Proefstation BU DE VOORPLAAT (foto: archief I.W.I.) Kerstkopij De trieste boeken von Koramoy Ach mens 2 Verhalen, anekdotes, foto's en gedichten voor het Kerstnummer van Moesson zien wij graag tege moet. Wilt u uw bijdrage uiterlijk 14 november a.s. in ons bezit doen zijn? Alle inzend(st)ers ont vangen bericht over wel of niet plaatsing. REDACTIE A Als suikerriet op sereh gaat lijken, moet men oppassen, want dan is het suikerriet ziek. Dan heeft het de seréh- ziekte. In 1883 dreigde deze ziekte voor de hele suikerriet-cultuur op Java een complete ramp te worden en knappe koppen onder leiding van de Inspecteur van de Inlandse Landbouw dr. J. H. F. Sollewijn Gelpke kwamen toen bij elkaar om zich te beraden welke maatregelen getroffen moesten worden. Eén van de uitkomsten van dat beraad was de conclusie dat suiker fabrikanten in Indië niet langer afhan kelijk moesten zijn van kennis en adviezen van deskundigen in Europa, maar dat zij deskundigen in Indië aan moesten stellen, die bij voortduring de suikerriet-cultuur met wetenschappe lijke zorg zouden omringen. Aldus geschiedde en zo werden de proef stations voor de Java-suikerindustrie gesticht. Een proefstation was een weten schappelijke instelling die tot taak had de vraagstukken met betrekking tot de aanplant, de bestrijding van ziekten en van de suikerfabrikatie te bestuderen en daarover adviezen uit te brengen. In 1887 werd het proefstation te Pasoe- roean opgericht. De voorplaat van deze Moesson laat de afdeling "Reke naars voor de fabrieks-controle" van dit proefstation zien, een foto genomen in de jaren twintig. De suikerriet-industrie in Indië heeft eigenlijk niet mijn directe belangstel ling en het bovenstaande heb ik ook maar overgenomen uit de Encyclopedie voor Nederlands-lndië. Bij het zoeken naar een voorplaat echter bladerde ik ook in een foto- Met de honden, oud, slecht ter poot en tevreden met de eerste de beste boom of stukje goot waar het mag, ontvlucht ik het zeven uur nieuws voor een korte wandeling tussen de bomen voor het huis. De Iraniërs en Irakezen gaan gewoon door elkaar te beschieten, de Israëliërs idem dito, de Palestijnen, de IRA moordt in het wilde weg, in Birma zijn ze ook al goed bezig, in Afrika weten ze helemaal nooit meer van ophouden, nou ja, waar zet je het journaal nog voor aan? En al komt Nederland nou niet altijd in het buiten landse nieuws, de Duitsers haten ze nog altijd als de pest en wat ons betreft, nou ja zeg. Ik ken legio mensen die buiten zichzelf raken op het horen van het woord Japanner, laat staan als ze ze zouden tegenkomen. Wat een herrie wereld, dat men nog zin heeft met vakantie te gaan. Geef mij maar een kwartiertje per dag met mijn krak kemikkige honden, op die stille par- album van het proefstation Pasoeroean. Ik zag de gebouwen. Ik zag directeur Van Harreveld, de medewerkers Van Meyden, Geerts, Van der Zijl, Goedkoop, Wijn en vele anderen. J. Weber stond bij een groot schakelbord en onder directeur Kuyper zat achter zijn bureau. Op de galerij van de grote bibliotheek stond iemand te lezen en in de teken kamer, in de boekbinderij, in de instru mentmakerij en in het laboratorium verrichtten mensen hun arbeid. En ik zag nog zoveel meer in dat album en besefte dat ik iets kostbaars in handen had, een getuigenis van arbeid in Indië. Maar ja, we leven nu anno 1988 en zoiets als "proefstation voor de Java suikerindustrie" klinkt niet direct op windend en ook zonder kennis van suikercultuur en proefstations gaan we in de richting vn het jaar 2000. Maar toch, bij het zien van zo'n voor plaat van de financiële afdeling van een proefstation, waarop niets te zien is wat met suiker te maken heeft, zou je je dingen kunnen afvragen: wat is dat voor 'n bedrijf, wat doen die jongens achter een bureau, wat is dat voor kledingEenvoudige vragen waar eenvoudig antwoorden op te vinden zijn. En die antwoorden vormen een stukje kennis en die kennis nemen we mee naar het jaar 2000, want ook dan zullen er (achter) (klein) kinderen zijn die ons zullen vragen wat in hemels naam een proefstation was, want dat woord hadden ze ergens gelezen in een voetnoot. "Nou jongen" zeggen we dan "in Indië, waar je grootvader is geboren, was er eind 19e eeuw....". RB. keerstrook, zonder Iraniërs, Japanners, Birmezen, Duitsers, Israëliërs. Gewoon wandelen zonder haten en gehaat te worden. Rechts van de straat wordt een raam met enig lawaai opengeschoven. Een oud dametje verschijnt in de raam opening. Wat doet ze? Ze steekt een mager armpje naar buiten en aan dat armpje balt zich een mager vuistje dat heftig heen en weer schudt. "Door lopen, rothonden, röthonden!" roept ze krakerig. Ach mens, zeg ik en tik tegen m'n hoofd. De honden zijn dood vermoeid gaan liggen. "Kom jongens," zeg ik, "doorlopen. Over een half uur gaan we weer kijken en luisteren naar de Iraniërs, Israëliërs, de IRA, de Bir mezen. En na het nieuws hebben we de keus tussen Miami Vice en de VPRO." Zou dat oude vrouwtje nu wel televisie hebben, vraag ik me bezorgd af. LILIAN D. Onlangs is het Indisch Wetenschappe lijk Instituut (I.W.I.) op een bijzondere wijze in het bezit gekomen van een koffer vol boeken, waaronder veel In dische. Zo is het gegaan: Mevrouw B. van Leeuwen woont in het Zuidhollandse Kaagdorp. In de maand januari jl. zag zij een advertentie in een streekblaadje waarin Indische boeken te koop werden aangeboden. Mevrouw van Leeuwen: "Gebeld, het was ergens bij een boerderij in de omgeving van mijn huis. Ben er heen gegaan, maar het was niet te doeneen modder- keet en de auto zakte bijna weg. Weer gebeld dat ik op drogere tijden zou wachten. Alvast vroeg ik om wat voor boeken het ging. Kreeg te horen dat de boeken gegeven waren in plaats van liggeld voor een boot en dat de eige naar daarvan was overleden. Om kort te gaan: inmaart weer erheen en langs ongelooflijk stinkende mesthopen bij een vervallen boerderijtje aan een boerensloot gekomen. De boeken moesten bij elkaar 50 gulden kosten. Even zien in de eigenlijk onbewoon bare woning en vanonder een kastje kwamen circa 30 boeken die wel heel waren, maar door vocht aangetast. Bovenop lag de allereerste druk van "Tjies" van Vincent Mahieu Thuis heb ik alles bekeken. Vrijwel in alle boeken stond de naam "Karamoy" geschreven. Wie was hij, had hij geen familie, hoe kwam hij op zo'n afschu welijke plaats als in die sloot bij die boerderij terecht? Nergens een aan knopingspunt gevonden. Wel bleek me uit sommige boekjes (jaaralma nakken) dat hij in Utrecht heeft gestu deerd." Mevrouw van Leeuwen heeft de boeken inmiddels geschonken aan het I.W.I. Met haar vragen wij ons af wie Karamoy is geweest en hoe zijn kostbare boeken terecht zijn gekomen in een bouwval. Is hij een eenzaam man geweest? Misschien zijn er lezers die een ant woord weten. In ieder geval krijgt "de collectie Karamoy" bij het I.W.I een bijzondere plaats. R.B.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 2