Rob Nieuwenhuys 80
D.V. 30 juni a.s. wordt Rob Nieuwenhuys 80 jaar. Hij is still going strong,
zijn hier afgedrukte artikel over Kartini is daar een bewijs van. Een ander
bewijs is een nieuw fotoboek van hem dat binnenkort verschijnt. Maar
natuurlijk is Rob een der laatste Mohikanen eri 80 is 80. Als je iemand be
wondert en respecteert, moet je dat zeggen tijdens zijn leven. Daarom
zeggen wij het nu aan Rob Nieuwenhuys: dat wij blij zijn dat hij al zo lang
bij en met ons mag zijn, dat hij ons veel heeft gegeven en dat ook wij
ervoor zullen waken dat zijn portret nooit zal vergelen.
REDACTIE
zijn geraakt evenals zovele van haar
zusters die hun niet minder dramatische
"verzwegen strijd" hebben moeten
voeren. Haar stem is tenminste nog
gehoord, die van de anderen is in de
anonimiteit gesmoord. Bovendien was
Kartini niet de enige en ook niet de
eerste. Vooral in de Sunda-landen
waren er al eerder vrouwen die zich
"vrij gevochten" hadden zoals Dewi
Sartika.
Symboolwerking kan heel "nuttig"
zijn bij de ontwikkeling van bepaalde
processen, sociale, politieke dan wel
andere, maar deze ontwikkelen zich
altijd buiten de mens om. Ook in het
geval van Kartini.
Kartini "zoals ze was" ontmoeten we
wèl in de nieuwe omvangrijke brieven
uitgave die dank zij de schenking van
de nazaten van de Abendanons tot
stand kon komen en die in september
1987 verscheen. In deze bundel die
door de bezorger F. G. P. Jaquet, niet
zonder bijbedoelingen, simpelweg
Kartini werd genoemd, vinden we alle
brieven integraal afgedrukt die Kartini
aan mevrouw Abendanon-Mandri
schreef. Al zijn er ook brieven van
Kardinah en Roekmini in de bundel te
vinden, verreweg de meeste brieven
zijn door Kartini geschreven.
Mevrouw Abendanon heeft voor Kar
tini een moederrol vervuld, blijkt nu.
We kunnen er ons wel even over
verwonderen dat zij als Javaanse
tegenover een Europese, een vertegen
woordigster van de overheersende
groep, haar hart uitstort als bij nie
mand anders, laten we bedenken dat
Kartini eigenlijk nooit een moeder
gehad heeft die ze deelgenoot kon
maken van wat haar het diepste raakte.
De raden ayu niet, die haar eigenlijke
moeder ook niet was, met wie de
verhouding een tijdlang slecht was,
die zij later wel meer leerde waar
deren, maar die toch altijd voor haar
het conservatieve bolwerk vertegen
woordigde. Ook bij haar natuurlijke
moeder Ibu Ngasirah kon ze niet te
recht, een vrouw uit het volk die nooit
school was gegaan en die in de kabu-
patèn, volgens Kartini zelf, als bedien
de behandeld werd.
Het is niet toevallig dat de heer en
mevrouw Abendanon voor Kartini als
pleegouders hebben gefungeerd en
dat vooral mevrouw Abendanon, een
Portoricaanse, altijd voor Kartini een
luisterende, begrijpende en meeleven
de moederfiguur heeft kunnen zijn.
Mevrouw Abendanon die ruim twintig
jaar ouder was dan Kartini en haar
zusters, moet anders geweest zijn dan
de meeste, óók goedwillende Holland
se vriendinnen met wie Kartini corres
pondeerde, meer bereid zich zelf te
geven zonder afstandelijkheid en zon
der terughouding. Anders zou Kartini
haar nooit hebben kunnen en durven
schrijven op een toon van zo grote
intimiteit. Mevrouw Abendanon, over
wie wij helaas nauwelijks iets weten,
moet een zeer bijzondere en bewon
derenswaardige vrouw zijn geweest!
Zonder haar zouden wij nu niet be
schikken over zo'n document humain
als deze nieuwe uitgave van Kartini's
brieven.
Maar ook Kartini was iets bijzonders.
Een persoonlijkheid en wat voor een
persoonlijkheid! Ze was beweeglijk,
letterlijk ("trinil" werd ze genoemd
Ibu Ngasirah, moeder van Kartini.
naar een trippelende vogel), ook van
geest, opstandig en strijdvaardig, trouw
aan haar idealen, ook toen ze tot
illusies vervlogen. Ze is altijd zichzelf
gebleven, ook na haar nederlaag, toen
ze zich moest overgeven aan de macht
van de priyayi-traditie - niet zonder
bitterheid overigens. Ze werd gevan
gen in een netwerk van gedragsregels,
oude gebruiken en taboes. Ze heeft
ten slotte gecapituleerd voor alle socia
le barrières die om haar heen werden
opgetrokken door de haar omringende
wereld (ze werd "anèh" gevonden,
vreemd, afwijkend, onbegijpelijk), ook
door sommige haar welgezinde Neder
landers, maar ze is vooral bezweken
uit liefde voor haar vader, wiens wens
zij uiteindelijk volgde. Ze was vaak
wanhopig, ze voelde zich - zijzelf is
het die het beeld gebruikt - als een
gekooide vogel.
Waar ze zich altijd tegen verzet heeft,
tegen welk principe zij altijd gestreden
heeft, gebeurt: eerst wordt in 1901 de
jongste van het "klaverblaadje van
drie", Kardinah, uitgehuwelijkt, dan
volgt zij, nog geen twee jaar later, juist
als het leven op het punt staat een
andere wending te nemen. Dan schrijft
ze mevrouw Abendanon een brief die
een noodkreet is: "Moedertje, mijn
moedertje, zeg toch wat tegen me, ik
ben dood-, doodongelukkig. Fysiek en
moreel gebroken, ik heb geen kracht
(lees verder pagina 27, onderaan)
5