DE EERSTE LANDVOOGD PI ETER BOTH 'TABOE OP BALI" EN ANDERE VERHALEN LAMBERT LAMBERTZ Onder de titel "De eerste Landvoogd" Pieter Both (1568-1615), Gouverneur- Generaal van Nederlands-lndie" (1609-1614)" is bij de Walburg Pers een werk in twee delen verschenen, dat de figuur van de eerste landvoogd van Ned.-lndië tot onderwerp heeft. De biografie, die werd uitgegeven onder auspiciën van de Linschoten- Vereniging, is van de hand van P. J. A. N. Rietbergen. Het eerste deel behandelt de geschie denis van de VOC in het eerste tiental jaren van haar bestaan, de politieke situatie ten tijde van het Twaalfjarig Bestand, de achtergronden van de keuze van Both, de lange reis van Both's vloot naar Bantam en zijn beleid op Java en in de Molukken. Het tweede deel bevat een presentatie van de belangrijkste bronnen die be trekking hebben op het G.G.-schap van Both: het advies van Cornelis Matelief (Rotterdams bewindhebber en vlootvoogd), de instuctie voor Both, de 22 brieven die hij schreef aan de Heren Zeventien en die een goede indruk geven van de omstandigheden waaronder hij zijn ambt moest uit oefenen en een verslag van zijn acties op Java en de Molukken. Op 27 november 1609 besloten de Staten-Generaal van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën op voor stel van de directie van de VOC tot de instelling van het ambt van Gouverneur- Generaal van de Nederlandse bezit tingen in Azië, een verreikend besluit, waarmee de grondslag werd gelegd voor de bestuursorganisatie van het "Met het titelverhaal won de auteur in 1982 de jaarlijkse essay-prijsvraag van het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad. "Taboe op Bali" laat de lezer op meeslepende wijze kennis maken met Indonesië". Het onverstandigste datje als lezer - of resencent - kunt doen is eerst de achterflap lezen van een boek. De informatie die daar gegeven wordt (meestal door de uitgever zelf) is uit sluitend bedoeld de lezer tot onverwijld aanschaffen van het boek te verleiden. Met zo'n 1 5.000 titels per jaar op de markt is zo'n commercieel duwtje hard nodig. Bij mij werkte dat duwtje niet, integen deel. U weet dat alleen al het woord Bali bij mij een kwaadaardige allergie opwekt en ik laat me nooit ergens heensiepen, ook niet vooreen kennis making. Gelukkig gaan negen "andere verhalen" de ervaring op Bali vooraf, waarvan "Tulus, the honest" een com plete novelle bleek te zijn. Het boek doorbladerend werd ik direkt getroffen door een paar simpele omschrijvingen. Ze deden me het boek in een ruk Nederlandse koloniale rijk in de Oost. Tegelijk met het creëeren van het ambt van G.G., werd besloten tot de instelling van de eerste Raad van Indië. De Instructie, die aan Both werd meegegeven, was een politiek-admi- nistratief beleidsinstrument, dat een bestuurlijke organisatie wilde instel len. Dit in tegenstelling tot de instructie voor de admiraals van de uitvarende VOC-vloten sinds 1602, die veelal orders voor de reis en bepalingen voor de handel bevatten. Naast de opdracht tot coördinatie van het bestuur, werd o.a. opgedragen de corruptie onder het VOC-personeel te bestrijden en de positie van de Compagnie op de specerij-eilanden te versterken en zelfs als monopolie veilig te stellen. Tot eerste G.G. werd Pieter Both be noemd, afkomstig uit een aanzienlijke familie uit Amersfoort. Zijn benoeming lag niet voor de hand, daar er in VOC- kringen zeker oudgedienden waren, die over een veel ruimer ervaring be schikten. Both's kennis over Indië strekte zich niet veel verder uit dan de rede van Bantam, waarheen hij in 1599-1601 een reis had gemaakt in dienst van de "Nieuwe Brabantse Compagnie". Zijn keuze, die tot stand kwam onder invloed van het machtige Amsterdam, moet worden toege schreven aan waardering voor zijn degelijke karaktereigenschappen. Op 30 januari 1610 vertrok de vloot van Both uit Texel om na een lange, gevaarvolle reis pas op 19 dec. in Indië aan te komen. Met de geringe midde len, die tot zfjn beschikking stonden. uitlezen. En herlezen en herlezen. Omdat ik na vele jaren en duizenden boeken bijna de hoop was kwijtge raakt dat er nog schrijvers goed over Indonesië konden schrijven. Sublieme vertellingen die - waarom zou ik het niet mogen zeggen - me deden denken aan Tjies en Tjoek. En soms zelfs aan Tjalie's piekerans, hoewel de stijl totaal verschillend is. Bij het herlezen ontdekte ik telkens weer nieuwe nuances, nieuwe karak teristieken, verbaasde ik me telkens weer over het opmerkingsvermogen van Lambertz. Is hij in Indonesië gebo ren? Neen. Heeft hij er zijn halve leven doorgebracht? Neen. Wel jaren ge werkt als ontwikkelingsdeskundige en dat schijnt voor hem een zeer serieuze zaak geweest te zijn. Serieus genoeg om Indonesië (en daardoor óók Indië) en de mensen te gaan begrijpen, aan voelen, doorzien. Lambertz is "insider" geworden, bewust, daardoor kon hij deze verhalen (waar gebeurd) schrijven. Ik zou willen zeggen mocht hij deze verhalen schrijven. Zijn verholen humor, de mildheid van zijn opmerkingen, nooit kritiek zonder toelichting, maar vooral zijn gave om figuren in de omstandigheden, ook de meest absurde, levend en waar te maken, zijn verrukkelijk om te lezen. Het meest indrukwekkende verhaal is heeft de eerste G.G. zijn instructie zo goed mogelijk trachten uit te voeren. Corrupte ambtenaren werden verwij derd en berecht en de Spanjaarden en Portugezen werden als territoriale machthebbers en concurrenten in de Molukken defintief uitgeschakeld. Voor de vestiging van een centraal rendez-vous richtte Both zijn aandacht op Jacatra, waar in 1611 een vestiging werd opgericht. Het is voor de eerste maal in de Nederlandse geschiedschrijving, dat uitgebreid aandacht wordt besteed aan de beweegredenen en de omstan digheden, die leidden tot de instelling van het ambt van G.G. De groeiende belangen van de VOC in Azië nood zaakten tot consolidatie en een meer vaste bestuursstructuur, binnenlands was er kritiek op de VOC, en boven dien moest men rekening houden met de gevolgen, die het naderende Twaalf jarige Bestand voor de VOC zou heb ben, waardoor verdere expansie in de Oost zou worden bemoeilijkt. Van Pieter Both, de in vergelijking met zijn opvolger onbekende eerste G.G., schetst dit werk een positiever beeld dan andere auteurs van hem hebben gegeven. In dec. 1614 vertrok Both uit Bantam, maar hij mocht het vaderland niet meer bereiken. Zijn schip verging met man en muis in de nacht van 5 op 6 maart 1615 in een orkaan bij Mauri tius, waar de Bothsberg en de Boths- vlakte nog aan hem herinneren. CH.M. "De eerste Landvoogd Pieter Both" (twee delen) is te bestellen bij Boek handel Moesson, prijs f 95,-, porto f7-. dat van "Tulus". In 40 pagina's vertelt Lambertz het verhaal van een eenvou dige Javaanse jongen, zoon van een KNIL-militair. De veranderingen in het simpele leven van de familie zijn ingrij pend, niet alleen voor hen voor heel Ned. Indië, nog later voor heel Indone sië. In zo'n kort bestek (waar dr. L. de Jong wat meer papier voor nodig had) duidelijk (en meeslepend) feiten, per sonen, gebeurtenissen neer te zetten, historisch, politiek juist, ik heb het niemand ooit tevoren zien doen. Zo'n schrijver als Lambertz brengt je aan het denken. Wat is zijn geheim, hoe doet hij dat? Ineens wist ik het: er bestaat geen "ik" in zijn verhalen, Lambertz is de toeschouwer die ziet, meevoelt, meedenkt, maar zich buiten de lichtcirkel houdt. Neemt u elk wille keurig stuk moderne literatuur en de ikkerigheid druipt er van af, een triest verschijnsel van een generatie die in het luchtledige van onbenulligheid alleen zichzelf tegenkomt. Lambert Lambertz (pseudoniem voor Mr. Drs, L.J. Giebels, 1935) heeft mensen in Indonesië veel zien mee maken. Hij schreef erover. Een gewel dig goed boek. L. DUCELLE Taboe op Bali en andere verhalen over Indonesië. Door Lambert Lambertz. Uitg. de Geus. Prijs f 24,50, porto f 4,50 15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 15