SPEEL MAAR WAT, JONGENS.
THE HOT JUMPERS
tel. 075 - 17 12 12
Hot Jumpers 1988. Achter:
Oscar Rexhauser (I) en Jim
Pownalt (r). Voor v.l.n.r. Dolf de
Vries, Eveline Pownall, Patrick
Penn, Patrice Hafkenscheidten
Ferry van den Eeckhout.
worden. "Hippy Hippy Shake" en aan
de andere kant "I'm in love again".
We kwamen met onze versterkers
aan in de studio en je zag die lui kij
ken "wat zijn dat". "Speel maar wat
jongens" zeiden ze toen en daarna
"je hoort nog wel". En opeens
kwam er een single uit."
Een single (Imperial Hl 1077) waar
verzamelaars vandaag veel geld voor
neertellen. De radio- en platenbonzen
(en later de televisiemakers) uit die
dagen beseften natuurlijk wel dat die
Het regende een beetje die zaterdagavond, niet zo lang geleden, in Waddinxveen,
my home town. Normaal krijg je me dan met geen stokslagen de deur uit (anders
trouwens ook niet), maar die avond trotseerde ik de druppels wel, want in de
sportkantine van de plaatselijke voetbalvereniging werd een pasar malam
gehouden en de muziek werd verzorgd door de Hot Jumpers. Dat van die pasar
malam moeten we niet serieus nemen, maar de muziek van de Hot Jumpers
daarentegen des te meer. Een genot om naar te luisteren en het doet je wat om
nog een echte Indo-band uit de "oude tijd" die specifieke Indo-stijl te zien
spelen.
Die soul, dat ritme en dat (onbedoel
de?) melancholieke, het blijf uniek.
Uniek omdat alleen een Indo-band
zulke muziek kan maken en uniek
omdat die Indo-rock alleen gemaakt
kan worden door Indo-bands uit die
speciale lichting: eind jaren '50, begin
jaren '60. Tielman, Hot Jumpers, Hap
Cats, Black Dynamites, noem ze maar
op. Misschien is het te vergelijken met
voetbal: velen trappen een balletje,
maar er is maar één lichting Cruijff-Van
Hanegem geweest en die is nog steeds
legendarisch.
Op weg naar de kantine vroeg ik me al
af of het eigenlijk niet triest was dat
een band als de Hot Jumpers op een
regenachtige zaterdagavond verzeild
raakt in een sportkantine in Waddinx
veen. Maar ja, Cruijff moest ook tegen
NAC spelen.
De grote man van de Hot Jumpers is
nog altijd de 53 lentes tellende Oscar
Rexhauser. Hij en zanger Jim Pownall
zijn overgebleven van de oorspronke
lijke formatie, die destijds verder be
stond uit Dolf van Caspel, Jan Oechies,
Wim Kroesen, Joop van de Brink en
Wim Monorfa. Hoewel, de meest oor
spronkelijke Hot Jumpers speelden
begin '50 al in Bandoeng. Oscar is
bezig de hele geschiedenis van de
Jumpers te boekstaven en in afwach
ting van die publicatie beperken we
ons hier tot één voorval dat tekenend
is voor hoe dat ging met de Indo
bands eind jaren '50. Oscar vertelt: "Er
zou een proefopname van ons gemaakt
Leader of the band Oscar Rexhauser.
Indo-bandjes iets nieuws brachten,
maar echt gelanceerd hebben ze die
jongens niet. De voorkeur werd toch
maar gegeven aan "Kom van dat dak
af" en de Jumping Jewels. Vandaar
dat de Indo-bands hun heil zochten in
het buitenland, vooral Duitsland en
daar werden ze echt bekend omdat
hun muziek echt werd gewaardeerd.
Oscar: "of de musici nou geel, bruin of
zwart waren, dat interesseerde nie
mand, als de muziek maar goed was."
Dat was het grote verschil met Neder
land en dat verklaart voor een belang
rijk deel waarom de successen van
toen heden ten dage nauwelijks meer
tastbaar zijn. De platen die er nog zijn,
zijn veelal in handen van verzamelaars.
Foto's zijn er nauwelijks, laat staan
film- en televisieopnamen. Hopelijk
dat het boek over de Indo-rock, waar
aan thans door een musicologe wordt
gewerkt eindelijk de erkenning af zal
dwingen dat zo'n 30 jaar geleden
Indo-bands de basis hebben gelegd
voor de Nederlandse pop-muziek. En
wie weet zullen de platen-maatschap
pijen dan ook eens de zo dikwijls
gevraagde verzamelelpee(s) -compact
discs mag ook - uitbrengen. De teeners
van toen zijn nu weliswaar al middel
baar, maar kopen zullen zij zo'n plaat
heus wel. Dat is hun jeugdherinnering.
R.B.
15