ETEN IN INDONESIË AYAM PANGGANG Wim en Jos Pijpaert drijven al zo'n 25 jaar een eetgelegenheid in Vancouver (Canada). "Rumah Bali, House of the world famous rice table". Mocht u daar toch in de buurt zijn: 2420 Main str. Broadway, Vancouver BC. Reser vering 872-0979. Dat laatste zou ik doen als ik u was, want de zaak is doorgaans stampvol. Van een twee-mans bedrijf (de part ners doen alles zelf, tot de afwas toe!) moet u geen groot etablis sement verwachten. Klein maar rein, groot maar idioot, zeiden we als kind. Dat laatste hoeft niet altijd het geval te zijn, maar Wim Pijpaert heeft zo zijn eigen specifieke opvattingen over smaak en finesse en die twee eigenschappen conserveer je het best in eigen hand. Als trouw lezer van ons blad reageerde hij op het culinaire praatje bij de voorplaat van Moesson van 15 april. "Ik vind dat eten in Indonesië toch niet meer zo lekker smaakt als vroeger" zei die oude dame. Ik vind dat ook en ben het volkomen met haar eens. Bij haar aannemelijke uitleg voeg ik de mijne en die is deze: Indonesiërs koken niet meer voor ons, onze moeders en va ders, maar voor zichzelf. Mevrouw kookte vroeger niet, dat deed de kokkie voor haar. Kokkie kwam zo uit de desa, moest worden opgeleid om de smaakjes van het huis te leren. Had ze eerst ergens anders gediend, dan moest ze haar kookkunst toch weer aanpassen aan de smaak in het nieuwe huis. Ik wil hiermee zeg gen, dat Indonesiërs nu, de Indo- Europese smaak vergeten hebben - bewust of onbewust. Dat is misschien al begonnen in de Nippon-tijd toen alles schaars was en vaak niet eens te krijgen. Na de Onafhankelijkheid kwam ook de onafhankelijkheid van de Indonesische smaak, 's Lands wijs 's Lands eer, de oorspronkelijke smaak kwam weer terug. De rijke Indische smaak proef je niet meer, daarvoor is in de plaats gekomen de Indonesische smaak die door ons soms te flauw, soms te sterk gekruid of ook wel eens te "ongebalanceerd" wordt gevonden. Onze gerechten werden misschien ook langer doorgekookt. Brandstof is tegenwoordig duur, men is genood zaakt de kook- en baktijden te verkor ten. Ben twee keer teruggeweest en elke keer vond ik het eten "beroerder" smaken. Ook veel nieuwe etentjes erbij, aan de smaak waarvan ik nog niet gewend was en die ik dus niet genoeg kon appreciëren. Aan alles moetje wennen nietwaar? De goedek, de petjel, de tahu ketjap, ik vond ze vroeger echt rijker van smaak. Ik her inner me dat we in de nachtbus naar Banjuwangi, bij Pasir Putih uitstapten voor een avondmaaltijd. Een soort soto-soep bandjir, eenvoudig, haast niets erin, maar toch lekker! WIM PIJPAERT Met Wim's analyse ben ik het groten deels eens. Omdat ik veel mensen ontmoet die "teruggeweest" zijn hoor ik ook veel over het eten. Niet iedereen kwam jubelend over het eten terug, wel over de vruchten, de snoeperijen, maar velen zeiden ook "Ach, wij zijn het niet meer gewend Aan het eten van de straat (mocht u zich daar aan wagen) moet u zeker wennen. Bij uw vrienden, uw familie thuis (in Indonesië bedoel ik) eet u nog altijd het lekkerst. Daar kookt men nog als vroeger. Het is als bij zovele dingen, als je in een andere omgeving, onder andere mensen met een andere cultuur komt: zet de schakeling eerst op Neutraal en ga van daaruit verder. Ook in Indonesië. Ook al is veel bekend, veel vertrouwd, er is ook veel veranderd. Wie weet onze smaak óók wel LD. Ayam Panggang zoals wij die thuis aten en nog eten. 950 a 1000 gram kip (braadkuiken) gesneden ui (grote) 6 kemiri 2 schijven verse (jonge) laos <ecap citroen (indien mogelijk jeruk sambel) 1 theelepel suiker en wat zout Bereiding De kip in stukken snijden, met water en een blokje Knorr-kippebouillon (die de diepvrieskip wat meer smaak moet geven) gaar koken. De ui en delaos - aan een saté-pen - boven het gaspitje roosteren. De kemiri in oven of braad pan poffen. Ui, laos en kemiri fijn malen (eventueel in een stenen tjobek). Zout naar smaak toevoegen en een theelepel suiker tot men een nogal dikke ketjap saus krijgt. Zelf de smaak aan geven, want nie- (lees verder volgende pagina onderaan) de meeste gevallen succes verzekerd! Iemand uit de Kei eilanden kreeg trassi toegestuurd en ging dat bakar. Woont in een flat, bijna prang sabil (heilige oorlog) met de buren, die dachten dat hij krengen zat te roosteren. Kwam toen bij mij om hulp; witbrood zonder korst soepel kneden, om de stukken trassi doen en dan bakar, ruikt als aangebrand brood, komt meer ver trouwd over! Net wat ik zei, wij zijn verhollandst dus hoogstens 1 maal in de week nasi of bami. Voor mij mag het iedere dag maar je moet rekening houden met anderen, verplichtingen heb je overal. Wij eten heel sober maar wel erg gevarieerd, de wereld kent zoveel ge rechten die ook smakelijk zijn en wat afwisseling is heus de moeite waard. Holland heeft ook heel wat gerechten die lekker zijn hoor. Ik ben niet ge trouwd, woon met een pleegbroeder samen, die is dat eten niet gewend, maar ik heb de familie dat geleerd. Pas op met kinderen, heb geen ervaring daarin, maar neven in mijn familie zeggen "bah" tegen alles wat rijst is. Kreeg op een kumpulan een donkere jongen bij de keuken. "Oom heeft u ook patat met mayonaise en een ge haktbal, die andere rommel dat lust ik niet." "Zeg dat niet te hard" waar schuwde ik, "als de tantes dat horen dan word jij een gehaktbal." Heb hem een bord rijst gegeven met soep en wat krupuk en ergens in een hoekje gemoffeld. Kreeg eens Molukse kinderen te eten. "Geen rijst ja oom, niet aan pappie en mammie zeggen, wij hebben liever kentang met boontjes en karbonade". Wat zij ook kregen, wij aten rijst, de ouders keken wel vreemd, ik heb ze het later ook verteld. Als gastheer moet je soepel zijn, nietwaar? Trou wens in onze familie werd vaak ver schillend gegeten, alhoewel pa daar wel streng in was, geen fratsen, eten wat de pot schaft. Bij een andere oom is het anders, tante kookt rijst en kentang. Oom is Mo- kummer en wil maar drie maal rijst eten, in de avond brood. De kinderen passen zich dan aan, of met pa of met ma, voorde variatie werd ergeruild. Bij Indische mensen is dat heel gemak kelijk, wordt niet gevraagd wie er mee eet. Schuif maar aan en doe je best. Zo at ik dan veel Hollands bij anderen en zij kwamen bij mij thuis een portie rijst eten. Te weten dat ik vroeger snert en bruine bonensoep verfoeide, ook iets met tomaten, daar moest ik niets van hebben, allemaal tinka's. Weer een andere oom was een echte lekkerbek en daar kwam van alles op tafel, rijst, Hollands, Chinees en brood. Wat ont bijt betreft, van alles geprobeerd maar bij brood gebleven. Middagmaaltijd hebben wij afgeschaft. Als er vroeger geen brood was voor het ontbijt en moeder niet bakte, kwam alles op tafel wat de streek opleverde. Ketella, oebi, gemblong, grontol, ketan, bubur, pisang goreng en noem maar op. Daarbij kwam er zoveel aan de deur dat je de hele dag wel kon "serapan". Bij de laatste trip terug, iedere morgen nasi goreng, ketan compleet soms met pecel. Veel lemper, gorengans en alle soorten jajanan, zalig!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 29