aan mevrouw Abendanon verwijt
Kartini haar vader een tweeslachtige
houding, hoeveel ze ook van hem
hield. Er schuilt eeen diepe tragiek in
de verhouding tussen vader en doch
ter. Hij overleefde haar niet langer dan
vier maanden.
Kartini wilde evenals haar broer Kartono
naar de HBS te Semarang. Dat mocht
niet. Ze wilde samen met haar zusjes
in Holland studeren. Het verzoek werd
door de regering afgewezen.
Intussen werd in 1 901 de jongste van
het "klaverblad van drie", Kardinah, uit
gehuwelijkt. Dan maar een
opleiding voor onderwijzeres
te Batavia! Het antwoord
bleef lang uit. De toestem
ming kwam wel, maar
één dag te laat. De dag
tevoren had ze na een hevige
innerlijke strijd het huwe
lijksaanzoek van de regent
van Rembang, een weduw
naar, aanvaard onder druk
van haar ouders - zij het
onder bepaalde voorwaar
den. Hij accepteerde ze van
harte, schreef hij. Maar hij
was wel veel ouder dan zij.
Hij had drie "bijvrouwen" en
zeven kinderen!
Wat had Kartini gedaan in
de tijd toen ze nog in de
kabupatèn te Japara woon
de? Hoe heeft ze zich ont
wikkeld? Ze las en las, Ne
derlandse boeken en ze
schreef brieven in het
Nederlands, honderden vel
len vol. Onder haar corres
pondenten waren vele be
kende personen, nogal wat
damesschrijfsters. Ze nam
de stijl van haar lectuur over
en die was van het vrou
wenblad De Hollandsche
Lelie. Ze schreef in hetzelfde
verheven dierbare toontje
van wat zij voor de Neder
landse literatuur aanzag.
Maar wie er doorheen leest,
krijgt een stem te horen,
een zeer persoonlijke stem
die steeds herkenbaar blijft.
Ze kan juichend zijn, dan
weer verstikt door tranen,
maar ze kan ook heel scherp
zijn, bitter, vaak ironisch
en zelfs sarcastisch. Ze
kan ook met zichzelf
spotten en haar verdriet relativeren.
Ze heeft van kind af aan een scherp
observatievermogen. Ze doorziet
de mensen in haar omgeving, hun
huichelarij, hun ijdelheid, hun egoïs
me, hun oneerlijkheid, hun gebrek aan
moed. Zij zelf is volstrekt integer, maar
ze is vooral dapper, heel dapper, een
jonge vrouw die respect afdwingt, ook
als ze weerloos is en gebroken wordt.
Ze weigert bij haar bruiloft de rijke
Javaanse bruidskleding te dragen, al
ligt haar "maskaradepak" klaar ("Roek
mini noemt het mijn doodskleed"). Ze
draagt op haar bruidsdag gewoon een
zijden kabaya en een kain panjang.
In een brief van 17 november 1903
brengt Roekmini aan de Abendanons
verslag uit van de huwelijksvoltrek
king: "8 november is bij ons heel
eenvoudig voorbijgegaan. Ook het
bruidspaar was niet in bruidstooi, zoals
het wel met Kardinah's trouwen ge
schiedde.
Kartini had een geelzijden kabaya aan
met wit borduursel afgezet en een met
goud doorweven kain en slechts wei
nig sieraden tooiden haar, wel veel
bloemen, melati's. Om half zes werd
het huwelijk voltrokken 't welk de
resident bijwoonde. Bij de ontmoe
ting, dat is als bruid en bruidegom
bij elkaar gebracht worden, bracht
Kartini haar man geen voetkus, o, wat
lokte het niet een heel gemompel uit
onder de familie, maar verder ging 't
ook niet dan dat, en Kartini had haar
zin: zij had niet te buigen, 't Was ook
iets verrassends voor haar man, hij
had 't niet verwacht, gewend zijnde
aan 't traditionele van zo'n huwelijk,
maar zelf liberaal, bood hij dadelijk
haar zijn arm, waarna ze samen als
twee kameraden naar hun plaats gin
gen. 't Was een ogenblik voor ons
tweeën om nooit te vergeten, we
keken elkander diep in de ogen toen
zij mij passeerde, daarin lazen we
elkanders afscheidsgroet voor 't ver
leden."
We weten hoe Kartini haar besluit het
huwelijksaanzoek van de zeventien
jaar oudere regent van Rembang te
accepteren gevoeld heeft: als het
instorten van haar wereld van "idea
len" waarin ze langzamerhand was
gaan leven. In een brief van 14 juli
1903 schrijft ze aan de Abendanons:
"We hebben het onderspit
gedolven."
Maar in die zelfde brief zegt
ze ook achting voor haar a.s.
man te voelen. Als ze enige
tijd met hem getrouwd is,
schrijft ze op 11 december
1903: "Ik heb hem leren
hoogachten" niet alleen - dat
deed ik reeds voor ik ge
trouwd was - maar ik heb
hem ook leren liefhebben in
de korte tijd dat wij nacht en
dag bij elkander zijn, in el-
kaars zieleleven zijn door
gedrongen. Ik acht mij boven
duizenden bevoorrecht aan
de zijde van zulk een nobele
man door het leven te mogen
gaan." En dit besef groeit
nog in de volgende maan
den.
In een brief van 6 maart
1 904 vertelt Kartini voor het
eerst aan de Abendanons
dat ze een kind verwacht.
"Kan u het zich voorstellen -
ik aanstaande moeder? Ik
maak U oud moedertjeik
maak U grootmoeder". In
dezelfde brief staat dat haar
ouders en haar zusjes zijn
overgekomen. Ook de Aben
danons kwamen kort daarna.
Vanuit Batavia hadden ze
een reis van twee dagen
moeten maken.
In de volgende brieven aan
de Abendanons krijgt de
figuur van de regent hoe
langer hoe meer omtrek.
Het oorspronkelijke beeld
dat Kartini door haar eigen
vooringenomenheid heeft
geschapen - wijzigt zich
steeds meer in gunstige zin.
Hij blijkt zeer geliefd bij het
volk te zijn. Hij durft zeer scherpe
nota's aan de resident te schrijven over
regeringsmaatregelen die tegen het
volksbelang ingaan. Als de regering de
zogenaamde opiumregie wil invoeren
(Rembang is een broeinest van opium
smokkel) en de regent bezwaren op
pert, wordt hem geantwoord dat hij
niet te hard van stapel moet lopen,
omdat het gouvernement het geld nog
hard nodig heeft, terwijl men zich op
het kwaad van de opium voor het volk
beroept ("de vloek voor de Javaan")!
Haar man, zegt Kartini, tracht recht
wees verder volgende pagina)
Kartini en haar echtgenoot, Djojo Adiningrat, de regent van
Rembang, bij hun huwelijk in 1903.
13