Dwars door het Heden
even terug naar
het Verleden
m
door LUCAS LINDEBOOM
Na enige jaren denken, wikken en wegen, is het er dan tóch van
gekomen, van de aangekondigde reis naar Indonesië. Op die bewuste
vertrekdag dan, op schiphol wachtende omdat het vliegtuig pech had
aan een van de vier motoren, maakten we kennis met al die honderden
die ook Indonesië waarts gingen.
Er waren vele Totoks bij, Indo's uit Nederland, toeristen die het ook eens zien
wilden én Indo's uit Indonesië die Nederland wilden zien. Wij stapten in
Singapore uit, omdat we als blijkbaar grote uitzondering niet direkt Java-waarts
gingen, maar regelrecht afkoersten op Midden- en Noord Sumatra.
Het doet je wel even wat, als je na
zoveel jaren voet op je geboortegrond
kan zetten, want in 1934, om precies
te zijn was het op een vroege zondag
morgen 11 maart, zag Pohon Linde het
levenslicht.
Speciaal voor dat doel bezocht ik een
onderdeel van de Gemeentelijke ad
ministratie en vond, oh wonder, mijn
eigen geboorteacte terug. De heren op
die afdeling waren zeer stug en omdat
ik nog maar nét in Indonesië was en
daardoor niet in de gaten had dat er
geld afgeschoven diende te worden,
kreeg ik het niet voor elkaar om van die
geboorteacte een fotocopy te (laten)
maken.
De rit van de airport naar ons logeer
adres was onvergetelijk. Nu hadden
wij nabij Medan een correspondentie
vriend, oom Piet, ook wel eens oom
Ambon genoemd. Want als je een
soerat naar zijn kampong schrijft met
oom Ambon op de enveloppe, dan
komt die brief gewoon bij hem thuis
terecht. Deze oom Ambon nu, geheel
de kluts kwijt vanwege ons steeds
veranderende reisschema, had graag
op de airport aanwezig willen zijn
maar op dat moment van onze landing
lukte het hem niet. Maar hij had voor
een mannetje gezorgd die ons kon
opvangen, die voor ons wat geld wis
selde en een taxi bestelde.
Wij argeloos - want later ga je eerst
bepaalde zaken controleren - het voer
tuig ingestapt, over de prijs geargu
menteerd en getaward, waarna de rit
begon. Het was echter zo rond het
noenuur, de zon stond loodrecht
boven je kepalla en de taxi had een
zwarte kleur, dus heet in dat voertuig.
Opgewekt begon ik mijn raampje open
te draaien, maaradoe, tida bisa.
Toen zouden we een ander raampje
open draaien, maar ging ook niet.
"Roessak" glunderde de Tjopir, want
die zat met z'n elleboog nog door een
open raampje.
"Minta boeka lain djendella di kiri"
Het ouderlijk huis van Lucas Lindeboom aan de Manggalaan. thans Jalan Diponegoro.
12
1939:
De kleine Lucas Lindeboom (m).
vroeg ik in m'n beste Maleis, maar dat
raampje bleek eveneens vast te zitten.
Kort en goed, het werd een warm ritje
en even moest ik denken aan dat oud-
vaderlandse verhaal: "Hoe warm het
was en hoe ver". Nu was de afstand
naar Kota Medan slechts 3 a 4 kilo
meter, maar gezien het aantal stop
lichten en verkeersopstoppingen,
deden we er toch nog enige stieve
kwartiertjes over en Pohon-Linde kon
z'n singlet wel uitwringen.
Wij logeerden bij de familie Greene,
niet al te ver van het centrum vandaan,
maar toch weer nét ver genoeg om je
een beetje buiten de stad te wanen.
Aanvankelijk was er haast niemand
thuis, zaken gaan nu eenmaal voor het
toeristje en een hulpvaardig meisje,
Ati genaamd, toonde ons de kamer.
In de voorkamer, het voorerf als het
ware bewakend, had men een vrij
grote herder gestationeerd en kijk, het
doet je toch wel wat als je voor
Europeaan door gaat en zo'n groot
beest treedt je onbevangen tegemoet,
kwispelt met z'n staart, vertoont geen
bijt-neigingen maar blijkt zelfs blij te
zijn dat een totok van Tempo Doeloe,
nog eens Medan aandoet.
Voor het overige scheen, als je ten
minste wat verbeelding had, de tijd ten
Huize Greene, te hebben stil gestaan.
Als je 's ochtends ging baden (baaien
mochten wij vroeger nooit zeggen!)
was het sirammen met ontelbare siram-
bakjes water over je heen, het heerlijk
ste moment van de dag.
De kokki had altijd verse koffie klaar
staan en met zo'n grote beker koffie op
het "platje" gezeten, vielen ruim 45
jaren van je af. Niet dat wij als kind al 's
morgens vroeg aan de koffie zaten,
maar je had het je ouders zo dikwijls
zien doen.
Die eerste middag in Medan, direkt de
stad in. We waren eerst betoel flink,
we gingen lopen. Aanvankelijk wei
gerden we de hulp van diverse
betja's, maar later won de hitte het.