Amerikanen zijn net zo dol
op eten als Indo's
door LIZELOT VAN BALGOOY
Amerikaanse dagbladen en tijdschriften hebben altijd wel een rubriek over eten.
Als er niet in de meest kleurrijke details over bepaalde restaurants wordt
geschreven, dan zijn er pagina's vol recepten. Tientallen mannen en vrouwen
verdienen een goed belegde boterham met reportages over lokale restaurants.
Velen zien er niet tegenop een uur of langer te rijden om een veelgeprezen
restaurant te bezoeken. Vooral de meer geëduceerde Amerikaan is geïnteres
seerd in zg. ethnisch eten, voedsel van andere bevolkingsgroepen. Dat is chique
of avontuurlijk.
Vaak gaat men in een groep naar een
restaurant, zo gezellig, maar iedereen
betaalt bij afspraak voor zichzelf. Ik
was hier nog niet lang toen men mij
voor zo n samen-etentje meenodigde.
M'n Amerikaanse collega glimlachte
veel betekenend naar me en zei: "You
know, we're going Dutch", alsof ze
aannam dat ik wist wat dit betekende.
Ik vroeg niet begrijpend: "Wat is dat,
"going Dutch?" Ze keek me verbaasd
aan (wat hebben we nou, kon ik haar
zien denken). "Nou", zei ze ietwat
verlegen, "Je weet toch wel? ledereen
betaalt voor zichzelf." Ik stond even
verstomd.
Wat?! Zo, "Op z'n Hollands" betekent
in Amerika dus gierig, ieder voor zich.
Je staat er weer mooi op, meis. Ik
grijnsde breed terug. "Oh Ja? Gek, in
Indië na de oorlog noemden we dat
"American-style" weet je." (Ik doelde
op de nieuwigheid toen, dat men soms
gasten vroeg hun eigen drank mee te
brengen.) Op haar beurt keek m'n
collega ontzet. "Really?" lachte ze
zuurzoet. Toen zijn we samen gaan
eten en 't was best gezellig.
Men heeft hier een aardige gewoonte
die men potluck noemt, 't Is waar
schijnlijk een uitvloeisel van traditio
nele zondagse bijeenkomsten waarbij
elk gezin een schotel meebracht en
alles bij elkaargezet werd om te delen.
In die tijd, in vele streken tot zeker de
2de Wereldoorlog, was 't nog de ge
woonte de hele zondag in de kerk door
te brengen. Men woonde vaak ver uit
elkaar. Men kon niet even naar huis
teruggaan om te eten. Dus bracht ieder
gezin de lunch mee. (Dit noen-maal
wordt vaak dinner genoemd, en dan
wordt het avondmaal met supper aan
geduid).
Een vriend van onze zoon, een jonge
Amerikaan wiens ouders voor de 2de
Wereldoorlog van Holland naar
Michigan emigreerden, vertelde me
dat hij zich de ontelbare potlucks in
zijn jeugd maar al te goed herinnerde.
Zijn vader was dominee, dus was 't
hele gezin Ettema verplicht elke zondag
aanwezig te zijn. Die gezamenlijke
potlucks waren een welkome onder
breking, verzekerde hij me. "Iemand
bracht altijd wel coleslaw, en we
hadden ook altijd een keur van Jello
slaatjes, en natuurlijk de nodige
casseroles." Hij hield z'n hoofd een
beetje schuin en grinnikte, "Niet
iedereen kon goed koken hoor."
There's always room for Jello!
Men noemt hier elke gelatine pudding
gemakshalve Jello naar een populair
merk ervan. Er bestaan dozijnen re
cepten voor, sommige zijn zuur of fris
van smaak, andere zijn mierzoet. Er
zijn rode, roze, groene, gele, oranje en
veelkleurige varianten. Men mengt er
allerlei fijngehakte groenten en vruch
ten door en dan eet men ze bij voorkeur
als een bijgerecht, niet als een dessert.
Men zegt dat gelatine gezond voedsel
is.
Casserole is de groepsnaam voor alles
wat in één pan in de oven bereid
wordt. Dus pastei en macaroni-met-
ham-en-kaas zijn casseroles, maar ook
allerlei andere bizarre schotels dragen
die naam. Juist de slechtste koks
schijnen van experimenteren te hou
den. Eerst proeven is de boodschap.
Op sommige kantoren, clubs, of zelfs
op de universiteit houdt men graag
potlucks op gezette tijden. Dat houdt
er de moed in. Meestal zorgt de admi
nistratie voor de hoofdschotel (vlees
of kip) en dan ligt er een lijst waarop je
kan inschrijven watje zal meebrengen:
een sla, een knabbel, wijn, een nage
recht, wat dan ook. Je weet dus van te
voren wie wat meebrengt.
Traditioneel wordt verwacht dat je ge
noeg brengt voor 8 personen. Maar men
brengt meestal veel meer mee - Ame
rikanen zijn over 't algemeen gul. Bij
voorkeur brengt men een specialiteit,
iets dat men zelf gewrocht heeft.
Indo's brengen blijkbaargraag Indische
schotels naar potlucks. Logisch. Soms
smult en soms moppert men (buiten
gehoor). Zo hoorde ik eens een oudere
studente klagen, "Ik begrijp niet waar
om men de Rijsttafel zo roemt. Op
onze potluck gisteren brachten de
Indo's alleen gebakken voedsel mee.
Ze bakken alles. En ik kan niet tegen
gebakken eten!"
Ik moest daar even over nadenken.
Wat bakken we eigenlijk? Dendeng,
krupuk, vis en kip af en toe, en, o ja,
empal natuurlijk en nasi goreng. En
verder kon ik zo gauw niet komen.
Maar ja, misschien had men op die
potluck inderdaad krupuk, empal, ge
bakken kip en nasi goreng aangedra
gen. Je verwacht immers niet dat
Amerikanen besengèk, goedek, oerap,
of boemboe bali lusten? Toch heb ik
vaak zulke "exotische" gerechten mee
gebracht - zelfs eens een complete
nasi keboeli - en nadat men e.e.a.
kritisch heeft bekeken (en besnoven?)
gaat 't er altijd grif in. Soms vraagt men
zelfs 't recept, z.a. voor ajam sétan,
lemper, gado-gado saus, en saté.
Laatst versierde ik voor een potluck
van m'n man een toren van nasi
goreng met reepjes omelet en een
dozijn of zo rode gloeiend hete lom
bok uit de tuin. Deze soort lombok is
zo heet dat ik er meestal maar eentje
van gebruik per gerecht. Laten nu twee
van Kep's collega's al die lombok met
smaak verorberd hebben! Ze zeiden:
"Jammer dat je vrouw er niet meer bij
gedaan heeft. Heerlijk waren ze!" Je
kunt met Amerikanen nooit weten!
Griffith Park, California. 1965: Indo's houden een potluck. 'Under the shady trees' staat
het te wachten
7