Planten uit de Tropen
Pandan - Schroefpalm - Pandamus
Familie: Pandanaceae of Pandanachtigen
Een van de meest bijzondere bomen langs de kusten van tropische landen is de
Pandan. De mooiste die ik gezien heb is de Pandamus Utilis langs de kust in
Trincomaleé op Sri Lanka in 1 984 en langs het Kutastrand op Bali in januari van
dit jaar. Ofschoon de Pandan veel op een palm lijkt hoort ze niet tot de
palmachtigen. De Pandan is veel houtiger, vertakt zich voortdurend en
bovendien hebben velen steltwortels.
Er zijn Pandanachtigen in bomen, strui
ken en klimplanten. De Pandan wordt
veel langs kusten aangeplant maar
ze zijn niet allemaal zouttolerant. De
meeste pandansoorten zijn bosplan
ten. Ze groeien zowel op droge als op
moerassige gebieden, op berghellingen
langs meertjes en rivieren.
Oorspronkelijk uit Indonesië en Austra
lië afkomstig, nu in alle tropische
gebieden en sommige soorten ook in
subtropische gebieden te vinden.
Er zijn 600 pandanachtigen waarvan
28 schroefpalmsoorten.
De naam schroefpalm heeft ze gekre
gen door de spiraalvormige rang
schikking van de bladeren om de stam
en takken. De taaie lange vezelige
groene bladeren zitten ongesteeld in
drie rijen aan de vele zijtakken. Aan de
randen zijn ze scherp gezaagd en ze
eindigen in een scherpe punt. Onder
het tenminste 1.50 m lange blad waar
de middennerf loopt zitten vele stekels.
Andere soorten hebben grasachtige
bladeren, weer anderen zwaardvormige.
De afgevallen bladeren laten een reeks
van littekens achter op de hoge stam.
De stevige steltwortels zijn recht en
kunnen een z.g. rokje vormen om de
stam. Ze ontstaan enkele meters boven
de grond en hoeven niet te wijzen op
een moerassige bodem. De stam kan
Boven: jonge pandan als kamer
plant, onderaan de kleine luchtwor
tels. Onder: links de vrouwelijke
bloem, midden de mannelijke bloem,
rechts een deel van de vrucht. Ze
liggen verspreid onder de boom en
zijn jarenlang houdbaar.
In de koelte van een groep pandanbomen op het strand van Bali.
Rijpe pandanvrucht, deze valt bijna uit
elkaar.
helemaal wegrotten zodat de boom
alleen op steltwortels verdergroeit. De
bomen zijn tweehuizig, d.w.z. dat men
bomen heeft met mannelijke bloemen
of alleen met vrouwelijke bloemen; uit
de vrouwelijke bloemen worden later
de vruchten gevormd. De éénslachtige
bloemen staan dicht opeen in de oksels
van de loten of op de houtachtige
stengels en zijn omgeven door schut
bladen. Een beetje op de manier zoals
bij maiskolven. De kolfvormige bloem
trossen hebben geen kelk en kroon-
blaadjes. De cremekleurige mannelijke
bloemen bestaan uit een tros of scherm
van vele meeldraden en ze ruiken
heerlijk. De vrouwelijke bloemen be
staan alleen uit vruchtbeginsels
(stampers).
De vrucht zo groot als een ananas
heeft bij rijpheid dezelfde oranje kleur.
Aan de boom zijn het net hangende
ananassen. Dat heeft wel eens tot
vergissingen geleid bij toeristen die
nog nooit een ananasplantage hebben
gezien en denken dat de ananas aan
bomen groeit. De vrucht, een veel-
hokkige steenvrucht, valt in segmenten
uiteen, leder segment (zie tekening) is
3 cm breed en 4 cm lang. De
bovenkant bestaat uit 6 tot 11 bobbels
waarop een donker puntje, de onder
kant is een borsteltje van cocosachtige
vezels. Ze worden keihard en zijn
decoratief. Bij het opensplijten van dit
vruchtje ziet men het vettige kiemwit
zitten; bij oude vruchten is het geheel
verdroogd.
Pandan's zijn waardevolle planten. Vele
soorten kunnen worden gegeten: som
mige, waarvan de bladeren voor kruiden
mengsels (o.a. kerry's) en voor zoete
gerechten worden gebruikt en weer
anderen waar een aftreksel van de
bladeren gedronken wordt als rust
gevend middel (tevens is dit aftreksel
goed om zieke mensen enige malen
per dag te wassen). Geurige bladeren
om tussen kleren te leggen (kembang
ramping) of om water van een lekker
luchtje te voorzien. Dan zijn er soorten
met eetbare zetmeelrijke vruchten die
na koken gegeten kunnen worden bijv.
voor pap. Weer anderen die gekweekt
worden voor de eetbare vlezige delen
(lees verder volgende pagina)