Kwee Klepon en alles erop
BADJAK, EEN ZEEROVERS LEGENDE
TOKO FENNIS
TOKO MAGELANG
TOKO MAMPIR
De Rijsttafelspeciaalzaak
Tel.: 01184-1 36 61.
12
Is dit een culinair verhaal, deze legende van de Badjau's?
Misschien toch wel.
De Badjau's, Badoejs, Badjaks, bij vele namen worden ze
genoemd waren eens een gelukkig vreedzaam volk ergens
aan de kust van Djohore, levend van visvangst en klapper
teelt en wat het land hen verder bood. Hun stamhoofd
koning had veel kinderen. Het meest geliefd was wel zijn
tienjarig dochtertje, dat vrolijk opgroeide, spelend met de
visserskinderen. Zij bezat een kleine kano, waarmee zij zeer
handig wist om te gaan.
Eens terwijl de koning afwezig was, stak er een zware storm
op en vluchtte iedereen in de twee schuilhutten. Het
prinsesje was er niet bij, maar niemand maakte zich
ongerust, daar iedereen dacht dat ze wel in de andere hut
zou zijn. Pas toen de storm ging liggen en allen weer
tevoorschijn kwamen werd ze gemist. Men zocht haaraan 't
strand en in 't bos. Zij was er niet en toen ook de kleine kano
bleek te ontbreken, begreep men wel wat er gebeurd was.
De koning, teruggekomen, overmand door schrik en verdriet,
sprak in zijn woede een vreselijk vonnis uit. Hij gebood
allen die erbij geweest waren en het ongeluk van zijn kind
niet voorkomen hadden, de zee op te gaan om haar te
zoeken en niet terug te komen zonder haar. Men begreep
wel dat dit neer kwam op een eeuwige verbanning.
Zo begon men dan aan de voorbereidingen voor een lange
reis. De mannen bouwden schepen, vlochten touwen.
maakten zeilen. De vrouwen legden voorraden proviand
aan, grote aantallen klappers, vers water in potten, vis kon
men onderweg wel vangen. Om die smakelijk te kunnen
maken werden er veel spijzen gekookt, geurig en vooral
goed houdbaar, want hoe lang zou de reis wel duren?
Ze vertrokken in oostelijke richting, langs Borneo. Hier en
daar vestigden zich enkelen aan een eenzame kust. De
grote groep kwam na een lange zwerftocht terecht op de
westkust van Celebes, waar zij zich een wankel bestaan
opbouwde temidden van vreemde en vaak vijandige volken.
Moedige zeevaarders waren zij intussen geworden en door
de nood gedreven vervielen zij wel tot zeeroverij. Zozeer
dat de naam Badjak tenslotte gelijkstond met het woord
"zeerover".
Hun afstammelingen leven daar nog. Zijn zij nog zeerovers?
Het zal wel niet. Zij zullen wel weer leven van visvangst en
klapperteelt en wat het land hen verder biedt.
Die ene spijs, de geurige, lang houdbare is bekend
geworden door de hele archipel. Altijd als ik sambal badjak
eet, moet ik aan dit verhaal denken.
L. 't H.
Laatst was ik in Den Haag om wat
vervelende zaken te regelen. Het was
guur weer en ik voelde me heel down,
dus ik liet me dadelijk verleiden door
de vertrouwde geurtjes die uit het
Indische afhaalrestaurant kwamen.
Het eerste waar mijn oog op viel was
de vitrine met snoeperijen. Daar lag,
lichtgroen lonkend, mijn lievelings-
snoep: kwee klepon. Ik bestelde, direkt
gulzig, twee aluminiumschaaltjes vol
van dat lekkers, betaalde en liep naar
het perron vanwaar mijn bus vertrok.
Daar aangekomen ging ik zitten en
haalde één van de twee schaaltjes uit
de papieren zak. De nattigheid en de
somberheid van mijn missie verdwenen
naar de achtergrond toen ik de eerste
kwee klepon in mijn mond stak. Ach,
natuurlijk had ik gewaarschuwd moe
ten zijn door de vorm van die kwee
klepon: groene wormpjes die er meer
uitzagen als mislukte macaroni dan als
de balletjes van vroeger.
Natüürlijk had ik gewaarschuwd moe
ten zijn door dat piepkleine zakje met
wat bruins erin, dat op het groen lag, of
zelfs door de door Lilian Ducelle voor
eeuwig belachelijk gemaakte "open"
lemper, die in dezelfde winkel hadden
gelegen. Ik had echter niets in de
gaten en mijn gezichtsuitdrukking zal
wel apart geweest zijn toen zelfs na
drie, vier keer bijten niet de goela-
djawastroop mijn mond in liep, mo
ment suprème van het kwee-klepon
eten.
Pas nu ging ik mijn aankoop betei
bestuderen: kwee als een soort dikke
pieren in mootjes gehakt, nog wel
bedekt met geraspte klapper, met daar
bovenop een minuscuul klein plastic
zakje met bruine goela djawastroop,
stevig dichtgemaakt met twee knopen.
Hoe vind je het uit! Maarhoe eet je
het op? Bijt je een puntje uit het zakje
en druip je vervolgens de stroop over
de kwee? En hoe eet je het dan verder,
met een lepel? Maar een lepel was er
niet bijgeleverd, een servetje ook niet,
trouwens. Zie je wel, mijn vader zei
altijd al: een dame mag niet op straat
eten. Na lang beraad stopte ik wat
groene wormen in mijn mond, beet
behoedzaam een hoekje uit het plastic
zakje en nam een klein slokje stroop.
Ik heb nergens ter wereld mijn geld
voor een Indisch hapje slechter besteed
dan die middag; het was niet te eten.
Een paar totoks bekeken mijn gehan
nes en geklieder met de kleverige
stroop peinzend: totoks die niet meer
op of om kijken als Surinamers hun
(nog) authentieke roties opkauwen in
bus of trein.
Kwee klepon, het snoepje dat is als
het leven zelf: even doorbijten en
zoete stroop zal je beloning zijn, kan je
dat niet meer kopen? Omdat het te
moeilijk is om goed te maken? Of
omdat niet-lndische mensen nu precies
weten wat er in zit? Zonder dat ze ooit
de essentie van het snoepje kunnen
ervaren, het moeten eten als een kled
derig papje? Ah, het was koud daar op
het Haagse station en mijn jeugd was
voorgoed voorbij!
JEANETTE VAN DER MEIJ
Eerlijk gezegd vind ik dit (ondanks
alles kostelijke) verhaal over de kwee
klepon nog verschrikkelijker dan die
van de "open" lemper. Gelukkig, ge
lukkig zijn er nog vele winkels die
goede lemper, goede klepon en andere
Indische koekjes verkopen. Als wij,
die het beter moeten weten, maar
hardnekkig die troep niet kopen dan
verdwijnt het luie zweet van die
knoeiers wel! - L.D.
Lindenhorst 4
6714 JW EDE
Uw specialist voor catering,
Indonesische buffetten etc.
Aan huis, bedrijf of instelling.
Voor informatie: 08380-34137.
Asselsestraat 118
7311 ES APELDOORN
Party-service en Reunie-verzor-
ging met of zonder muziek, dan
naarToko Magelang - Apeldoorn.
Tel.: 055-21 76 40.
Hobeinstraat 35
4381 PB VLISSINGEN