DE INZICHTEN VAN LOU DE JONG
ZAKEN DOEN
IN ANDERE CULTUREN
SUMATRA SPOORWEG
REÜNIE
Het steunen van het I.W.I.
is meewerken aan het
bewaren van onze geschiedenis
Dr. L. de Jong is omgegaan: het sub-hoofdstuk "Excessen" in het nu verschenen
deel 12 van de staatsgeschiedschrijving over de oorlogsjaren lijkt in het geheel
niet meer op het concept dat enkele maanden geleden is uitgelekt en dat nog de
titel "Oorlogsmisdrijven" droeg. Een concept is maar een concept, waar het om
gaat is de definitieve versie. Een recensie van het uiteindelijke resultaat zal in
een volgende Moesson worden opgenomen. Thans willen wij stilstaan bij de
ommezwaai van dr. De Jong en bij de mogelijke gevolgen daarvan voor onder
meer het proces over deel 11A.
Al is een concept dan maar een con
cept, het was, is en blijft - zij het
meestal verborgen voor derden - de
meest eigenlijke bedoeling van de
auteur. Alles wat hij wijzigt in het
concept dient slechts om die bedoeling
nog fraaier en direkter uit te drukken.
Nu zijn de boeken van De Jong geen
romannetjes maar eeuwige bronnen
waaruit het Koninkrijk der Nederlanden
in de Tweede Wereldoorlog blijvend
geprojecteerd kan worden op het net
vlies van het nageslacht. Daarom ook
is De Jong omgeven door adviseurs,
deskundigen en meelezers, die ook
hun oog mogen laten vallen op (delen
van) zijn concepten. Wat De Jong al
die jaren heeft gedaan met hun even
tuele opmerkingen (overgenomen of
naast zich neergelegd) is vooralsnog
een groot geheim, maar misschien
wordt daarover meer bekend, wanneer
komend najaar deel 13 verschijnt,
waarin De Jong o.m. verantwoording
aflegt van zijn werkwijze. Uit deel 11A
is echter al gebleken dat wat de ge
schiedenis van Nederlands-lndië be
treft, De Jong geen boodschap had
aan het commentaar van twee van zijn
belangrijkste adviseurs op zijn concept.
Daar heeft hij vastgehouden aan zijn
visie op Indië. Het resultaat daarvan
was en is, zoals bekend, een proces.
De meeste geleerden en leken geven
het Comité Eerherstel echter weinig
kans. Eén van de aangevoerde argu
menten is dan dat alle zorgvuldigheid
is betracht opdat De Jong tot een
goede geschiedschrijving zou komen
en meer dan zorgvuldig zijn is niet
mogelijk. Wie alsnog kritiek heeft,
moet maar zelf een boek gaan schrij
ven.
In een voetnoot op blz. 987 van deel
12 schrijft dr. De Jong dat intern
uitgeoefende kritiek (van adviseurs en
deskundigen) hem tot het inzicht had
gebracht dat zijn concept gebreken
vertoonde. Men zou dus kunnen menen
dat hier zo'n staaltje van zorgvuldigheid
wordt weggeven. Maar als je gewoon
weet dat De Jong commentaar naast
zich neer legt (11A) en je hebt gezien
wat voor deining is ontstaan over zijn
concept over oorlogsmisdaden, dan
voel je met je klompen aan dat hier
geen sprake is van aanpassingen naar
aanleiding van intern uitgeoefende
kritiek, maar van dimmen en niet zo'n
beetje ook.
De Jong heeft een hele boel in moeten
slikken en gesterkt dan wel geschrok
ken van alle publiciteit zullen zijn
adviseurs hun gewoonlijk ja-knikken
hebben omgezet in een oproep aan De
Jong om "de worsteling met de repu
bliek" niet te verwarren met de Nazi-
terreur. Het sub-hoofdstuk "Excessen"
bewijst dat De Jong aan deze oproep
gehoor heeft gegeven en dat is dat.
Blijft over deel 11A, het boek waarin
van het vooroorlogse Indië weinig
heel wordt gelaten. Van dit boek zijn
destijds geen concepten uitgelekt.
Het proces hierover heeft de radio en
televisie niet gehaald, ook geen voor
pagina's van kranten. Klinkende namen
en hoge titels hebben zich van het
proces afzijdig gehouden. De Staat
zegt bij voortduring dat zij zorgvuldig
is geweest en de rechtbank heeft dat
beaamd. Maar de kritiek op dat boek is
even echt als die op het concept van
deel 12. En die kritiek is tenminste
even scherp en meer dan dat: de
kritiek op deel 11A gaat niet over wel
of geen excessen, maar over de vraag
of het terecht is dat in staatsgeschied
schrijving mensen die heel oprecht en
naar eer en geweten hun beste krachten
hebben gegeven aan Indië, voor velen
het land van geboorte, worden be
stempeld als fascistisch denkende
rotzakken die weinig of niets van het
land en volk wisten en wilden weten.
In het verdere verloop van het hoger
beroep in dit proces zal nog moeten
blijken of, en zo ja in hoeverre. De
Jong ook ten aanzien van geschied
schrijving over het leven en werken in
Indië tot meer genuanceerde inzichten
had behoren te komen.
R.B.
Het Koninklijk Instituut voor de Tropen
organiseert dit voorjaar opnieuw een
serie tweedaagse cursussen "Zaken
doen in andere culturen".
Ervaringen van zakenlieden komen
aan bod in de vorm van inleidingen en
casestudies. Achtergronden worden
belicht door specialisten, zoals eco
nomen, antropologen en historici.
De cursussen zijn bedoeld voor zaken
lieden, managers, bedrijfs- en project
medewerkers die reeds zakelijke con
tacten met genoemde gebieden onder
houden, of willen gaan ontwikkelen.
De data zijn:
MiddenOosten 10/11 mei
Indonesië 18/19 mei
India 24/25 mei
Voor deelname of inlichtingen:
KONINKLIJK INSTITUUT VOOR
DE TROPEN
Mauritskade 63
1092 AD AMSTERDAM
Telefoon 020 - 568 85 03,
drs. P. R. Voogt, coördinator.
Onze reünie zal dit jaar worden ge
houden op woensdag 15 juni a.s. in
Bronbeek, Velperweg 147 te Arnhem.
Doelbewust hebben wij dit jaar een
andere plaats gekozen dan wij gewend
zijn. Wij hopen op deze dag, ter herin
nering aan de spoorweg, een beschei
den monumentje van de spoorbaan te
onthullen en over te dragen aan
Museum Bronbeek.
Velen van U hebben indertijd financieel
bijgedragen om dit monument te reali
seren. Na veel moeite is het ons gelukt
om een paar spoorwielen in ons bezit
te krijgen die gebruikt zijn bij de
aanleg van de baan. Deze authentieke
wielen, gecombineerd met 1 meter
rails en bijbehorende bielsen, zullen
een passende plaats krijgen in
Museum Bronbeek, waar, zoals U weet,
reeds een kleine permanente tentoon
stelling van onze spoorbaan is.
Mede in verband met het speciale
accent op deze dag nodigen wij U
hartelijk uit aanwezig te zijn op 15 juni
in Bronbeek. De ontvangst is vanaf 11
uur, aanvang programma 11.30 uur.
Voor verder informatie kunt U schrij
ven of bellen naar:
Comité Sumatra Spoorweg Reünie
Handmolen 18
1035 AP Amsterdam
tel. 020 - 31 05 32
m
Door het overmaken van minimaal f 10,-- op gironummer 49 22 635
t.n.v. het Indisch Wetenschappelijk Instituut te Den Haag kunt u
donateur worden van het I.W.I. en daarmee steunt u het werken aan
het behoud van Indische cultuurgoederen.
Voor verdere informatie: telefoon 070 - 54 55 00.
3