Toko Sunda Kelapa Scherpe luchtjesniet erg maar dan in de buitenlucht EEN HEEL OUD RECEPT Gezondheids-) Bitter, voor Indië In een straat (waarvan geen sterveling de naam langer dan een minuut kan onthouden) ergens in Den Haag, woont een zekere familie Portier. Nu hebben we met dat zekere" de keus uit honderden loten van de Portier-stam, want de Indische naam Portier is wat in Nederland Smit, Jansen en Meyer zijn. Maar we zijn op zoek gegaan naar deze speciale mevrouw Portier-Schnepf. gescheiden van het huis, is een stevige tafel getimmerd waarop haar kookplaten staan. Een miniatuurkeukentje buiten. In de schuur heeft ze alles bij de hand wat ze niet in de keuken in huis nodig heeft. "Hier heb ik geen last van de luchtjes, niemand trouwens. De buren zitten toch Een kraakproper huisje, licht, smaakvol ingericht. Een grote bos witte fresia's verspreidt een heerlijke geur, ongehin derd door andere (Indische) geurtjes. Dat is een wonderals de keuken aan de huis kamer grenst en de gastvrouw, direkt na de kennismaking een grote schaal vers gebakken risolles en loempia's voor ons neerzet! Om de oplossing van dat wonder te weten te komen zijn we nu daar. Johanna Por tier-Schnepf is een geweldige kookster hebben we van diverse kanten gehoord. Ze komt uit Midden-Java en die meisjes daar, die hebben "het" in de vingers. Dat is dus niet bijzonder. Maar wat deze mevrouw Portier doet, doet geen enkele vrouw in Nederland: ze kookt buitenshuis. Heeft u ooit gehoord van iemand die vier seizoenen, het ene al kouder dan het andere, uit eigen vrije wil, buiten gaat koken? Dan moet u kennismaken met Johanna Portier! Kittig vrouwtje, je geeft haar met gemak 15 jaar jonger dan 76. Zou het door de buitenlucht komen? "Waarom in vredesnaam buiten? Hoe bent u daartoe gekomen?" "Nou moet u me niet uitlachen als ik het u vertel, maar ik kan niet tegen die etensluchtjes in de keuken. Alles is meestal dicht, ook al zet je een keuken raam open, ze waaien toch naar binnen en je hele huis ruikt naar wat je gekookt hebt. We hebben zoveel meubels, zoveel stoffering, die scherpe, meestal vettige geurtjes dringen overal in, ze blijven hangen, je krijgt ze er moeilijk uit. Nu vind ik niet dat Indisch eten stinkt, peteh, trassi, zalig in het eten. Maar ik vind het wel vervelend ruiken in je kleren, de gor dijnen, de kleden. Dus ben ik maar buiten gaan koken. In Indonesië kookten we toch ook meestal buiten? Op de overloop, de emperan? De keukens waren ook niet vlak bij de huiskamer, meestal in de bijgebouwen. Maar hier.... neen hoor, ik heb een goede oplossing gevonden!" Simple comme bonjour. Tegen de schuur aan - door een keurig betegeld plaatsje binnen en bovendien waait de wind alles meteen weg. Niets wordt vet, ik hoef minder te poetsen en te boenen!" "Maar u sterft wel van de kou in de herfst en de winter?" "Weineen, dan doe ik een schort met mouwen aan of een regenjas. Ik kan erg goed tegen de kou, heb het altijd warm. Als je voor het vuur staat heb je het toch altijd warm?" De voorbereidingen snijden, malen, wrij ven doet ze wel in de huis-keuken. Die is zo oogverblindend schoon, dat de her innering aan mijn eigen kookbedoening me met schaamte vervult. Toch zie ik mij niet buiten koken, voor geen goud! Zelfs niet op een balkon als ik dat had. Maar voor u misschien een idee? Verder praten we over koken, over nasi goedek en rawon, over petjel en petis, over kwee lapis en mangkok. Eten ze elke dag rijst? Weineen, om de week kentang. En spruitjes en bloemkool wor den óók buiten gekookt! Mijnheer Portier is 80, doet het een beetje rustiger aan voor zijn bloeddruk en zijn ogen, maar overigens ziet hij eruit als een reclamespotje voor Indisch wel varen. Gepensioneerd arts, vroeger bij de gemeente Soerabaja, later militair arts, in Nederland bij de Keurings Dienst van Defensie. Tot '60 woonden ze in Driebergen, nu alweer 28 jaar in het Haag je. Autorijden doet mevrouw, op haar 70ste haalde ze haar rijbewijs. Vier kinderen, waarvan één zoon inwoont. Die ken ik toevallig. Hij heeft de aanstekelijkste, schaterendste lach van Den Haag. Sinds ik met zijn ouders heb kennisgemaakt, met haar risolles, oblok-oblok en ajam opor begrijp ik waarom. L.D. Hoezo, koud Dit recept staat in een van de oudste drukken van het Groot Indisch Kookboek van mevr. Catenius van de Meyden (1912). Dit kookboek heeft vele herdrukken en vernieu wingen beleefd en is voor velen naast het kookboek van Keyner nog altijd een naslagwerk voor de Indische Kookkunst. Bij dit recept vraag je je af wie het uitgevonden heeft. En wie het ooit heeft uitgeprobeerd. Mocht u het uit nieuwsgierigheid willen doen, ik geloof dat 2l/2 cent roode rijst staat voor 1 vingerkom oftewel 1 koffie kop. Een flesch cognac, 100 kruidnagels, 1 geraspte notemuskaat, 2 stokjes kaneel, 50 stukjes kardemon, een stukje gambir, y2 theelepel chinine- poeder, voor 2V2 cent gestampte roode rijst. Bereiding van het elixer: Al de bovengenoemde kruiden en verdere ingrediënten laat men ge durende vier dagen, met de cognac, in een goed gesloten flesch trekken. Nu en dan wordt deze in de zon gelegd en omgeschud. Na de vier dagen zeeft men den inhoud en bewaart de bestanddeelen, om er wederom bitter van te trekken. De heer en mevrouw Portier in de "open keuken De Eglantier 1 52 7329 DD APELDOORN Geeft U een feest. Party? Gespecialiseerd in Indonesische keukenspecialiteiten en snacks. Party-service tot 300 personen. Tel. 055-423972. 13

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 13