De Indonesiërs
op de HBS Surabaja
Dr. M. Soetjahjo
Afscheid van een dokter, vriend en oud-Surahayaan.
Op 8 augustus jl. nam hij rustig en voorbereid afscheid
van zijn gezin en van het leven. Zijn leven dat 83 jaar
geleden in Rangkasbitoen begon en dat hem in de
laatste halve eeuw alles had gegeven wat een mens
beleven, verdragen, lijden en genieten kan. Een veelbe
wogen en rijk leven naast zijn vrouw Koes, met wie hij
vlak na de oorlog trouwde. Zij kregen twee zonen Dijan
en Mirban die Koes de komende tijd tot troost zullen
zijn.
Dokter (J°°p) Soetjahjo was de zoon van dr. Sardjono,
destijds BPM-arts in Balikpapan. Na Balikpapan verhuis
den zij naar Surabaya waar Joop op de Darmo HBS ging.
Voor het HBS jubileumboek schreef hij in 1975 onder
staand artikel over de Indonesiërs op die HBS.
Na zijn eind-examen studeerde hij aan de N.I.A.S. om
zich later te specialiseren in longziekten. Als "dokter
paru" herinner ik me zijn altijd volle wachtkamer/voor-
galerij op Kajoon waar de wachtenden ook nog het
grote voorerf als uitwijkmogelijkheid hadden. Betalin
gen in natura of in de vorm van wederdiensten waren
regel. Zijn lieve trouwe assistente zuster Estu bleef hem
tot de allerlaatste dag van zijn praktijk trouw. Zelfs na
enkele zware attaques die hem bijna het leven kostten,
bleef dr. Soetjahjo zijn oude patiënten helpen zodra hij
weer op de been was. Hij was als bedrijfs-arts verbonden
aan de ALRI (Marine) en bleef daarvoor diagnoses
vaststellen.
Hulpvaardigheid, offervaardigheid naast praktisch, ge
zond denken, met deze eigenschappen steunden zij ook
het werk van de Yayasan GIKI waar Koes en Joop een L.D.
bestuursfunc
tie hadden.
Er zijn meen
ik, geen Sura-
bayanen te vin
den die dokter
Soetjahjo niet
kennen. Zijn
flegmatische
kalmte, de ver
holen humor
die hij altijd,
ook onder de
meest moeilij
ke situaties
wist te gebrui
ken, ze zijn
voor allen die
hem gekend
hebben, de
kenmerken die de herinnering aan deze beminlijke man
levend houden. Joop rekende Tjalie tot één van zijn
beste vrienden, samen deelden zij een grote liefhebberij:
vissen op zee, liefst 's nachts! In een brief aan Tjalie
schreef Joop eens: "Het leven is eigenlijk net als
pantjing (vissen). Je moet je goed voorbereiden, je moet
geduld hebben en dan ineens: DAPET! En als dat niet
gebeurt Tjaal. Soedah je geniet toch, van de rust, de
spanning, de schoonheid van de zee. Maar je moet nooit
teleurgesteld zijn als je niets vangt!"
Joops spreekuur is voorbij, geen diagnoses meer. Mis
schien dobbert hij met Tjalie op zee, ergens bij Pasoeroan.
"Ik heb de mooiste en prettigste herinneringen aan mijn HBS-tijd in Surabaya.
De voornaamste reden was, dat ik nimmer enige discriminatie heb ondervonden
gedurende mijn hele studietijd, noch van leraren, noch van medeleerlingen. Ik
heb veel, misschien alles te danken aan mijn studie op de HBS te Surabaya.
Ik werd er wreed aan herinnerd, dat ik in een koloniaal land leefde, toen ik na
mijn eindexamen in de handel een baan trachtte te vinden. (Hij was literair-
economisch). Het was bijna onmogelijk een passende baan te vinden, vooral
door de discriminatie."
Dit waren de woorden van Max Soemarjo, één van de Indonesische leerlingen
van de HBS Surabaya.
Ik heb het gevoel, dat de meeste
Indonesiërs ex-HBS'ers het gloeiend
met Max eens zijn. De HBS-Surabaya
was voor ons een oase van "FRATER-
NITÉ" et "ÉGALITÉ" in Nederlands-
Indië.
"Le jour de gloire et la LIBERTÉ" zijn
pas veel later gekomen en thans is er
geen vuiltje meer aan de lucht.
Maar, geloven jullie ook niet, dat in al
die jaren de persoonlijke vriendschap
pen onveranderd zijn gebleven? Vooral
de HBS-vriendschappen kunnen zelfs
een geweldig geschil tussen de respec
tievelijke landen overleven.
Zouden de twee kemphanen Soekarno
en Van Mook elkaar een persoonlijke
haat toedragen? Het waren ex-HBS'ers.
Dus: Kèn niet!!!
Er waren maar erg weinig Indonesische
HBS'ers in vergelijking tot de andere
bevolkingsgroepen, meestal tussen vijf
en tien procent. Het was niet gemak
kelijk voor ons om op de HBS te
komen. Ik weet niet meer precies
welke de eisen waren, ik weet alleen
dat mijn moeder Nederlandse lessen
nam, opdat wij toegelaten zouden
worden. Dit was één van de redenen,
waarom er zo weinig "inlandse" HBS'
ers waren.
Hierdoor echter konden we elkaar
makkelijker vinden en door de "co-
haesie" zaten we vaak bij elkaar en
deden vaak leuke spelletjes.
Eén van de spelletjes was, elk jaar
gezamenlijk een foto maken. We riepen
meestal de goedkoopste fotozaak
(Furukawa van Alun-Alun Tjontong),
die een fotograaf zond, meestal op de
derde zondag na het begin van het
cursusjaar.
De groep werd gefotografeerd, mees
tal staande op de zijstoep van het
hoofdgebouw, wat nu het grote post
kantoor is, natuurlijk daar waar het
licht het beste viel en meestal was het
de westzijde, waar in de ochtend
diffuus licht viel.
Op de foto van het jaar 1 920 kunnen
we duidelijk zien hoe hoog de stoep
was, geheel van marmer.
Op de foto van 1919 hebben we de
beschikking gekregen over de voorga
lerij van de "Inlandse" Sociëteit PANTI
HARS0J0". Dit gebouw schijnt thans
hotel te zijn geworden.
Een ander hobbietje was, op zondag
ochtend bij elkaar te komen in de
Sociëteit Panti Harsojo en overallerlei
diepzinnige onderwerpen te spreken,
bijvoorbeeld niet direct over de vrij
making van Nederlands-lndië, maar
indirect zeker wel
Wij waren dus de afdeling HBS van de
jeugdvereniging "Jong-Java". Maar,
eenmaal per week praten was niet
voldoende en onder leiding van Soe
karno, de beste spreker van de scho
lieren, werd een debating club opge
richt, die de toestemming kreeg elke
donderdagmiddag een bijeenkomst te
8