HET NIEUWE INDONESISCHE KABINET
SUDOMO
RADIUS PRAWIRO
RUDINI
AU ALATAS
SOEPARDJO RUSTAM
Het vijfde kabinet van Nationale Ont
wikkeling, dat op 21 maart jl. door
president Soeharto werd benoemd, telt
19 nieuwe ministers, onder wie Ali
Alatas (min. van Buitenlandse zaken)
en Rudini (min. van Binnenlandse Zaken).
Tien leden van het vorige kabinet werden
herbenoemd op hun oude posten en
negen anderen hebben een nieuwe taak
gekregen. In het nieuwe kabinet zijn vier
lagere ministersposten afgeschaft, en
werden er vijf nieuwe ministersfuncties
van lagere rang ingesteld: handel, finan
ciën, industrie, landbouw en nationale
ontwikkelingsplanning. De vijfde lagere
ministerspost, die van kabinetszaken,
bleef bestaan.
Behalve deze ministers met een lagere
functie, die met hun taak verband hou
dende ministeries moeten bijstaan, om
vat het kabinet 21 ministers met een
portefeuille, 3 coördinerende ministers
zonder portefeuille en 8 staatssecretaris
sen zonder portefeuille. Er zijn bovendien
drie functionarissen op ministerieel ni
veau: de opperbevelhebber van de strijd
krachten, de procureur-generaal en de
gouverneur van de Bank Indonesia, die
de president bijstaan. Aan de nieuw
benoemde vice-president, Sudharmono,
is de taak toebedeeld om de planning en
de uitvoering van de ontwikkelings
programma's te coördineren. Om cor
ruptie, verspilling van fondsen en mis
bruik van gezag te voorkomen, moet het
toezicht op deze programma's worden
verbeterd.
Bij de samenstelling van het kabinet
keerden 17 oudgedienden, van wie
sommigen hun ministerspost reeds 20
jaar hadden bekleed, niet terug zoals Dr.
Ali Wardhana, minister van financiën,
economische zaken en industrie (die in
1968 minister van financiën werd), en
Sudjarwo, die al sedert 1964 minister
van bosbouw was. Eveneens verliet het
kabinet Alamsyah Ratu Perwiranegara,
minister van sociale zaken en een van
de grondleggers van de Orde Baru.
Tijdens zijn redevoering bij de instal
latie van het nieuwe kabinet voor de
periode 1988-1993 verklaarde presi
dent Soeharto dat de samenstelling
ervan zowel continuïteit als vernieu
wing weerspiegelen en dat samenwer
king en coördinatie belangrijke over
wegingen waren geweest.
Hij zei dat hij vijf taken voor het nieuwe
kabinet had gesteld: verbetering van de
ontwikkelingsprogramma's van de natie,
verbetering van de discipline in het
ambtenarenapparaat, teneinde een zui
vere en sterke regering te vormen, de
bevolking vertrouwd maken met de na
tionale ideologie van de Pancasila, het
uitvoeren van een vrije en actieve buiten
landse politiek en het organiseren van
algemene verkiezingen in 1992, die
direkt, algemeen, vrij en geheim moe
ten zijn. Onze taak, aldus de president,
zal in de komende vijf jaar zwaar zijn,
omdat wij in die periode de grondslagen
moeten versterken, waarop de ontwik
kelingsprogramma's van het Zesde Vijf
jaren Plan (Repelita VI) beginnend in
1994 zijn gebaseerd. CH. M.
N.B. Op deze pagina's staat niet het voltallige
kabinet afgebeeld.
Gegevens en foto's: The Jakarta Post.
Coördinerend Minister
van Politieke Zaken en
Veiligheid
Coördinerend Minister
van Economische Zaken,
Financiën en Industrie
Minister van
Buitenlandse Zaken
Minister van
Binnenlandse Zaken
Coördinerend Minister
van Maatschappelijk
Welzijn
(Vervolg: "Tocht naar de Rindjani")
lijke stilte - zou de godin het offer
aannemen? Pijnlijk wachten - allerwege
angstig smekende blikken naar de
kant van de bergen zie! daar scheurt
plotseling het nevelfloers vaneen en
de Rindjani vertoont zich, al is het ook
maar voor enige ogenblikken, in al haar
majestueuze pracht! Triomf, het offer
is aangenomen, en de regen zal nu
niet lang meer uitblijven. Om zeker
heid te hebben plaatste men een steen
bijwijze van peilschaal aan het meer,
want 't eerste vaste teken dat het
gebed is verhoord, is steeds dat het
water begint te rijzen; en jawel, toen
wij 's middags zaten te eten, hoorden
we opeens het herhaald geroep van
"taëh, taëh (het stijgt, het stijgt), en
werkelijk was de peilschaal onder
water geraakt, vermoedelijk door de
golfslag, die tengevolge van een bries
was ontstaan.
De pemangkoe, wiens werkzaamheden
12
hiermee waren afgelopen, ging dadelijk
op weg om een nieuwe hut voor onze
terugweg op te slaan en verder om een
gids te halen, die ons aan de oostzijde
weer uit de kraterkom zou kunnen
brengen, want we wilden liever niet
meer de gehele moeilijke en gevaar
lijke weg, die we gekomen waren,
teruggaan. De oostkant van de krater is
gemakkelijker en de weg naar de
eerste bewoonde plaats is korter dan
naar de westkant. In afwachting van
die gids bleven wij die dag en vrijdag
aan het meer kamperen, ons amuse
rende met jagen (nl. de heer Schorel),
baden en kiekjes nemen, die, nu alle
agitatie voorbij was, ook goed lukten.
Je kunt je trouwens zelf van het resul
taat overtuigen - achterop de foto's
zette ik een korte verduidelijking, die
je, met deze beschrijving een goed
beeld van onze tocht zal kunnen geven.
Eerst zaterdagmorgen tegen 9 uur
kwam een pemangkoe terug met het
kamponghoofd van Sadjang om
ons de weg te wijzen naar het
oosten. Deze laatste vertelde ons, dat
donderdagmorgen een hevige bui ge
vallen was aan de noord- en oostkust
en de pemangkoe verklaarde dit voor
zeer natuurlijk, daarjuist op hetzelfde
ogenblik het offer was gebracht.
Onze terugtocht ging met veel minder
moeilijkheden gepaard, die zelfde
zaterdagavond te zeven uur, dus na
een mars van tien uur, bereikten we de
desa Sembaloen, bijna voortdurend
door de regen lopende, maar daarover
mochten we niet klagen, want die
hadden we ons zelf op de hals gehaald,
niet waar? Te Sembaloen schreef de
heer van Eerde om paarden aan con
troleur Darlang die ze dadelijk zond,
zodat wij dinsdagmorgen naar Loe-
wèlè konden gaan en woensdagmid
dag weer thuis waren.
C. L. UDO DE HAES f