TOKO SOERABAJA
Lekker eten, een groot geluk
Expositie schilderijen
bij Boekhandel Moesson
BU DE VOORPLAAT (Foto: H. v. Lawick van Pabst)
Aan Indië denken, je je jeugd herinneren betekent automatisch denken aan "eten van
de straat". En via dat eten beland je bij de roedjak, gado-gado, tahoe, bak-so, bami
tektok, satéverkoper. Om er dan maar een paar te noemen. U vult de 593 andere
verkopers en verkoopsters wel in, ja? De dranken, de koekjes, de vruchten. Leven
betekent eten en omdat men in Azië het meest op straat leeft, eet men er ook. Ik ben
altijd benieuwd geweest naar een onderzoek Waaruit blijkt dat 80% van de bevolking
sterft door besmetting opgelopen door voedsel van de straat, maar dat rapport ben ik
nog nooit tegengekomen.
Vierambachtstraat 64-66
3023 AR ROTTERDAM
Uw adres voor al uw rijsttafelar
tikelen en Indonesische snacks.
Tel. 010-4 77 04 50.
Als je de tips leest die onwetende toeris
ten krijgen ingeprent dan komt geen
enkele ongehoorzame toerist levend uit
Indonesië terug. Kasian: geen drank met
ijsblokjes buiten het hotel, geen rauwe
groenten en ongeschild fruit (dag djam-
boe aer, dag roedjak), geen ijs van straat
karretjes (dag es kelapa muda, kelapa
kopior, es Sjanghai). Neen, dan maar
frikandellen, kroketten, loempia's "uit de
muur", haring zo van de kar in het vuistje
of andere vreemde, vettige eterijen, waar
van je liever niet naar de bereiding moet
kijken. Mensen durf toch een beetje te
leven en te eten!
"Ik vind dat eten in Indonesië toch niet
meer zo lekker smaakt als vroeger" zei
een oude dame onlangs. "Hoe zou dat
komen?" vroeg ik. Toen gaf ze me een
heel aannemelijke uitleg.
"Men zit daar ook met de tweede of
derde generatie dochters. Het moderne
Indonesische meisje werkt toch ook, ze
heeft dus geen tijd om goed te leren
koken. Heus, ik ken er genoeg die ook
maar wat aanrommelen hoor, net als
onze dochters. Het is wel lekker, maar
echt goed, zoals mijn moeder of hun
moeder bepaalde gerechten maakte,
neen".
Goed over haar woorden nadenkend,
moest ik haar gelijk geven. Ik heb ook
nooit serieus in de keuken gestaan om
van mijn moeder te leren hoe ze die
verrukkelijke rendang of ajam koening
maakte. Als ik van kantoor thuiskwam
vond ik het eten opgediend. De meeste
van ons zijn pas gaan koken toen ze dat
voor man en kinderen moesten doen.
Sommigen hadden aanleg, de goede
hand van een-beetje-van-dit, een-beetje
van-dat, velen hebben dat niet. We kopen
rijen vol kookboeken, oma en ma hadden
alleen Catenius van der Meyden en een
schrift. Dat schrift was wel het Heilige
Kookschrift, daar stond de ware wijsheid
in, in keurig sctföonschrift opgetekend
hoe je ajam pedis, sajoer ketèwèl en
podomoro moest maken.
Erwordt geloof ikooktevéél gekookt. De
oecumene in de keuken. We willen Frans,
Italiaans, Hongaars, Indiaas, Japans,
Chinees, Spaans koken. Is dat een tik
van de Nederlandse vrouw of zijn ze in
andere landen ook zo buitenlands?
Maakt een spaanse huisvrouw ook wel
eens ajam pedis, een japanse goulash
en een engelse ikan ritja? Ik geloof er
geen snars van.
Als ik terug ben in Indonesië en ik zie de
straatverkopers als op de voorplaat, dan
ben ik thuis in mijn eigen keuken, in mijn
eigen smaak-domein. Geen paella en
bouillabaisse, maar nasi petjel en soto
ajam, tahoe tjampoer en laksa. Ik koop
van de straat, ik eet van de straat. Je
moet kunnen aanvoelen waar en hoe. Er
zijn toeristen die uitsluitend brood en
een biefstukje bestellen, "leder zijn
meug, zei de boer en kuste zijn koe", dat
zei mijn vader altijd. Van hem mochten
we alles van de straat eten, van mijn
moeder niet altijd. Dus at ik alles van de
straat. Eens at ik lètterlijk van de straat, ik
raapte een vlokje es pasra op dat naast
het glas gevallen was en propte het in
mijn mond, voordat de baboe haar "djan-
gan, djangan" had uitgesproken. Toen
lag ik twee maanden met typhus op de
dood af. Vijf jaar was ik. Dat is de eerste
en de laatste keer geweest dat ik het "in
de buik" heb gehad. Het eerste vaste
eten dat ik kreeg na die typhus was een
beschuitje "lange vinger". Na 63 jaar
krijg ik nog een misselijk gevoel als ik
hetmaarzie. Maar es gosok en ijsblokjes
van de straat, kubieke meters ervan heb
ik er vorig jaar nog van gegeten!
In dit culinaire nummer wordt over eten
en koken gepraat. We hebben iedereen
laten vertellen wat ze op de tong hadden.
(Jan Weites, jouw verhaal komt nog,
plaats tekort), er zijn recepten geschreven
in alle mogelijke spellingen, hebben we
gewoon laten staan, fronsende wenk
brauwen ten spijt. Is onze smaak veran
derd met onze levensstijl, onze kijk op
bepaalde dingen?
In Indonesië gebeurde dat ook. Som
mige ingrediënten zijn te duur gewor
den, sommige moeilijk te krijgen. De
economie van de straat is de economie
waar het volk van leeft. Nieuwe gerech
ten, drankjes, geen land dat zo inventief
is als Azië. Laten we daarvan leren.
LILIAN DUCELLE
De expositie van schilderijen bij Moes
son, waarbij het in het bijzonder gaat u
de stukken te tonen die wij op de veiling
van Christie konden kopen, is nu aan de
gang. U kunt tot en met 23 april Elands,
Dezentjé's, e.a. Indische schilders be
wonderen. Een groot deel van de aan
gekochte stukken zijn bestemd voor het
Indisch Wetenschappelijk Instituut (IWI),
enkele schilderijen komen in de verkoop.
Het is goed dat het werk van onze
Indische schilders in handen komt van
hen die deze kunst op waarde weten te
schatten.
Nu reeds is gebleken dat de belang
stelling voor de verkoop groot is. Voor
een openbare veiling voelen wij niet
veel, een oplossing lijkt ons een inschrij
ving te openen. Dit gebeurt zo: U krijgt
bij uw bezoek aan de expositie een
formulier waarop de te verkopen stukken
met nummer, naam en bodemprijs zijn
aangeduid. Mocht uw belangstelling uit
gaan naareen van de genoemde schilde
rijen dan vult u op het formulier in welke
prijs - een bedrag hoger dan de bodem
prijs - u ervoor wil/kunt betalen. De
hoogstbiedende komt het schilderij toe.
Het is in wezen een veiling, met dit
verschil dat u niet meteen wordt opge
jaagd en u zich rustig thuis kunt beraden.
Op de laatste dag van de expositie,
zaterdag 23 april, om 16.00 uur worden
de "winnende" kopers bekendgemaakt.
Mochten er meer zelfde biedingen zijn
op een schilderij dan moet er helaas
worden geloot.
Er zullen behalve de Christie schilde
rijen ook nog werk van andere schilders te
zien en te koop zijn, o.a. van H. van
Lawick van Pabst, René Schafer, Yvonne
Noordam Weygers e.a. Wij hopen u te
zien op een geanimeerde, bijzondere
tentoonstelling!
Expositie tot en met 23 april a.s. van
09.30-16.00 u. Prins Mauritslaan 48A,
Den Haag, tel. 070 - 54 34 66.
Gezond en smakelijk gerecht: taugé rebus. Bereiding weet niemand precies. Een
bouillon met laos, taotjo, sereh. Taugé op een warme plaat met een beetje olie opfruiten
met wat prei, seldrie en een stukje ontjom, schep soep erover heen. Sambel van lomok
rawit erbij. (Foto: Mark Boon, 1987)
2