O
MOESSON
TELEFOONNUMMERS
wjm m I*';
Nederlandse Zeemansgraven uit de Tweede Wereldoorlog
- een belangrijke documentatie -
ting van 70% zou de gemiddelde pas-
sageprijs Nederland - Nederlands-lndië
per luchtschip komen op 1.500,-
per persoon bij een reisduur van vijf
dagen. Met een F-XII passagiersvlieg
tuig op f 5.000,— per persoon in
negen dagen. Uitgegaan werd daarbij
van een vergelijkbare passageprijs per
zeeschip van f 1.000,- per persoon.
Vorenstaande informaties werden in
Nederland uitgebreid in de pers be
sproken, doch op de Europese ge
meenschap in Indië hadden zij geen
vat. In Indië was het 'De Zeven
Provinciën' en nog eens 'De Zeven
Provinciën' wat de klok sloeg. Het
hemd is afterall nader dan de rok.
Achteraf bekeken: 'gelukkig maar',
want zoals in vele gevallen gold ook in
dit geval het gezegde: 'De mens wikt
en God beschikt'.Aangemoedigd door
de hierboven uiteengezette gunstige
berichten van de studiereis naar Indië
stelde het Syndicaat in november 1935
een concept-aanvrage op voor het
verkrijgen van een concessie tot het
uitoefenen van een luchtvaartbedrijf
en het vervoeren van passagiers, post
en vracht met luchtschepen. Het eerste
luchtschip voor Nederland zou eerst in
het najaar van 1 939 geleverd kunnen
worden. Voor het Syndicaat gold
derhalve het devies: 'Geduld is een
schone zaak'.
Daar kwam nog bij, dat de aankoop
van luchtschepen op tal van moeilijk
heden stuitte. Eén van de belangrijkste
was de kwestie vulling van de lucht
schepen. Van meet af stond het voor
het Syndicaat vast, dat voor lucht
schepen heliumvulling noodzakelijk
was. De vraag was echter hoe men aan
helium kon komen. Amerika was het
enige land in onze wereld waar helium
in voldoende hoeveelheden voorradig
was. Natuurlijk wilde Amerika hieruit
een slagje slaan; het heliumgas kon
slechts beschikbaar gesteld worden
voor in Amerika gebouwde lucht
schepen.
Behalve door Amerika werden er ook
door de nieuwe Nationaal Socialis
tische Duitse regering moeilijkheden
opgeworpen. Toen in 1936 de
'Hindenburg' in de vaart kwam werd
men in officiële Duitse kringen gewaar
van de waarde van luchtschepen en
was men minder geneigd luchtsche
pen aan het buitenland af te staan.
Zeer duidelijk kwam dat tot uiting toen
Dr. Eckener naar de mening van de
Duitse Regering niet langer te hand
haven was als leider van Luftschiffbau
Zeppelin en vervangen werd door
Korvettenkapitan C. Christiansen.
Toen de voorzitter van het Syndicaat,
daartoe uitgenodigd, een proeftocht
met de 'Hindenburg' naar Noord-
Amerika in september 1936 mee
maakte, bleek eerst recht duidelijk
hoezeer de situatie in Duitsland ver
anderd was. Men was namelijk geheel
teruggekomen van het voornemen een
luchtschip aan een Hollandse maat
schappij te verkopen. Onder deze
omstandigheden werd in overleg met
alle betrokkenen besloten voorlopig
geen verdere voortgang te maken met
de oprichting van de 'Nederlandsche
Luchtschip Reederij'.
Op Hemelvaartsdag, 6 mei 1937, na
derde het luchtschip 'Hindenburg' het
vliegveld Lakehurst bij New York. Drie
dagen geleden was de 245 meter
lange luchtreus met 96 'opvarenden',
passagiers en bemanningsleden van
het nieuwe Rhein-Main vliegveld bij
Frankfurt-am-Main (Duitsland) ver
trokken. Toen de 'Hindenburg' op een
hoogte van 70 meter langzaam kwam
aanzweven en de landingskabel uit de
neus begon te zakken ter bevestiging
aan de ankermast ontstond plotseling
brand in het achterschip. Een fractie
van een seconde later was er een
enorme vuurzee, die het gevaarte blik
semsnel verteerde. De staart viel af en
kort daarop stortte ook de rest van de
'Hindenburg' in vlammen neer. Het
wrak heeft daarna nog een paar uren
gebrand door de olie aan boord.
Wonder boven wonder overleefden 61
van de 96 opvarenden deze ramp.
Dertien passagiers en 22 bemannings
leden kwamen om het leven. De oor
zaak van de brand is nooit opgehel
derd.
Door de ramp van de 'Hindenburg'
ging een schok door de wereld. Met
"Aan Nederlandse zijde vielen er
7.000 slachtoffers in de Europese en
Indische wateren te betreuren.
Mannen van de Visserij, Koopvaardij,
Marine, Gouvernementsmarine, K.P.M
en Luchtmacht (M.L.D. en KNIL). Maar
ook zij die als burger of militair tijdens
de krijgsgevangenentransporten om
kwamen. Zeemansgraven zijn onzicht
baar en door de golven uitgewist. Toch
zijn het gedenktekens! Nabestaanden
leefden veelal met de gedachte, dat
"ergens op zee" hun dierbaren waren
omgekomen, zonder in feite de toe
dracht en de omstandigheden te
weten".
Tot zover Ed Melis en Wil van Wamel
in de inleiding van hetdoorhen samen
gestelde boek "Nederlandse Zeemans
graven". Zij hebben dit boek samen
gesteld enerzijds om een eerbetoon te
brengen aan alle zeeslachtoffers door
het - zover bekend - vermelden van
hun namen, anderzijds om een naslag
werk aan te reiken voor een ieder die
belang stelt in de oorlog op zee.
De samenstellers zijn in hun opzet
geslaagd en hebben een indrukwek
kend monument op papier opgericht
voor hen die omkwamen op zee. Ruim
5.000 namen worden genoemd met
daarbij vermeld de dag en plaats van
omkomen en het schip waarop werd
gevaren. Ook de oorzaak en veroorza
ker van het verloren gaan van de
vergaande gevolgen, ook voor Neder
lands-lndië. De concessie-aanvraag
van het Syndicaat voor Luchtschip-
verkeer met Nederlandsch-lndië ver
dween in de prullemand.
Informatiebronnen:
Helsdingen, W. H. van: "daar werd wat
groots verricht", Amsterdam, N.V. Uit
geverij Elsevier, 1941;
Backer Dirks, F. C.: "De Gouvernements
marine in het voormalige Nederlands-
lndië", Unieboek B.V., Houten, 1980.
Len Deighton Et Arnold Schwartzman:
"Airshipwreck", Book Club Associa
ties, London, 1978, printed in England
by Jolly £t Barber Ltd, Rugby, Warwick
shire.
Tijdschrift: "Het vliegveld", mei 1932
en januari 1933; "De Wolkenridder"
juli en augustus 1 971"Spiegel Histo-
riaal", jaargang 22, nr.: 5, mei 1987;
Dagbladen: Bataviasch Nieuwsblad.
Tijdschrift: "De Blauwe Wimpel", jaar
gang 1976, pagina 270-273.
Nota van de N.V. Stoomvaart Maat
schappij "Nederland" inzake het ver
voer van passagiers en goederen door
de lucht van Nederland naar Neder-
landsch-lndië opgemaakt voor en toe
gezonden aan de Commissie Lucht
vaart/Scheepvaart, 6 april 1948 te
Amsterdam.
schepen zijn vermeld.
Schieten de nabestaanden iets met al
die informatie op. Het antwoord is
een duidelijk "ja". Het zoveel mogelijk
weten wat er toen gebeurd is en dat op
een wijze zoals gepresenteerd als in
het voorliggende boek, geeft antwoor
den en daarmee rust. Respect en
waardering daarom ook voor de
samenstellers Ed Melis en Wil van
Wamel. r g
"Nederlandse Zeemansgraven Twee
de Wereldoorlog, het Westelijk Half
rond, het Verre Oosten" samengesteld
door Ed Melis en Wil van Wamel met
een voorwoord van Prins Bernhard.
Uitg. Stichting Junyo Maru Sumatra,
Nijmegen. Pb., 415 blz., foto's, reg.
Prijs f 25,—, porto f 5,50.
Verkrijgbaar bij Boekhandel Moesson.
1 REDACTIE 070-54 55 00
ADMINISTRATIE 54 55 01
1 BOEKHANDEL 070-54 34 66
TELEFAX 070 - 51 48 62
17