VOETBAL-AANTEKENINGEN O Dag De foto van het West-Java Team in Moesson van 1 5 maart j.l. riep bij mij vele herinneringen op uit de tijd voor de oorlog, dat ik in het Batavia van toen, een hartstochtelijk voetbalspeler was. Hoewel de namen van de meeste spelers van de foto mij bekend zijn, springen er drie daarvan in mijn gedachten naar voren: Boellaart van Tuyl, Piet Knape en Jaap Roukens. Om met de laatstgenoemde te beginnen: in de jaren 30 tot 35/36 was ik lid van de militaire voetbalvereniging Sparta en verdedigde het doel in het junioren elftal. Welk team werd gevormd uit een stel anak kolongs, net als ik kinderen van onderofficieren van het K.N.I.L. Ik herinner mij de leider van ons nog goed: de adjudant Cavalli, behoorlijk zwaar met snor a la Keizer Wilhelm II. In één of meerdere jaren van die tijd stond in het eerste van Sparta opge steld de luitenant der infanterie Jaap Roukens. Juist van de KMA in Neder land gekomen. Als ik me niet vergis was hij midvoor en gevreesd door de tegenstander voor zijn bijzonder hard schot. Toen ik in eind '49 als luitenant uit Indië naar Nederland werd geëva cueerd, in juli '50 overging naar de K.L., werd ik ingedeeld bij een onder deel van de KLU als instructeur infan terie. Mijn bataljonscommandant was de majoor Jaap Roukens, hij voetbalde nog steeds. Met hem heb ik toen menige wedstrijd gespeeld in het officiers-elftal van dat onderdeel van de Klu. Eén ding vooral viel mij op: hij had nog steeds dat gevreesde harde schot. Dan Piet Knape, snelle buitenspeler van B.V.C. en van het Bataviase Bonds- elftal. Hoe heb ik genoten van zijn spel, vooral tijdens de stedenwed- strijden die in de eerste helft van de dertiger jaren in Batavia op het V.I.O.S. veld werden gespeeld. Welk jaar het precies was is mij ontschoten. Later tijdens de oorlogsjaren heb ik Piet Knape nog eens ontmoet. Niet onder al te beste omstandigheden: aan de Burma spoorweg. Ik zat niet in dezelf de groep als hij, zag hem voor korte tijd, toen wij via het kamp waar hij zat, verder de baan opgingen. Hoewel ik het zelf nooit in één of andere krant heb gelezen, staat het me duidelijk voor de geest dat ik gehoord heb dat zowel Jaap Roukens als Piet Knape reeds overleden zijn. Hoop dat iemand mij kan vertellen dat ik het mis heb. In 1936 toen ik van de Prins Hendrik School, HBS aan de Vrijmetselaars- weg, overging naar de Koning Willem III school, HBS aan Salemba, werd ik lid van V.I.O.S. Veel van de jongelui die voetbalden op die school waren lid van die vereniging; ben toen Sparta ontrouw geworden, hoewel wij nog altijd woonden op het Karbouwenveld: de buurt begrensd door Senen, Si- payersweg, Goenoengsari en waroeng Pandjang, waar onderofficieren van het K.N.I.L. met hun gezinnen woon den. In die tijd was Boellaart van Tuyl, een reus van een kerel, de midvoor van het eerste. Ook hij speelde in het Bataviase Bondselftal. Wat mij altijd bij zal blijven is de naam van de voorzitter van V.I.O.S. van die tijd: Dr. A. B. C. Dezentjé. Met zijn zoon Baas (later arts?) heb ik nog in het hockeyelftal van V.I.O.S. gespeeld. Behalve voetbal en hockey bestond er ook een athletiek afdeling, bekende namen zoals Nappie Dias, de Flissin- gers, Baumgarten. Als ik mij niet vergis behoorde ook de oprichter van Tong- Tong (Moesson) tot die groep. Wij wonen nu in Australië, zo'n 180 km ten zuiden van Brisbane, aan de kust. In onze streek wonen vrijwel geen Indische Nederlanders, maar in Brisbane en omgeving een aanzienlijk aantal. Aangezien mijn oudste zoon in die streek woont, komen wij - mijn vrouw en ik - daar regelmatig. De Indo's - zoals ze zich vol trots noemen - hebben daar een gezelligheidsver eniging opgericht en die is genoemd Insulinde. Zo eens in de twee/drie maanden wordt er een feest gegeven, waar natuurlijk de makanan op zijn Indisch niet ontbreekt. Deze Indische groep wordt gevormd voor het groot ste deel door de kinderen van de mensen die in de jaren na de oorlog (46 en later) naar Nieuw-Guinea zijn gegaan. Na de overdracht van Nieuw- Guinea zijn die families rechtstreeks geëmigreerd naar Australië of via Nederland hier terecht gekomen. Van de laatstgenoemde groep waren het hoofdzakelijk de kinderen die zich hier gevestigd hebben. De band met Neder land en Indonesië is sterk, daar velen in beide landen of één daarvan familie leden hebben. Laat ik bij het voetbal blijven: de Indo's hebben een voetbal club opgericht onder de naam Soccer Club Insulinde. Zij spelen in de Queensland Soccer Federation, een onderdeel van de National Soccer League. Men zou de federation kunnen vergelijken met een onderafdeling van de K.N.V.B. in Nederland. De leeftijd van de spelers van Insulinde varieert van zo'n 25 tot 40 jaar. Gemiddeld vrij oud voor voet bal in competitie, hetgeen het zwaar voor ze maakt daar de andere teams een gemiddelde leeftijd hebben van om en nabij de 20. Zij zijn onder de vleugels genomen van de Lions Soccer Club in Brisbane die met zijn hoogste elftallen speelt in de National Soccer League. De steun die ze krijgen is, daar ze geen eigen veld hebben, dat ze gebruik mogen maken van het veld van de L.S.C. voor hun thuiswedstrijden. Nog even iets over de Lions Soccer Club. Deze club werd jaren terug op gericht door Nederlanders en kreeg de naam Hollandia, welke nog niet zo Het was een goede morgen. De dichte gordijnen konden het mooie weer niet verbergen. De slaap was verkwikkend geweest. Buiten had den de kinderen hoorbaar plezier. Beneden klonk een lied. Het was een vrije dag. Hij bleef liggen. Beneden was niet zijn moeder, maar zijn vrouw. Bui ten speelde niet hij, maar zijn kinde ren. Voor de rest was het deze morgen precies zoals zo vaak zo lang geleden. Hij besefte dat misschien door het licht dat door een kier boven in de gordijnen op het behang viel en dat zei "ik ben even weg geweest maar hier ben ik weer. Hoe gaat het met jou?" "Goed", ant woordde hij. "Of ik dit gisteren ook gezegd zou hebben, weet ik niet, maar vandaag is het goed". Hij stond op en ging naar beneden. Daar was het ook goed. Daar was een kus, koffie en gezellige post. En daar was overal dat licht en de rust die door het open raam binnen kwam, al waren kinderstemmen duidelijk hoorbaar. Maar misschien juist daardoor. "Zo is het leven" zei hij, want hij voelde geen heimwee naar vroeger en hij verlangde niet naar morgen. "Nu. Nu is het dan zover. Nu ben ik een man, nu ben ik vader, nu heb ik een huis. Dit is het dan. Dit is het leven zoals het vroeger was en zoals het later ook wel zal zijn. Nu is het van mij". "Hoe is het leven jongen", vroeg zij toen ze nieuwe koffie bracht. "Zo", antwoordde hij en zij vroeg niet verder want hij praatte wel eens meer in zichzelf. Toen kwam de vraag die hij vreesde: "wat zullen we doen vandaag". En door de tuindeur kwam een jochie binnen met een auto die gemaakt moest worden. "Ik ga me eerst kleden", zei hij en toen hij weer beneden kwam, zei hij: "zeg het maar, wat willen jullie". Zijn dag had hij al gehad. Die kon niet meer stuk. RALPH lang geleden werd veranderd in de huidige. Hun supporters vereniging heet nog steeds Hollandia. Terwijl de voorzitter en de secretaris van de Lions Nederlanders zijn. Een bewijs dat het hier tussen blanda's en Indo's wel tjotjokt. L. T. WALBOOM 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 11