O 13 In die zin: dat het noodzakelijk is om die te verdedigen als dat nodig is. Om daartoe werkelijk bereid te zijn, met een bereidheid die offers mogelijk maakt om een goede defensie op te bouwen, en in stand te houden. Opdat eenieder kan weten dat wij klaar zijn om af te weren wat onze vrijheid en onze waarden belaagt en in gevaarbrengt. Het zou wel een uitstekende vredes-politiek kunnen zijn, die weten laat dat het onrecht niet zal worden gedoogd maar afgeweerd. Men mag het kwaad ook niet de gelegen heid geven om de overhand te krijgen en wij weten uit eigen pijnlijke ervaring wat er gebeurt als men nietvoldoen- de middelen heeft om de weerstand te bieden waar men moreel toe verplicht is. Erger nog: door slecht voorbereid te zijn drijft men kostbare, onvervangbare levens de dood in omdat zij weerloos zijnHet is allemaal duidelijk, en aan ons geschied, en daarom spreken wij het uit, bij gelegenheid van deze herdenkingen bij de onthulling van het monument: weest nooit onvoorbereid om uw vrijheid, met alles waar die voorstaat, te beschermen en zonodig te verdedigen. Dat is het eerste. Er is meer. In hechte samenhang met wat wij zojuist hebben gezegd is er de noodzaak om waakzaam te zijn, zó dat men niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Het lijkt zo normaal, zó dat men zich een beetje schaamt om het zo onomwonden te zeggen. En toch het is gebleken dat het nodig geweest zou zijn om het zo luid en duidelijk te zeggen, opdat het onheil zou zijn onderkend. Maar ook: het blijkt steeds opnieuw nodig te zijn om te roepen: Let op uw saeck! Want deze les echt leren is blijkbaar een te zware opgave, en steeds opnieuw slaat de angst ons om het hart als wij lezen van al te grote goedgelovigheid en van allerlei illusies die worden ge koesterd t.a.v. zaken als goede wil, vertrouwen, enzovoort. Natuurlijk moet men uitgaan van al die deugden, en ze nooit voor onmogelijk houden. Maar tegelijkertijd moet men de werkelijkheid in het oog houden, en het met de waarheid niet op een akkoordje gooien. Sommigen noe men dit doem-denken. Maar het zou weieens precies omgekeerd kunnen zijn, in die zin dat het irreële en al te zeer op illusies gebaseerde denken de doem meer nabij brengt dan de werkelijkheidszin, die diezelfde doem juist weg wil houden. Ook hier geldt hetzelfde argument als zojuist is gegeven: we hebben het meegemaakt, we hebben er duur voor betaald, en wij hopen het nooit meer mee te maken. Dat hopen we niet voor onszelf in de eerste plaats, maar vooral voor hen die jong zijn en voor hen die nog zullen leven. Wij zeggen het voort in de hoop dat de boodschap zal worden verstaan. Dat was het tweede. Maar het belangrijkste is nog niet gezegd. Want op een dag van herdenken maken wij ook de balans op van al datgene wat wij uiteindelijk hebben gedaan met de vrijheid die na al dat leed gekomen is. De pijn, de vernederingen, de hongeren de lege plaatsen hebben allemaal gediend om de vrijheid te herwinnen, om hetjukvan de rechteloosheid af te schudden, om het leven weer mogelijk te maken waar vooral de dood dreigde. Het was een zeer hoge prijs die wij samen hebben betaald. We hebben hem betaald met alle moed waartoe wij in staat waren, en wij hebben dat gekund omdat vrijheid en gerechtigheid ons dierbaarder waren dan enig ander goed. Dat betekent, dat wij met die bevochten vrijheid ook moeten woekeren om hem inhoud te geven, inhoud op twee manieren, namelijk voor nu en voor de toekomst. Dat is hoogst noodzakelijk omdat vrijheid kan worden GEbruikt en Misbruikt. We weten wat het betekent om slecht behandeld te worden, om slachtoffer te zijn van discriminatie en agressie, om rechteloos te zijn en zonder mogelijkheden tot ont plooiing. Heel uitdrukkelijk zouden wij allen ons moeten inzetten tot het verre houden van al deze dingen uit onze samenleving. Want kennelijk behoeft men niet bezet te zijn of in een kamp of gevangenis van een bezetter te zitten, om alle dingen die in zulke situaties gebeuren te ervaren. Wij lezen allemaal de couranten, wij kijken alle maal naar de televisie en luisteren naar de radio, zodat wij goed weten hoezeer al datgene, waar wij ons tegen hebben verzet, overal om ons heen blijft bestaan. Wij moeten ons daartegen verzetten, en dat heel precies door er zelf nooit aan mee te doen. Dat is al een hele opgave, want o zo gemakkelijk is er een reden te bedenken om dit soort dingen goed te praten. Er zijn situaties die bijna uitnodigen tot agressie en discriminatie. Maar juist dan is het van het grootste belang om andere, betere oplossingen te vinden. Wij zouden inderdaad onze herwonnen vrijheid misbruiken wanneer wij voor mensen om ons heen onvrijheid zouden scheppen door ons gedrag. Daarentegen gebruiken wij diezelfde vrijheid wanneer wij menselijke verhoudingen, in de ware zin van het woord, helpen groeien tot zegen van de hele samen leving. Dit geldt voor iedere micro-situatie opdat ook op macro niveau vorderingen kunnen worden gemaakt. Daarom richt deze boodschap van ons allen zich tot ieder mens, op de plaats waar hij staat, hoe bescheiden die ook is. Iedere kleine vriendschap, iedere bescheiden overwinning op onze neiging tot agressie: zij zijn van invloed op het grote geheel en daarom van groot gewicht. Dat is voor nu. Maar er is ook een boodschap voor de toekomst. Er moet namelijk voor gezorgd worden dat wij nu, na alles wat wij hebben meegemaakt en geleerd, de mensen die na ons zullen leven zullen herinneren aan de rampen die over de mensen komen, en de chaos die dan ontstaat, wanneer men niet sterk is, van binnen en van buiten. Deze twee hangen heel nauw met elkaar samen. De dingen "van buiten", waar wij overhebben gesproken, blijven krachteloos en mach teloos wanneer zij niet voortkomen uit en gedragen worden door een sterke en vastberaden geest. Met een woord uit deze tijd zou men zeggen: uit de juiste mentaliteit. Het is bepaald niet gemakkelijk om dat te realiseren; vooral wanneer het gaat om de geest en wat daarmee samenhangt. Daarom zijn wij heel verheugd datereen monumentkomt, dat spreekt, heel duidelijk en onomwonden, van wat is geweest en van wat komen gaat. Het roept op tot trouw, omdat het herinnert aan onze trouw, aan vorsten en vaderland, aan wat goed en rechtvaardig is. Het brengt ons in de herinnering al degenen die die trouw tot in de dood hebben bewezen. Met eerbied noemen wij hen allen, wie en wat ze ook waren, en wij dragen hun beeld in onze herinnering mee. Het monument roept op tot waakzaamheid omdat wij weten dat alleen daardoor kan worden vermeden dat de verschrikkingen opnieuw de mensheid overvallen. Ook, en wellicht bovenal, zegt het monument dat de mensen sterk moeten leren zijn, dat zij de goede keuze moeten maken, om zich daar vervolgens voor in te zetten. Overal en altijd, in grote, maar vooral ook in kleine dingen. Daarbij gaat het ook over overwinnen van onszelf. Laat ons dan weten dat door het kunnen komen tot zelfoverwinning, ook de overwinning verzekerd is op de aanvallen van buiten. Wij herdenken. Met vele gevoelens en emoties. Met dankbaarheid voor eigen behoud, met droefheid om hen die niet met ons zijn. Maarwij zien ookvooruit. Met dankbaarheid, dat dat weer kan. En met vertrouwen dat het goed zal gaan, mede door onze boodschap en onze medewerking. Daarom ook een monument. Heel goed om te hebben. Het spreekt duidelijke taal. Voor ons, en voor allen, vooral voor hen die na ons komen. Moge die taal worden verstaan!

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 13