K.PM.-schepen die verloren gingen 'Op 22 februari 1 941 ging het eerste schip door oorlogsgeweld ten onder: de "Rantaupandjang" werd in de Indische Oceaan, Noord-Oostelijk van Madagascar door een Duits oorlogsschip tot zinken gebracht en de opvarenden gingen naar een gevangenkamp in Duitsland. Gedurende dat jaar 1 941 werd het steeds duidelijker, dat ernstig rekening gehouden moest worden met de mogelijkheid, dat Japan zijn oorlogsdreiging tot Nederlandsch-lndie zou uitstrekken. De organisatie van het bedrijf werd hierop ingesteld, zowel aan boord der schepen als aan de wal. Op 8 december viel de niet onverwachte slag: vroeg in de ochtend deed de stem van Gouverneur-Generaal Tjarda van Starkenborch Stachouwer aan de bevolking van Nederlandsch-lndië kond, dat dit land zich moest beschouwen als in staat van oorlog met Japan. De K.P.M. was onmiddellijk volop betrokken bij het krijgsgewoel, schepen en opvarenden vatten zonder verwijl hun oorlogswerk aan en vervulden met grote krachtsinspanning de dubbele taak het economische leven van de archipel voortgang te doen vinden en de voor de oorlogsvoering onmisbare hulp te verschaffen. Gedurende de eerste drie maanden van de oorlog ging een aanzienlijk aantal schepen verloren, lieten vele opvarenden op zee het leven en openden de poorten der gevangenkampen zich voor grote aantallen leden van varend en walpersoneel. Gelukkig kon een aantal schepen, waaronder de meeste grote eenheden, tijdig het strijdtoneel in de Indische wateren verlaten en zich overeenkomstig de instructies van de Regering te Londen scharen bij dat deel der Nederlandse koopvaardijvloot, dat ons land tijdig verlaten had om zich aan te sluiten bij de handelsvloten der overige Geallieerden. Opvarenden en walpersoneel hebben helaas in ruime mate hun tol moeten betalen aan de krijg; enige honderden bemanningsleden en bijna tweehonderd leden van het walpersoneel van verschillende landaard lieten als slachtoffers van de oorlogshandelingen het leven. De gehele K.P.M.-gemeenschap gedenkt met weemoed deze medewerkers, die het hoogste offer brachten, dat van hun leven." Tot zover enkele citaten uit het Voorwoord van mr. D. A. Delprat (toen voorzitter van de Raad van Bestuur der K.P.M.) in het (antiquarisch) boek "De K.P.M. in oorlogstijd" geschreven door ir. H. Th. Bakker. We hebben deze citaten aangehaald als inleiding bij onderstaande lijst van K.P.M.-schepen die in de oorlog verloren gingen. Namen van schepen die bij menigeen herinneringen zullen oproepen. Schepen, die oorspronkelijk als verloren moesten worden beschouwd, doch na de capitula tie van Japan werden teruggevonden en weder aan de vloot konden worden toegevoegd, zijn niet in de hierna volgende lijst opgenomen. Verloren gegane schepen,die werden terug gevonden of gelicht konden worden, maar voor reparatie niet meer in aanmerking kwamen, zijn echter wel vermeld. m.s. "Alfoer" werd 7 maart 1942 op order van de Marine autoriteiten te Tjilatjap vernield, m.s. "Asahan" is vóór de capitulatie van Java te Tjilatjap verbrand en gezonken. m.s. "Banjoewangi" werd 6 april 1 942 door een Japans eskader tot zinken gebracht in de Golf van Bengalen nabij Vizagapatam. s.s. "Bantam" werd 28 maart 1943 in de Oro-baai in brand gebombardeerd en aan de grond gezet. Het schip werd later geborgen en 1 2 november 1 943 te Sydney binnen gesleept, 28 mei 1945 aan assuradeuren geabandonneerd en door deze tot zinken gebracht, s.s. "Barentsz" is 5 maart 1942 te Tjilatjap in brand gebom bardeerd en verloren gegaan, m.s. "Batak" werd gedurende de Japanse bombardementen op Soerabaia 1 maart 1942 zwaar beschadigd en in een dok geplaatst. Tengevolge van een bomtreffer kapseisde het dok en zonk het m.s. "Batak". m.s. "Batavia" werd 6 april 1942 door vijandelijk geschutvuur in deGolf van Bengalen tot zinken gebracht, s.s "Belawan" werd 2 maart 1 942 op order van CZM ter rede van Soerabaia tot zinken gebracht, m.s. "Bengkalis" werd 2 maart 1942 ter rede van Soerabaia op order van CZM tot zinken gebracht, s.s. "Benkoelen" werd 9 januari 1942 door een onderzeeboot in de Javazee tot zinken gebracht, m.s. "Beroemoen" (rivier m.s.) werd vóór de Japanse bezetting van Palembang door een vernielingsploeg aldaar tot zinken gebracht. s.s "Berouw" strandde 20 februari 1942 nabij Semarang. s.s. "Bintoehan" werd 1 maart 1942 door een Japans oorlogs schip aangehouden en kreeg opdracht naar een haven op Bali te varen. Een prijsbemanning werd niet aan boord geplaatst. Na gehouden scheepsraad werd het schip 3 maart door de eigen bemanning tot zinken gebracht ongeveer 50 mijl Zuid van Noesa Baroeng (be-Z. Oost-Java). m.s. "Boelongan" is 28 januari 1942 tengevolge van bombarde ment gezonken in de Boengoes Baai bij Padang. s.s. "Buyskes" werd 27 januari 1942 te Emmahaven door bombardement uit de lucht vernield, s.s. "Camphuys" werd 9 januari 1 942 door een onderzeeboot in de Javazee tot zinken gebracht, m.s. "van der Capellen" werd 6 april 1 942 in de Golf van Bengalen door Japanse bommenwerpers tot zinken gebracht, s.s "van Cloon" werd 7 februari 1942 in de Javazee door een Japanse onderzeeboot getorpedeerd, m.s. "Cremer" strandde 5 september 1943 op St. Bees Island (N. Queensland) en ging verloren, m.s. "Dajak" is vóór de capitulatie van Java te Tjilatjap uitgebrand en middendoor gebroken, s.s "van Diemen" werd 2 maart 1 942 op order van CZM te Soera baia tot zinken gebracht, s.s. "Duymaer van Twist" werd 4 maart 1942 door Japanse oorlogsschepen aangehouden en naar Makassar opgebracht. Aldaar is het schip 14 mei 1 945 tengevolge van geallieerde bombardementen gezonken. (De "Duymaer van Twist" was 2 maart 1942 van Tjilatjap naar Australië vertrokken.) s.s. "Elout" ging 28 januari 1942 te Emmahaven door bombar dement uit de lucht verloren, s.s. "Generaal van der Heyden" en s.s. "Generaal van Swieten' Beide schepen zijn 14 april 1944 zwaar beschadigd en daarna verbrand als gevolg van een explosie aan boord van een te Bombay liggend schip, dat met munitie was beladen, s.s. "van Heemskerk" is 1 4 april 1 943 in Falls River (Milne Baai) door bombardement verloren gegaan, s.s. "van Imhoff" werd 19 januari 1942 door een Japanse bommenwerper in de Indische Oceaan, be-W. Sumatra, tot zinken gebracht, s.s "s "Jacob" werd op 8 maart 1943 nabij Milne Baai door Japanse bommenwerpers tot zinken gebracht, s.s. "Kidoel" is 7 maart 1942 tijdens bombardementen te Tjilatjap in brand geraakt en gezonken, s.s "de Klerk" werd 5 maart 1942 te Tandjong Priok tot zinken gebracht. s.s. "van Lansberge" is 4 februari 1 942 ten Zuiden van Makassar door Japanse vliegtuigen in brand gebombardeerd en gezonken. s.s. "Lematang" is 23 januari 1942 te Belawan Deli tijdens een luchtbombardement gezonken, s.s "Ie Maire" vertrok 1 maart 1 942 van Tjilatjap naar Australië. Nadien werd nimmer meer iets van het schip vernomen, m.s. "Majang" is 1 5 februari 1 942 in Straat Banka in handen van de vijand gevallen. Schip is later in Japanse dienst verloren gegaan. m.s. "Makassar" werd 15 februari 1942 nabij Banka door een Japans oorlogsschip aangehouden. De gezagvoerder deed de machine onbruikbaar maken, de buitenboordskranen openen en de bemanning in de boten plaats nemen om zich in veiligheid te stellen. De gezagvoerder stak de "Makassar" daarna in brand en ging zelf met zijn schip ten onder, m.s. "Mampawa" werd 6 maart 1942 op order van de Marine autoriteiten te Tjilatjap tot zinken gebracht. De Japanners hebben het schip later gelicht en in de vaart gebracht, doch na terugvinden eind 1 945 bleek de "Mampawa" het repareren niet meer waard te zijn. m.s. "Mandar" is 4 maart 1942 te Tjilatjap tengevolge van vijandelijk bombardement beschadigd. De Japanners heb ben het schip later weer in de vaart gebracht en het is 1 0 juni 1944 door geallieerde actie in de Chinese zee verloren gegaan. m.s. "Manipi" is 4 maart 1942 ter rede van Tjilatjap gezonken, 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 18