O ver Bayem en Kenikir Zoals het een goed Hollander betaamt, heeft hij toen hij naar Indië ging zijn eigen bekende groente meegenomen. Al gauw bleek dat de verschillende groentesoorten het in Indië net zo goed deden als in Holland. Alleen met de spinazie wilde het maar niet lukken, omdat vóórdat de bladeren zich goed konden ontwikkelen de plant al zaadpluimen kreeg en de groente dus waardeloos was geworden. Knappe koppen ontdekten toen dat dit kwam omdat Indië (nu Indonesië dus) in vergelijking met Nederland per etmaal minder licht heeft. Het klinkt ongelooflijk, maar toch is dit zo. Uiteraard zou dit euvel met de spinazie kunnen worden opgelost door de plan ten extra te belichten en koeler, b.v. in de bergstreken, te planten maar aan gezien dit economisch (het extra be lichten) niet haalbaar was, hebben ze dit nagelaten. Maar.... spinazie is juist zo gezond voor de mens (nu schijnt dit niet meer zo te zijn vanwege het hoge nitraat gehalte in het blad) en dus heeft men verschillende soorten Indi sche groenten onderzocht op vitaminen, mineralen en noem maar op. Uiteinde lijk kwam men tot de ontdekking dat tayem (die overigens tot een andere plantenfamilie behoort) de spinazie in voedingswaarde evenaart. Wij die daar geboren en getogen zijn, weten datje bayem en bayem hebt; je hebt bayem kakap met de grote bladeren, bayem merah met kleine, rood gekleurde blaad jes, maar ook de bayem duri die wel eetbaar is, maar niet wordt gegeten omdat de plant vol zit met venijnige stekels die het plukken van het blad uitermate moeilijk maakt. Toen wij de eerste keer naar Indonesië (als toerist) terugkeerden heb ik o.a. bayemzaad mee terug gebracht. Deze zaadjes heb ik in mijn volkstuintje geplant om lekkere sayur bayem uit eigen tuin te kunnen eten maar ook om te onderzoeken of het omgekeerde van toepassing zou zijn n.l. of dat bayem nu in Nederland ook voortijdig in het zaad schiet door in dit geval, te veel zonlicht per etmaal. Helaas klopt dit laatste haarscherp! Al mijn bayem groeide voortreffelijk tot enkele centimeters hoog waarna de zaadpluim zich begon te ontwikkelen. Geen goede bladvorming en dus waar deloos! Nou ja, goed geprobeerd maar jammer genoeg niet gelukt totdatik tijdens een vakantie in Spanje nota bene op een parkeerplaats, een plant zag die gewoon tussen de straatklinkers groei de en die volgens mij beslist bayem moest zijn. Ik heb toen net zo lang gezocht totdat ik een plant met rijp zaad vond. Dit zaad heb ik, weer terug in Holland, in mijn volkstuin geplant. Om een lang verhaal kort te houden, we hebben de blaadjes die zich daarna aan de planten ontwikkelden gegeten en inderdaad was het bayem, althans, het leek erop maar het smaakte wel een ietsje bitter. Maar net als bij de echte bayem bleef de sayur ook helder, dus "sayur bening". Dit overigens in tegenstelling tot spinazie waarvan het kookwater zich groen kleurt. Slechts éénmaal echter hebben we deze Spaan se bayem gegeten en toen durfde Maud (mijn wederhelft) het niet meer want voor hetzelfde geld is het tóch geen bayem en kan het zelfs schadelijk zijn. En dus heb ik de Spaanse bayem maar opgeruimd. Helaas bleek de Spaanse immigrant een hardnekkig onkruid te zijn want jaren daarna heb ik nog nakomelingen hiervan uit mijn tuin moeten verwijderen. Een waarschuwing inzake het experi menteren met het eten van onbekende planten of planten die in geur of blad op Indische planten lijken is hier wel op zijn plaats. Zijn er onder u ook lezers uit Midden- Java? Dan zult u ongetwijfeld de "keni kir" kennen. Dit is bij mijn weten de enige Afrikaan (tagete) die te eten is. Vroeger kon de kokki er zo n lekkere "urap" van maken. De "kenikir" werd gekookt en dan werd er geraspte jonge klapper (en bumbu) bij gedaan. Sinds ik hier in Nederland ben (vanaf eind 1949) heb ik nooit meer "kenikir'gege- ten. Normaal valt hier verder niets meer over te vertellen ware het niet dat ik op een dag van Maud "Cosmea" moest planten omdat ze de bloemen zo mooi in een vaas vindt. Wat doe je dan als brave tuinierende echtgenoot? Je plant Cosmea! Nu is Maud helaas erg allergisch voor stof, stuifmeel en nog meer van zulk soort spul (opmerkelijk, noch in Spanje noch in Indonesië heeft ze hier last van ofschoon daar toch ook volop allergie veroorzakende stoffen aanwezig zullen zijn) en dus "bestuurt" ze mijn volkstuin op afstand. Ze zegt wel wat er in moet maar ze komt er nooit vanwege haar eerder genoemde kwaal waar ze soms behoorlijk last van heeft. Wie plukte dus de Cosmea toen deze volop in bloei stond? Inderdaad dat was "saya". Tijdens het plukken van de Cosmea bloemen herkende ik opeens de geur van "kenikir" waardoor ik er bijna van begon te watertanden. "Uiteindelijk is de Cosmea toch ook een soort Afrikaantje", dacht ik nu achteraf bekeken zeer infantiel. "Misschien smaakt het blad ook zo lekker als de kenikir". Dus plukte ik een paar Cosmea "poent- joeks" en vroeg aan Maud of ze deze voor mij wilde koken. "Koken?" vroeg Maud. "Wat wil je er dan in hemelsnaam van maken?" "Nou gewoon ais "lalap" bij de rijst", antwoordde ik. "Zou je het wel doen? Ik heb nog nooit gehoord dat je Cosmea kunt eten". Ik eigenwijs: "Ik wil het toch proberen". Toen ik die dag van mijn werk thuis kwam zag ik het al meteen; het raam van de keuken stond wagenwijd open en de afzuigkap werkte op full speed. In de tuin op een tafel stond een afgedekt pannetje met vermoedelijk daarin de gekookte Cosmea. "Waarom moet dat nou zo?" wilde ik weten. "Nou het spijt me geweldig maar die troep moet ik niet in huis", kreeg ik van haar als antwoord. "Toen ik die Cosmea kookte werd ik gewoon misselijk van de lucht die er vanaf kwam". Inderdaad, toen ik het deksel van het pannetje lichtte sloeg de lucht me gewoon op de keel. Het was precies de lucht van "kenikir" zoals ik me dat herinnerde maar dan wel duizend maal sterker. Eigenwijs als ik ben, heb ik töch een hapje van de gekookte Cosmea geno men. Nauwelijks had ik een paar gekookte slierten in de mond of ik wist niet hoe gauw ik het spul weer uit moest spuwen. Afgrijselijk hoe het smaakte. Zelfs toen ik daarna tot driemaal toe mijn tanden had gepoetst bleef de afschuwelijke smaak nog in mijn mond hangen. Ik heb die middag dus niet kunnen eten, zó misselijk was ik daarvan ge worden! Wat ik echter wèl heb bereikt is dat mijn verlangen naar "kenikir" volkomen is verdwenen; sterker, ik wil zelfs geen kenikir meer zien! E. P. J. MEIJER Noot redactie: Bajem is de verzamelnaam voor verschillende soorten groenten, die alle als spinazie worden gegeten. De beste zijn wel die met groote bladeren, die men bajem kebo noemt en de zoogenaamde Chineesche bajem met lichtkleurige stelen en bladnerven. Bajem mag nimmer worden uit gekookt. Bajem - Spmacia o/eracea. Linn. Dit is de echte Europeesche spinazie, die tegenwoordig ook in de bergstreken op Java wordt verbouwd. Wat op de pasars wordt verkocht is als regel de volgend soort. Bajem - Amaranws tricolor. Linn. Een plant, die weinig eischen aan den grond stelt en zelfs overvloedig als onkruid voorkomt. Bajem doeri (Atlas) - Amarantus sp/nosus. Linn. Deze gestekelde soort wordt niet als groente genuttigd, maar bij voorkeur als medicijn. Voor de toepassing wordt verwezen naar recepten nummers 438. 1143. 1285. 1297. 1373 Bajem lemah - Amarantus hvidus. Linn. Van deze soort worden zoowel de wortels als de bladeren als medicijn gebruikt. De wortels van een variëteit met roode bladeren, die voor de consumptie niet gewild zijn. worden ge bruikt als medicijn tegen dysenterie. Deze variëteit noemt men ook wel met den afzonder lijken naam van bajem merah Amarantus melancholicus. Linn. Voor de toepassing wordt verwezen naar recepten nummers 316. 689 (lees verder volgende pagina) 12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 12