Groot! Hoog! 3 Verdiepingen! We kochten de tuin en namen het huis erbij. En de muur, helemaal er om heen. Groot, hoog. Tot het dak van de bijgebouwen. Dus lekker besloten. De wind gebroken, maar de zon ook, door een aaneengesloten rij van hoge huizen. De tuin heeft alles tegen. Ligt op het noorden, hélt naar het noorden, en ligt tegen de dijk die er vroeger liep, de rij huizen in het zuiden. Moesson van 15 april a.s. zal een Moesson Culinair worden. Een smakelijk nummer dus, dat zoals altijd vooral door U zal moeten worden samengesteld. Met veel recepten natuurlijk en allerlei handige keukentips (die u wel weet maar veel anderen nog niet). Verklappen hoe je een Europees gerecht met een toevoeging uit de Indische keuken (nog) lek kerder maakt, kan voor velen het eetgenot misschien verhogen. En wat vindt u van het invriezen van Indisch eten? Met welke gerechten moet je dat beslist niet doen? En dan zijn er nog wat vragen waarvan de antwoorden een idee geven hoe onze keuken huishouding zich heeft aange past aan de mogelijkheden. Gebruikt u uitsluitend/wel eens originele ingrediënten. Of bent u tevreden met de makkelijk te verkrijgen vervangings ingre diënten. Bereidt u bepaalde sterk ruiken de gerechten niet om geen last te krijgen met de buren. Of zijn ze dat gewend? Hoeveel maal in de week eet u géén rijst? Heeft u een "alles-etende man" of een die perse dit en perse dat niet wil eten? Heeft u de gewoonte behouden water te drinken bij de maaltijd Zijn de kinderen makkelijke eters? Ontbijt uw familie? En wat? Behalve brood ook wel pap of cornflakes? U ziet heel wat vragen die voor uw culinair praatje voor Moesson als richtlijn kunnen dienen. U mag ook gewoon een paar goede recepten opschrijven. Tot uiterlijk 31 maart a.s. heeft u de tijd om uw kopij voor "Moes son Culinair" in te zenden. REDACTIE En ondanks deze slechte omstandig heden is het een paradijsje. Voor Pa en mij en de vogels. Wanneer een van de vier kinderen thuiskomt, wordt er ge zeurd dat we kleiner moeten gaan wonen, leder naar zijn eigen aard voert argumenten aan: dat het te duur is (zegt de werkloze), onpraktisch (zegt de meest moderne), trappen heeft (zegt de verlofganger), niet schoon te houden (zegt de meest "geïntegreerde"). Pa en ik zwijgen of zeggen: Ja, maar je kunt de tuin niet meenemen. Dan zwijgen zij weer. Elke ochtend, sinds de Vut, zitten Pa en ik buiten, soms om 6 uur, soms om 9 uur, hangt van het weer af. Met koffie toebroek en de krant. Met de vogels, de straaltjes zon, de nieuwe bloemen, en alles, alles wat in onze tuin woont. We horen er bij, we wonen er ook. Zo kijken we naar de eik, de ceder en de acacia. En naar de acacia van onze buren, aan de andere kant van de muur. Tussen de ceder en hun acacia is een grasveldje. Vroeger, toen we hier kwamen wonen, een mollenveld. Sinds de weilanden achter ons een woonwijk geworden zijn, een bron van voldoening en maaiwerk voor Pa. Dat veldje moet vooral "leeg" blijven van alles, behalve gras en spelende klein zoons. Ik kijk naar de acacia van de buren. Jammer, hij houdt alle zon weg. Hoe komt hij daar? Een vijftiental jaren geleden hadden wij eens twee mon niken te logeren. Een magere, jonge, heel lange met nog een hoge kolbak op (Grieks) aan wie wij refereerden als El ia de profeet, maar die Mamas heet te, was gewend om z'n gebeden bij het aanbreken van de dag op dit veldje te prevelen. Hij stond dan met z'n gezicht naar het Oosten heel intens, heel "apart" en de drie bomen keken toe. Ze waren er bij, ze waren er als het ware bij betrokken. Enige dagen nadat onze logees weer vertrokken waren, keek ik uit het raam van mijn kamer, die aan de tuinzijde van het huis ligt, uit op het gras en waar de monnik had gestaan, stond nu een poedjoek van de acacia boom, wel 40 - 50 cm hoog. Midden op het gras. Ik liep er argwanend omheen, niet begrijpend en dacht aan de fakir die ik in Rangoon een boompje uit een man- gapit zag toveren, na een half uur meditatie. De volgende dag realiseerde ik me: Löh, die boom kan niet daar op het gras blijven staan, want als Pa het ziet, alsof ik weer iets zots had door een boom midden op z'n grasveld te plan ten. Dus m'n golok gepakt waar ik nog altijd veel gebruik van maak (bajem hakken en gras wieden), en de boom uitgraven. De boom d'r uit plus een meters lange wortel naar onze acacia. Tevreden met koffie toebroek kijken naar het netjes aangetrapte en begoten gras terwijl Pa de krant leest en van niets weet. Een jaar of wat later zie ik 's zomers aan de andere kant van de muur een lichte groene tak naar me wuiven. Net als de koningin van Lom- bardije, wuiven van je tralala. Ik pak de ladder, zet hem resoluut tegen de muur. LoerenDaar staat net als een meisje bij verstoppertje spelen een acaciaboom tegen de muur gedrukt; zo van: kan je me lekker niet zien! Niet een meisje van achter een boom, nee, een boom achter een muur. De muur van een, twee verdiepingen hoog en een halve meter dik. De buren waren erg blij met de boom, neen, hij ging niet weg. De nieuwe buren zitten nu onder "hun" boom koffie te drinken. Ik drink in mijn tuin, bij mijn acacia mijn toebroek 's morgens en de boom van de buren zegt "Tjies"! De eik, de ceder en de acacia kijken tevreden in het rond. E. V. BEETS ARNHOLD Als u iemand weet die kennis wil maken met Moesson dan sturen wij hem of haar het gratis Moesson- kennismakingsnummer. Geeft u ons dan de naam en het adres? Ons telefoon nummer is 070 - 54 55 01 Moesson beschikt over complete logeeradressen-lijsten van guest houses, particuliere adressen, etc. Inlichtingen tel. 070 - 54 55 00 Ik heb tegen letje gezegd, dat Coby aan Meity moet vragen of üentje door haar zusje bij Hilda wil informeren of Poppy jou aardig vindt, maar ik heb nog niks gehoord. Sorry deze. 3

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 3