s
mBbAiMtfm
We kozen toen een betja uit, waarvan
later bleek dat de koppelingsplaten
van z'n motortje versleten waren. Bij
het minste zuchtje wind tegen, bij een
brug helling en verder bij elk stoplicht
dat op groen sprong, moest de man
zwaar bijtrappen. Maar goed, waar
schijnlijk heeft de man nu een nieuwe
koppeling, want zoals later bij navraag
bleek, hebben we ons die eerste rit
flink laten afzetten.
Zo zagen we dan het oude - en nog
steeds fraaie - gemeentehuis, dat
nog steeds als zodanig in gebruik
is en "Balai Kota" wordt genoemd.
Pohon-Linde's vader werkte daar voor
de oorlog. Vlak er bij, het oude post
kantoor, nog steeds als Kantor Pos in
gebruik en er tegenover de prachtige
esplanade met de oude door de
Hollanders geplante bomen er om
heen. Tegenover het Postkantoor
staat nog steeds - zij het onder een
andere naam - het beroemde hotel De
Boer. En, Oh ironie, op het dak staat
met grote Neonletters de reclame "De
Boer steak" te lezen.
Medan gold voor de laatste wereld
oorlog als een van de mooiste steden
van Indië en de eerlijkheid gebiedt me
te zeggen, dat in tegenstelling met
bijv. Jakarta, men in Medan niet veel
gesloopt heeft. Alle grote en mooie
gebouwen van de KPM, de Borsumy,
de Javasche bank, het Gemeentehuis,
Hotel De Boer, het Postkantoor en de
gehele "Kesawan", staan er nog steeds
en zelfs in vrij goede staat. Blijkbaar
werd er vroeger goed werk geleverd,
want alle Hollandse tierelantijntjes, de
rode dakpannen, de gevels, deuren en
ramen, zijn nog steeds aanwezig.
Het zwembad echter verkeerde in zeer
slechte staat. Het grote bassin geheel
achteraan was nu een gat met zwart
drabbig water, de mooie grote boom
was weg, de betonnen bovengalerij
was geheel vervallen en de kleed
hokjes - alhoewel nog aanwezig -
waren wegens de slechte toestand
niet meer in gebruik.
De oude anak Deli zullen zich dat
zwembad ongetwijfeld herinneren en
dus ook de fietsenstalling geheel links
aan- en in de voorkant van het gebouw.
t c
Toen naar de Mangalaan, die thans
Jalan Diponegoro heet in een poging
om ook Medan te verjavaansen. Ons
ouderlijk huis stond op nummer 47.
Onze betja vriend met slippende kop
peling bracht ons feilloos naar die
laan, die er wat verwaarloosd en kaal
bijlag. Want de meeste mangabomen
waren gekapt en de eens zo lommer
rijke laan lag nu te blakeren in de zon.
Als je op ons terrasje zat, dan keek je
aan de overkant een zijstraat in met
een paar honderd meter verder een
Batak-kerkje.
En even later, ja hoor, daar was het
Batak-kerkje en ons huis met nog
steeds als nummer ampatpoeloe toe-
djoe (oude spelling). De heer des
huizes was erg aardig en belangstel
lend en vroeg zelfs om oude foto's uit
mijn jeugdjaren (die ik hem inmiddels
heb opgestuurd). Maar er gaat wel wat
door je heen, als je de vloertegels ziet
waar je over heen gekropen hebt als
peuter en waar je je eerste wankele
schreden gezet hebt.
Het oude gemeentehuis, thans Balai Kota
van Medan.
Aan de kaartjes verkoper vroeg ik of hij
die deur even kon open maken, want,
zo vertelde ik hem, in de muur zaten
grote patrijspoortachtige ramen, waar
door je in het water van het zwembad
kon kijken en het was altijd een gek
gezicht die spartelende benen te zien,
zonder hoofd dat er bij hoorde. Behal
ve als er een plotseling dook; dan zag
je een bellenbaan met schuim en pal er
achteraan het hoofd en lichaam van de
duiker.
Dit nu, vertelde ik in mijn primitief
Maleis aan de man, die vergeefs voor
mij getracht heeft om die oude deur
open te krijgen. Hij viel bijna achter
over van verbazing dat ik dat wist,
want die fietsenstalling was al in geen
20 jaar meer in gebruik. Roessak zo
gezegd en hoe ik dat dan wist? Ge
woon omdat ik hier vroeger gezwom
men heb. Wanneer dan? Kira Kira taun
1937 sampé 1939. Adoe, mana bisa?
Ja, dat ga je je dan zelf ook afvragen
hoe zo iets mogelijk is.
Het huis was van buiten verwaarloosd,
de tuin en achtererf waren een ravage,
de kakki-lima, die het huis verbindt
met de bijgebouwen, was er nog steeds
en het terrasje had men met een soort
dik gaas ingekapseld, zodat het een
(warm) deel van de woonkamer was
geworden. Aan de linkerkant van het
voormalige terrasje groeide een soort
wilde wingerd tegen de muur en omdat
het huisnummer "47" met witte verf
slordig op een inritpaaltje was getjet,
vroeg ik de heer des huizes of hij wel
wist dat links van het voormalige ter
rasje het nummer "47" in zwart op de
muur stond? Hij nooit van gehoord, wij
kijken, we duwden een deel van de
wingerd weg en"mana bisa". Ja,
het verhaal wordt nu even eentonig,
maar het nummer stond er nog steeds.
Later zijn we er nog eens geweest, met
oom Ambon en een taxi. De taxi chauf
feur zat bij de inrit en sloeg het drukke
verkeer gade tijdens het wachten en ik
vroeg oom Ambon, om de chauffeur uit
te leggen dat je als kind vroeger met
spelen stopte als je het geklik klak van
paarden hoefjes hoorde als er een sado
aan kwam. Als je eens per week een
(lees verder volgende pagina)
1" -V4-
Het zwembad in Medan, dat tegenwoordig in zeer slechte staat verkeert.
13