BRIEVEN- OVER. STICHTING PELITA o. MAATSCHAPPELIJK WERKER (deeltijd) b. INFORMATEUR/VERIFICATEUR WHAT IS IN A NAME? In een ingezonden stukje (Moesson 1 april '88) zegt mevrouw Selder dat met Brugmansia Candida en Datura Candida dezelfde soort wordt bedoeld. Dit n.a.v. een ingezonden stukje van mij in het januari nummer. De namen van planten zijn ondanks alle pogingen tot stabilisatie onder hevig aan veranderingen. De interna tionale regels voor naamgeving be palen o.a. dat de oudste naam in principe moet worden gebruikt. Daar naast zijn erveranderingen veroorzaakt door verschil in inzicht. Zo werd bijv. vroeger een groot aantal soorten on dergebracht onder het geslacht Datura. Latere onderzoekers waren van mening dat Datura beter kon worden opge splitst in kleinere geslachten. Aldus werd Datura Candida overgebracht naar Brugmansia. ledereen is vrij zich van deze moderne opvatting niets aan te trekken en de soort Datura Candida te blijven noe men. Tenslotte blijft iedereen spreken van Geranium als Pelargonium wordt bedoeld en van Gloxinia waar Sinningia wordt bedoeld. Mevr. Selder heeft volkomen gelijk dat met Datura Can dida en Brugmansia Candida dezelfde soort wordt bedoeld. Dat was dan ook niet het punt van mijn kritiek. Het ging mij erom dat aan de afgebeel de plant, de volkomen onschuldige Brugmansia (Datura) Candida, zwaar giftige eigenschappen werden toege dacht die kenmerkend zijn voor Datura fastuosa en andere echte Datura soorten. Men zegt wel: "het maakt niet uit of je door de hond of de kat gebeten wordt". Wel, misschien niet voor de gebetene maar wel voor de bijter. Nu ik toch in de pen ben geklommen; de plant afgebeeld op de omslag van het januari nummer, de oranje Stepha- noot heet Pyrrostegia venusta en de in de tekst genoemde Afrikaantjes behoren tot het geslacht Tagetes en zijn n.b. afkomstig uit Mexico! M. M. J. VAN BALGOOY BROOD IN HET KAMP? Met verbazing en ook met veront waardiging heb ik het verhaal gelezen over het Tjihapit Jappenkamp waarin ik met mijn 4 kinderen tot mei 1945 gevangen heb gezeten. Ik vraag mij echt af waar die mevrouw het brood vandaan haalde, nog te zwij gen van de andere dingen om dergelijke gerechten te fabriceren. We kregen per persoon 's morgens en 's avonds een kleffe ongerezen boterham en 's mid dags een schep rijst met water waarin wat kangkong of zoiets dreef. Dat was al. Vlees was er nooit. Een keer was er een hooggeplaatste Jap in het kamp om te controleren hoeveel rijst we kregen. Plotseling kregen we veel meer dan gewoon en toen de Jap weg was werd het prompt een rel, omdat ze weer de gewone magere portie uitdeel den. Mijn vriendin is volkomen ver hongerd in dat fraaie kamp met die lekkere gerechten overleden. Weet mevrouw M. niet dat er dagelijks 14 tot 15 mensen van honger stierven? Alleen zij die "keukenoedeem" had den wisten niet wat honger was. Ik persoonlijk heb nooit iets van die heerlijke dingen gezien, laat staan geproefd! L TH. ZEWALD N.B. Mevr. M. vertelt waarschijnlijk over haar keukenervaring in kamp Struis- wijk en niet in Tjihapit. - Red. KUCAI ONDER ANDERE N.a.v. het artikel van Nancy Margés: zaadjes van KUCAI zijn te krijgen in elke goede zaadhandel zoals bij: Oranjeband Zaden, Postbus 144, 8250 Dronten onder de naam: Chinese Bieslook (Allium tuberasum). Zaaien maart tot september op warme plaats. Bestelnr.: 1062.1 pakje ƒ2,95. Zaai eerst binnen, niet te diep in een brede pot en als de plantjes ongeveer 15 cm groot zijn, in de tuin. Zijn winterhard, zodatzeelkelenteweerboven komen. Enkele planten laten bloeien voor zelf zaad kweken. Probeer voor Jeruk purut een vrucht te krijgen van Indonesia of Thailand. Pit ten planten in potjes en verder kweken. Het groeit wel heel langzaam. In de winter doe ik zelfs de potten in mijn koude slaapkamer zonder verwarming, zelfs als de ijsbloemen op de ruiten verschijnen hebben ze er geen last van. In de zomer met pot en al buiten plaatsen in de zon en elke^dag gieten. De aarde elk jaar vernieuwen, alleen de bovenkant is voldoende. Mijn plant jes zijn na ongeveer 8 jaar, 75 cm hoog. Daon pandan evenals daon suci, indien mogelijk plantjes meenemen, en als de planten hier gedijen elke week besproeien. Kan in elke huis kamer. Niet te dicht bij de centrale verwarming. De plantjes uit Indonesië met wortel goed nat maken in een natte doek in plastic zak gewoon in je koffer. Uitplanten in een pot, als de plant begint te geuren gaat hij dood. Gek maar waar. Hopende dat boven genoemde dame er wat aan heeft, G. D. J. STAALMAN Niet alleen die dame, wij ook. En als er onder onze abonnees nog douane mensen zitten, die ook. Ik meen dat het verboden is planten mee te nemen uit het buitenland. Apa boleh boeat, voor de goede smaak doen we toch alles? Bedankt voor alle tips! - L.D. Opgericht in 19&7. gevestigd te Voorburg, behartigt de belangen op materieel en immaterieel gebied van hen die in het voormalig Nederlands-lndië door oorlog werden getroffen, alsmede van hun nabestaanden. Met dit doel verricht de Stichting Pelita taken (rapportage, informatie, begeleiding) in de uitvoering van specifieke wetten die ten behoeve van oorlogsgetroffenen tot stand zijn gebracht. Immateriële hulp wordt rechtstreeks verleend dan wel door bemiddeling naar andere categorale en algemene hulpverleningsinstanties. Hierbij wordt rekening gehouden met traditionele vormen van hulpverlening en dienstbetoon die aan de Indische bevolkingsgroep eigen zijn en welke inpassing en toepassing dienen te krijgen binnen de gesubsidieerde hulpverlening. Het bestuur zoekt voor direkte indiensttreding: Van kandidaten wordt verwacht dat zij kennis van dan wel aantoonbare affiniteit hebben met de problematiek van Indische oorlogsgetroffenen, bereid zijn hun kennis daaromtrent, deels in zelfstudie, te vergroten en dat zij beschikken over een goede uitdrukkingsvaardigheid in woord en geschrift. Functie-eisen a: Voltooide opleiding HBO-MW, enige jaren relevante werkervaring; Zelfstandig kunnen werken in een buitendienstfunktie, minimum leeftijd 35 jaar; Kennis van gangbaar Maleis c.q. Bahasa Indonesia; Woonachtig in rayon Gelderland-Overijssel en i.b.v. eigen auto; Kennis van sociale wetgeving en wetgeving van oorlogsgetrof fenen strekt tot aanbeveling; Funktie-eisen b: Middelbare opleiding en vervolg opleiding waarin aandacht voor systematiek van wetgeving; Dienstbaarheid, uitstekende contactuele eigenschappen, enige jaren administratieve ervaring, in teamverband kunnen funktioneren; Basiskennis van de betreffende sociale wetgeving en inzet zich daarin verder te bekwamen; Woonachtig in directe omgeving Den Haag. Honorering funktie a in overeenstemming met de CAO-welzijnswerk (schaal 18- 33); funktie b, in overeenstemming met opleiding en ervaring. Vakantietoeslag bedraagt 8%, de Stichting kent een pensioenregeling. Schriftelijke sollicitaties uiterlijk 7 mei 1988 te richten aan: DIRECTEUR STICHTING PELITA Westeinde 58D, 2275 AG VOORBURG. Voor telefonische inlichtingen: 070 - 69 43 71 6

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 6