Groen INDISCHE FAMILIENAMEN (II) ORIENT TRAVEL BV JZf* Zijn wapenrok was tweedelig. Een lange, groene katoenen broek en een zelfde blouse met lange mouwen. Op het hoofd een groen petje waarvan de hoofdrand meestal omgeslagen was. Zwarte laarzen, ten onrechte kistjes genaamd, en Engelse enkelkappen. Het petje, soms ten rechte vechtpetje genoemd stond meestal scheef op het hoofd. Met dat tenue aan zag je ze overal. Ze pasten als het ware op je netvlies, waar je ook keek. Er waren er tenslotte tienduizenden van. In alle soorten, maten en gewichten. Gewoon de doorsnede van de Neder landse jongelingschap uit de direct naoorlogse periode. Zij waren per schip aangevoerd, op- en door elkaar ge stouwd. Ze hadden onderweg nog geoefend, veel theorieles natuurlijk, want de ruimte was beperkt en theorie kost niets. En de staat vond ze al zo duur. Meteen eenvoudig leerboekje in de hand zaten ze in groepen Maleis te leren en met die toen typisch Hol landse leergierigheid wilden zij alles weten, ook al begrepen we weinig van verbanden en oorzaak en gevolg. "Wij gaan Soekarno halen", schreven ze met krijt op hun plunjezak. Ze spraken ook Maleis, met een afgrijselijke uit spraak, waar je de Groninger of de Hagenaar zo uithaalde. Maar, ze spra ken het! Door de Nederlandse burgerij aldaar werden ze een beetje gemeden. Na tuurlijk, het was altijd prettig ze om je heen te hebben, maar al te nadrukkelijk moest dat ook weer niet. In de bioscoop had je geen last van ze, want ze zaten vooraan bij de goedkope rangen. En in de kerk op zondag hadden ze hun eigen mis of dienst, meestal wat later in de ochtend. Wel handig, want als burger kon je zo ook wat later op de dag je zondagsplicht vervullen. Ze waren van de Koninklijke Land macht, maar het was makkelijker om als "KL-er" over ze te spreken. Liefst een beetje neerbuigend. "Vrachtwagen op een mijn gereden? Zeker zo'n stomme KL-er weer". In mijn herinnering was het wel een nijver volkje en omdat ik meestentijds in de stad was, zag ik ze ook stads- functies verrichten. Bij de kazerne par keerplaats waren er altijd wel een paar die onder een motorkap van jeep of vrachtauto zaten te wroeten. De schrijftroepen hadden een beige khaki uniform met een plooi in de broek. Buiten de stad werden de sol daten groener. Op een open wagen met vier zandzak- kenmuurtjes voor de stoomlocomotief uit. Op een konvooi vrachtauto's voor afgegaan dooreen klein pantserauto'- tje. De weg overstekend, uit de modder- sawah's komend en de broekspijpen tot aan de knieën egaal bruinglanzend, zo weer de sawah's in. Patrouillelopen. Een heel enkele keer lag er één stil langs de weg met twee ook weer groene handdoeken over gezicht en lichaam. Gesneuveld. "De regering maakt met leedwezen bekend..." stond er een week of wat later binnen een zwart kadertje in de krant. Bij een pokkenepidemie zag je er drie bij een landelijk stationnetje. Eentje met een geschouderde Lee Enfield en de anderen met ieder een soort kroon tjespen bij een wrak tafeltje, leder die het stationnetje in of uit ging kreeg twee krasjes op de bovenarm. Je hoorde ze in hun lompe Maleis de boertjes geruststellend toespreken. "Deze soentek goed voor je, abang, anders nanti behoorlijk sakit". Ze waren ook wel zuinig op de van Rijkswege toevertrouwde spullen. Poetsen en met kleurpoeder insmeren van enkelkappen en koppelriem, zoals je 's middags op het kazerneterrein zag, dat kon een kwestie van discipline zijn. Maar ik vergeet nooit het rijtje vracht auto's, waartegen de tot hun knieën in het kaliwater staande militairen patsen water gooiden en er, met oude lappen gewapend, tegen aan gingen met poet sen, dat het een lieve lust was. Het was al na de Souvereiniteitsoverdracht, na het scheiden van de markt dus en een dag of wat voor zij weer op de boot gingen. De auto's werden overgedragen aan het nieuwe Indonesische leger, hun vroegere tegenstanders. "De spul letjes moesten er dan een beetje knap uitzien", zeiden ze. Ze bestaan niet meer. Eerst werden het weer eerzame burgers in hun koude land en nu begint langzaamaan hun tijd dat ze uit het actieve leven ver dwijnen. Nog even en net als voor iedereen begintvoorhen ook het grote sterven. Een heel enkel keertje in Brabant of in de Bollenstreek, zie ik op een land bouwtrekker of op z'n knieën bij een bollenmand nog zo'n vaalgroen petje. Dat was er dan eentje. Maar voor je voorgoed in de nevel van het verleden verdwijnt wil ik nog zeg gen: "Bedankt, adieu, het ga je goed!" En als antwoord steekt hij glimlachend z'n duim weer op. Net als toen. J. Het zojuist bij Moesson verschenen nieuwe boek over de Indische Familie namen vormt de afsluiting van een omvangrijk werk. De opzet was om, zo mogelijk alle, in elk geval de meeste, "lndische"familiesopte nemen in een soort informatiebestand van reusach tige omvang, van dossiers met allerlei personalia, welke onderzoekers zowel als nakomelingen, in staat zouden stellen gegevens over leven en afkomst van de Europeese families in het vroe gere Nederlandsch-lndië, te kunnen vinden, ledereen wist, dat na de repa triëring in de jaren vijftig zeer veel van die gegevens, en vooral datgene, wat de families zelf nog bezaten of in de herinnering bij zich droegen, dreigden veloren te gaan. Het is dus een soort "reddingsoperatie" geworden. In Indi sche Familienamen (I) van 1 983 werden de eerste resultaten gepubliceerd over zo'n 6500 "Indische" families, samen met uitgebreide gegevens over naam geving en herkomst en dergelijke. Maar daarna ging het verzamelen ech ter steeds voort en thans worden weder om zo'n 6000 andere namen gegeven, waarvan ook dossiers zijn aangelegd. Dat zijn dan over 't algemeen de "minder bekende" namen. Hierdoor is de overgrote meerderheid van Indische Families aan de vergetelheid ontrukt, erg veel meer dan 12.000 namen zullen er wel niet zijn. Het belangrijkste van deel II is, dat daarin gegevens over de bronnen zijn opgenomen, dus de plaatsen waar en wat erte vinden is, speciaal vele aanwij zingen voor de "doe het zeivers" als een praktische wegwijzer. Om deze reden is het dus geen "vervolg" op deel I doch een afzonderlijk te hanteren boek en naslagwerk. Was deel I gericht op de theorie, deel II geeft de praktijk. Samen zijn zij de neerslag van de gegevens in ons In disch Familie Archief, dat voor ieder toegankelijk, een schat aan gegevens bevat. De sleutel daartoe wordt u in deze publikaties aangeboden. D.A.V. RETOUR BANGKOK v.af 1.480,-- /7mm\ RETOUR JAKARTA v.af 1.695,- 31-daagse verzorgde reis JAVA en Bali v.a. f 3.670,— garantiefonds REISGELDEN RETOUR BALI v.af 2.150.- RETOUR AUSTRALIË v.af 2.595,- Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM r.rir.T T mm Tel. 020 - 23 74 84 pLaan van Meerdervoort 291 DEN HAAG Tel. 070 - 61 50 78 Rokin 52 - AMSTERDAM - Tel. 020 - 24 25 38 5

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 5