LUCHTSCHEEPVAART NEDERLAND - INDIË in) door F. C. BACKER DIRKS Op 1 7 januari 1 933: in de rubriek: 'Ons nummer van heden' met inhoudsopgave nog steeds niets over het luchtschip-verkeer. Ik zou haast zeggen, dat het tegengestelde het geval is, want in het 'Bataviasch Nieuwsblad' van dinsdag 24 januari 1 933 verscheen de nieuwjaarsrede van Ir. Damme, directeurgeneraal van de Nederlandse P.T.T., waarin hij zijn waardering uitsprak voor het werk van de KLM op het gebied van de postverzorging. Hij deelde daarin mede, dat hij 'met grote ingenomenheid geluisterd had naar de peroratie eener rede van den heer Bronsing der Stoomvaart Maatschappij Nederland'. En hij eindigde zijn nieuwjaarsrede met: 'Noch de scheepvaart noch de luchtvaart kan zich maatregelen veroorloven, welke het postverkeer duurder maken'. Eerst op maandag 30 januari verscheen in blad 2 of 3 het eerste artikel over de luchtschip-verbinding, welk artikel tevens het verslag van de aankomst van dr. Hugo Eckener inhield. Dr. Eckener had gereisd in gezelschap van zijn dochter en van de heer J. E. van Tijen. Vertrek op 30 december 1932 met de ons zo bekende mailboot m.s. 'Baloeran' van de Rotterdamsche Lloyd vanuit Marseille. Het gezelschap debarkeerde te Port Said om op 1 1 januari 1933 verder te reizen met het vrachtschip 'Talisse' van de Stoom vaart Maatschappij 'Nederland', dat hen langs een door dr.Eckener uitge stippelde zuidelijke route zou voeren. Het was de bedoeling de reis te Tjilatjap te beëindigen, doch daar was kennelijk geen passende ontvangst van de hoge gast mogelijk, onder meer omdat er geen goede auto beschikbaar was. De 'Talisse' zette toen koers op Tandjong Priok, alwaar zij buitengaats het anker liet vallen, 'wijl dit vrachtschip voor Tjilatjap goederen in heeft'. Met een motorboot van de Havendienst werd dr. Eckener en zijn reisgenoten afge haald door de heren De Boeren Dekker, vertegenwoordigers van de S.M.N. en de R.L., de heer R. Karlowa, Duits Consul-Generaal en Onderhavenmees ter H. Greeuw. Havenmeester 1ste klasse J. F. Jansen gaf acte de présence bij de officiële ontvangst in de wachtkamer van de S.M.N., alwaar dr. Eckener de persvertegenwoordigers op welwillende wijze te woord stond. Dr. H. Eckener en zijn dochter logeer den bij de Duitse Consul te Batavia, die vanuit Duitsland opdracht had gekregen hem als een zeer belangrijke en bij zondere gast te behandelen. Eén van de eerste bezoeken bracht Dr. Eckener aan de Gouverneur-Generaal Jhr. B. C. de Jonge. Op dinsdag 31 januari vond in het hotel Des Indes een zeer geanimeerd diner plaats met ruim 30 gasten. De menukaart droeg een gestileerde afbeelding van een Zeppe lin en heeft blijkbaar de Indonesische bedienden van het hotel geïnspireerd tot de Maleise naam voor luchtschip: Kapal Oedara Sigaar (Schip-lucht- Sigaar). Op vrijdagavond 3 februari hield de heer Eckener een lezing in de schouwburg te Batavia. Hij introduceerde de titel: 'Transoceaanverkeer met luchtsche pen' met als ondertitel: 'Over twee jaren een luchtschipdienst Holland - Indië'. Ondanks de geringe publiciteit, waarmede zijn komst in Indië was omgeven, was de publieke belangstel ling voor zijn lezing opvallend groot. Van de aanblik, die de schouwburgzaal die avond bood, zouden toneelspelers en musici gewatertand hebben; geen plaats was onbezet, uitgezonderd op de zijbalkons. Een schrille tegenstelling hiermede vormde de ontvangst, georganiseerd door de 'Deutscher Verein' te Batavia op zondag 5 februari 1933. De uitge nodigde Nederlandse autoriteiten lie ten het daarbij volledig afweten. Reden: de muiterij op Hr. Ms. 'De Zeven Provinciën', die de dag tevoren in de baai van Sabang was uitgebroken. Onderde Nederlanders, die wel van de partij waren, heerste een gedrukte stemming, vermengd met verontwaar diging over het gebeurde. Er werden geen toespraken gehouden en de meeste gasten verlieten al na nauwe lijks een uur het ongeanimeerde feest. Een week later, nadat het Duits gezel schap als gast van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij nog even in Bali was geweest, vertrokken de Duitse gasten met heer van Tijen per s.s. 'Talisse' vanuit Tandjong Priok naar Aden. Aan dit vertrek werd nauwelijks aandacht geschonken. Vanuit Aden ging de reis naar Europa op maandag 27 februari verder met de mailboot m.s. 'Christiaans Huygens' van de Stoomvaart Maatschappij Nederland. In Friederichshafen meldde Dr. Ecke ner dat aan het regelmatig 'bevaren' met luchtschepen van de route naar Nederlands-lndië geen bezwaren van meteorologische aard in de weg zou den staan en dat Java in alle opzichten geschikt werd geacht voor het vesti gen van een luchtschiphaven. In 1 932 gemaakte berekeningen toon den aan dat met luchtschepen kon worden gevaren tegen aanzienlijk lagere tarieven dan met de toenmalige vliegtuigen. Bij de gemiddelde bezet- Scheepvaartdrukte in de haven van Tandjong Priok, geheel links De stadsschouwburg in Weltevreden, waar Dr. Eckener zijn het steigertje van het Havenkantoor. lezing hield.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 16