Susuhunan Paku Buwana XII 45 jaar op de Dampar Kencana door F. M. J. VAN MAANEN Nadat een gedeelte van de restauratie van de Kraton Surakarta Hadiningrat gereed was gekomen, stelde de Susuhunan Paku Buwana XII de kraton op 17 december vorig jaar open voor de mensen die meegeholpen hadden aan de restauratie en voor de mensen die geld geschonken of ingezameld hadden. Tevens bepaalde de Susuhunan dat de nieuwe Pendopo Ageng Sasonosewoko en de Dalem Ageng Probosuyoso pas in gebruik zullen worden genomen ter gelegenheid van de verjaardag van zijn troonsbestijging, de Jumenengan. De Jumenengan wordt ieder jaar op de 2e van de maand Ruwah gehouden, dit jaar viel dat op 21 maart. Deze keer was het een speciale, volgens de Javaanse jaartelling was het namelijk 45 jaar geleden dat de Susuhunan zijn vader Susuhunan Paku Buwana XI opvolgde (1945). Het wapen van de Susuhunan van Surakarta. Na de brand in 1985 werd de Jumenen gan enkele malen in de Kraton Kulon gevierd, dus was het voor een ieder een zeer speciale dag. Het hoogtepunt van de viering is de opvoering van de heilige Bedaya Ketawang. Ruim een week van tevoren begint men met het dagelijks oefenen van deze dans. Dit gebeurt dan in de avonduren, als alles al donker is, meestal na negen uur. Slechts de Susuhunan en zijn talrijke familieleden, alsmede functionarissen die uit hoofde van hun functie aan wezig moeten zijn, mogen de opvoering bijwonen. Het is een strikt besloten plechtigheid, waar slechts zelden gas ten bij worden toegelaten. Na eerst alle oefeningen bijgewoond te hebben, ben ik die morgen al om negen uur in de kraton aanwezig. Er is een enorme drukte aan de gang, de gehele plataran moet nog schoon gemaakt worden, en vele kinderen van de Susuhunan lopen af en aan om van alles te regelen en officiële gasten te ontvangen. Omdat de Pedopo Ageng Sasonosewoko nu voor het eerst gebruikt zal worden, zijn veel hoge, officiële gasten uit Jakarta aanwezig. Zo rond half tien komen tientallen mannelijke en vrouwelijke abdi dalem (kraton dienaren) de kraton binnen om hun plaats in te nemen. Ook stellen de verschillende korpsen van de Pradjurit Kraton zich nu op in de diverse delen van de kraton. Rond tien uur 's morgens zijn alle Prinsen aanwezig in het stuk van de kraton dat thans dienst doet als mu seum. Bupati's en alle anderen in de Bangsal Semorokoto. De Pendopo Ageng Sasonosewoko is geheel leeg, de beroemde gamelan Kyai Kaduk Manis-Manis Renggo staat opgesteld in de zijgalerij van de Pendopo, waar ik ook een zitplaats heb gevonden, de pesinden en karawitan zitten al klaar om te beginnen. Het koor van de pesinden wordt dit jaar geleid door K.G.R.Ay. Himbokusumo en K.G.R.Ay. Kus Supiyah, twee dochters van Susu hunan Paku Buwana XII. Om twaalf uur in de middag verschijnen de vrouwelijke abdi dalem met de "Ampilan", gevolgd door twee anderen die de Dampar Kencana (de gouden troon) dragen. De Dampar wordt neer gezet en bloemen worden zowel op als rond de troon gestrooid. Nu is het wachten op de Susuhunan zelf. Dan eindelijk, zo rond een uur ver schijnt de Susuhunan zelf in de deur opening van de Dalem Ageng Probo suyoso. Hij is in vol ornaat, een kain met het patroon parang rusak, een rood fluwelen jas en een "kuluk" op het hoofd. Behalve de prinsenketting en de gouden ster draagt de Susuhunan geen onderscheidingen. Statig loopt de Susuhunan naar de Pendopo onder de tonen van de Gending Srikaton, gevolgd door de abdi dalem met de "Ampilan". Nu komt de Nyai Tumenggung naderbij gekropen om toestemming te vragen om te beginnen. De Prinsen worden ontboden, dan de Bupati's, de onder officieren en anderen, welke allen op hun respectievelijke plaatsen gaan zit ten, nadat zij de sembah gemaakt hebben voor de Susuhunan. Weer komt de Nyai Tumenggung na derbij gekropen, nu om toestemming te vragen om te mogen beginnen met de Bedaya Ketawang, haar monotone, ceremoniele stem is duidelijk in de Oefening in de Pendopo Ageng Sasonosewoko, in de week voorafgaande aan de Jumenengan. 8 Het koor der pesinden, geleid door K.G.R.Ay. Himbokusumo en K.G.R.Ay. Kus Supiyah, dochters van de Susuhunan.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 8