«.«5^ i4%r RAPPORT fcSSi? f°£iifeï'SeSS'-^&ï -*&%£*** ste>l 5* Kolonisatie Kesilir bepeI T°r,k &boeA< a Hftees 5/ °ei rant^ J86® ^o°tedtS°en Bord a£ Af%°eri°Jn Mer '""«"«tele. Boo„neiefen ^e,^a2°e„en ^ussen °e S.N.E. wordt opgeheven SALDO FONDS VOOR EX-KNIL-ers NAAR BRUINE BUS fteep nSe hr In juli 1 942 ontvingen vele niet-militairen tussen de 1 7 en 60 jaar een schriftelijke oproep om zich te melden voor een treintransport naar het kolonisatiekamp Kesilir, gelegen in de uiterste zuidoost hoek van Java. De kolonisatie heeft ruim een jaar bestaan, van juli 1 942 tot augustus/september 1 943. In 1 946 schreef de heer J. G. Wackwitz ten behoeve van de Nederlands-Indische regering het "Rapport inzake de Kolonisatie Kesilir". De heer Wackwitz werd destijds genoodzaakt de leiding van de kolonisatie op zich te nemen. Uit het rapport blijkt onder meer dat dankzij de heer Wackwitz en zijn staf de in Kesilir geïnterneerden zich redelijk hebben kunnen handhaven met een gering verlies aan mensenlevens. Mede op verzoek van ex-geïnterneerden hebben de kinde ren van de heer J. G. Wackwitz besloten om het rapport van hun vader te publiceren. Dit rapport zal op 1 5 augustus a.s. na de herdenking in de stand van boekhandel Moesson in het Neder lands Congresgebouw verkrijgbaar zijn en daarna uitsluitend bij de zelfde boekhandel aan de Prins Mau- ritslaan 48A (tel. 070- 54 34 66). DOLF DE WIT "Hierbij ontvangt U onze 3e en tevens laatste Nieuwsbrief, omdat de Stich ting Nederlandse Ereschulden haar werkzaamheden in de loop van de komende maanden zal gaan beëindi gen. De redenen daarvan zijn: a. ons wachten geen nieuwe taken meer met betrekking tot bemiddeling inzake de behartiging van materiële belangen van tot de vm Indische Gemeenschap behoord hebbenden, b. de door initiatief van de SNE tot stand gekomen hoofdtaak, t.w. een op morele gronden berustende rege ling inzake een financiële tegemoet koming door Nederland voor de "Niet-genoten inkomsten tijdens de gevangenschap in Nederlandsch- Indië" resulteerde in de Uitkerings wet Indische geïnterneerden van 1 juli 1981, waarvan de uitvoering inmiddels is voltooid, c. toen het merendeel van onze be middelingen om door de Minister van Binnenlandse Zaken genomen afwijzende besluiten op gevraagde uitkeringen krachtens de UIG te herzien in besluiten van toekenning van die uitkering, volgde een dras tische terugloop van donaties, zo dat de laatste jaren sterk op ons vermogen moest worden ingeteerd. Het Bestuur heeft om de bovenvermel de redenen het besluit moeten nemen de Stichting Nederlandse Ereschulden per 31 december 1988 op te heffen." Tot zover een citaat uit de laatste Nieuwsbrief van de S.N.E. Eigenlijk zouden we verheugd kunnen zijn om dit bericht, want het betekent dat het Acht jaar geleden was het zo ver, de Stichting Nederlandse Ereschulden met zijn (bijna) moegestreden voorzit ter Ir. A. Vrijburg ontving van de Neder landse Regering de belofte dat alle ex- Knil mensen, ook buiten Nederland, maar wel aan bepaalde voorwaarden gebonden, een gelijke uitkering van f 7.500,-- zouden ontvangen. Een tot het minimum af-getawarde schuld aflossing voor 31/2 jaar niet ontvangen soldij. Een schijntje, maar het was tenminste een erkenning van de open staande schuld aan het genegeerde Indische Leger. Wie ondanks alle protesten van de S.N.E., deze uitkering niet zouden krij gen waren de ex-Knil militairen in Indonesië. Het hoe en waarom laten we nu buiten bespreking, die lijdens weg zal u bekend zijn. Wat u zich misschien ook herinneren zult is dat Moesson op het idee kwam aan hen die f 7.500,-- hadden ontvangen, te doel ("back-pay") is bereikt. Het werk is gedaan, de werkers kunnen naar huis. Wat dat betreft zïj'n we dan ook blij, maar een zekere tristesse komt toch op bij de gedachte dat zoiets vertrouwds als de S.N.E. er niet meer zal zijn. In september a.s. hopen wij in een of meer artikelen "the story of the S.N.E." in Moesson te publiceren, want dat het waard is om dat verhaal vast te leggen, is zeker. Op voorhand dan willen wij mannen als ir. G. S. Vrijburg, J. C. Oorveren R. Ungereronze hormat betuigen voor het vele dat zij voor velen hebben gedaan. REDACTIE vragen een deel ervan af te staan voor de onfortuinlijke wapenbroeders in Indonesië, die het geld juist heel hard nodig hadden. De oproep werd hart verwarmend goed ontvangen. De giften stroomden binnen, er waren er die het hele bedrag weggaven. "Voor ons is het maar een extraatje voor een vakan tie, een nieuwe tv of zo, voor die arme kerel daar betekent dat bedrag kleding, voedsel, medicijnen. De lijst van ex-Knil-ers was een lange en om ieder watte kunnen geven werd het binnengekomen bedrag opgedeeld in bedragen van f 400,-- per persoon. Eindresultaat van deze spontane actie: ongeveer 300 oud-Knil-ers konden we verrassen met dit onverwachte uit- kerinkje. De laatste jaren druppelde sporadisch nog wat binnen, maar namen van ex-Knil-ers bereikten ons niet meer en als er wat werd door gegeven, dan kwam hij (zijn gezin) in aanmerking voor een vaste maande lijkse bijdrage. Van het binnenge komen actie-bedrag van f 130.000,— is nu nog plm. f 3.200,-- over. Het leek het bestuur van de Stichting Charitatieve Fondsen Tjalie Robinson goed dit saldo over te hevelen naar de Bruine Bus. Hieruit ontvangen immers zij die daarvoor in aanmerking komen, geregeld steun? De Stichting GIKI in Surabaya zorgt reeds 20 jaar (in samen werking met de HALIN en Char. Fond sen Tjalie Robinson) dat tientallen Indische gezinnen geholpen worden. Dank zij uw gift, hoe klein ook, is een stevig basisfonds ontstaan waarmee veel goeds is gedaan. In het jaar verslag over 1987 leest u daarover. Aan allen die meegewerkt hebben aan de actie ex-Knil-ers Indonesië en onze Bruine Bus blijven steunen, heel, heel véél dank! L.D. 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 11