Ingatans van een Nonna Griffel (vj GOUVERNANTE IN DE RIMBOE Tot grote vreugde van m'n vader begon ik na het behalen van m'n Lager Acte Onderwijs ijverig de krant te lezen. Hij had me er al vele malen vergeefs toe aangespoord van de krant niet alleen de vrouwenpagina en het feuilleton te lezen, maar ook de veel interessantere politieke artikelen en over het algemeen wereldgebeuren. De goeie man wist echter niet dat z'n dochter deze moeilijke pagina's nog steeds angstvallig vermeed en dat ze alleen de advertentie kolommen doorvorste, of daar niet een geschikt baantje voor haar bij was. Op alles wat me maar enigszins leek, schreef ik heimelijk sollicitatiebrieven: winkeljuffrouw bij een modezaak, lokettiste bij 't postkantoor, tandarts assistente, leidster van een kleuterklas, receptioniste bij een hotel - alles was beter dan voortdurend thuis te zitten onderde kritische ogen van niets ontziende ouders. Nooit kreeg ik echter enig antwoord op al m'n pogingen verlost te worden uit m'n "strafkolonie" (een afgelegen onderafdeling van een suiker fabriek); ik was waarschijnlijk voor al deze jobs te jong en te onervaren. De vrouw van de administrateur van de suikerfabriek probeerde me wel met de beste bedoelingen aan de man te helpen, door mij met haar ongetrouwde neven en hun vrienden in contact te brengen, doch hoewel ik de uitgange tjes heel leuk vond, trokken de jongelui mij niet aan. In het vooroorlogse Ned.-lndië lagen de onderwijsbanen niet opgeschept; de weinigen die er waren gingen in de eerste plaats naar de mensen met Hoofdacte en daarna naar de manlijke onderwijzers. Mijn vriendinnen trok ken naar ongesubsidieerde "wilde scholen", en kwamen er met eveneens wilde verhalen vandaan. Doch eindelijk kreeg ik beet. Op een ver afgelegen rubberonderneming, 3 uur rijden van de dichtstbijzijnde kleine provincieplaats en 6 uur rijden van Bandoeng, werd een gouvernante voor een 7-jarig jongetje gevraagd. Ik schreef en kreeg tot m'n verbazing een positief antwoord. Een ontmoeting met de moeder van 't jongetje vond plaats en ik werd aangenomen. Later begreep ik waarom ik als enige onderde andere sollicitanten in aanmerking had kunnen komen - ik was de jongste sollicitant (19 jaar) en de moeder van 't kind was weinig ouder dan ik, nl. 25 jaar. Haar man was veel ouder, hij was tegen de 40, en dat betekende een geruststelling voor m'n ouders. Er werd ijverig ge ïnformeerd naar zijn persoon en status, en ik mocht gaan! Het was een prachtig avontuur; eerst een heel eind met de trein, aan 't station werd ik met de auto afgehaald en dan ging 't nog enige uren de rimboe in. Gelukkig was ik de rimboe wel gewend; mijn ouders hadden veel kennissen in de diverse cultuuronder nemingen: rubber, thee, tabak, kina, etc. We hadden overal in onze va kanties gelogeerd, dus in deze grootse, wilde natuur voelde ik me volkomen thuis. De kleine Freddie vond ik een lief jongetje en vol goede moed begon ik aan mijn eerste zelfstandige paeda- gogische taak! Op het open galerijtje achter Freddie's slaapkamer stond een oude school bank. Daar kon ik hem dan ongestoord 's morgens van half 8 tot 12 uur les geven. Daarna werd het te warm en ook tijd voor het middageten. Z'n moeder hing in het begin veel in onze omgeving rond om in te kunnen grijpen als er zich "incidenten" zouden kun nen voordoen: ze vertrouwde het maar niks zo'n jong meisje met haar harte- lapje! Die incidenten werden echter eerder door haar zelf veroorzaakt dan door Freddie of mij! Freddie was een verwend enig kind en had als speelkameraad een grote, zwarte herdershond. Die moest dus ook mee naarschool en lag beweging loos aan Freddie's voeten. Doch als Freddie mijn onderricht vervelend begon te vinden, zakte hij naar beneden en begon met z'n hond te praten en hem te aaien. Al een paar keer had ik gedreigd de hond weg te sturen als hij niet wou opletten en dan kroop Freddie met een verongelijkt gezicht weer omhoog. Op een keer was 't weer zover, ik verloor m'n geduld en jaagde de hond weg. Freddie zette een grote keel op, z'n moeder kwam aangevlogen en nam hem beschermend in haar armen. Met een verwijtende blik naar mij zei ze: "Natuurlijk mag Blackie bij je blij ven, dat meende Juf niet echt zo!" De 1 9-jarige juf was lichtelijk radeloos in deze situatie met een overgeëmo- tioneerde moeder, zei niets en stelde de discussie uit tot later, in bijzijn van Freddie's vader. Mijn argument dat in een echte school de kinderen daar toch ook niet met hun huisdieren zaten werd met tegenzin aanvaard als redelijk, dus was Blackie niet meer aanwezig tijdens de lesuren. Ondanks kleine strubbelingen vond ik 't Wild-West-achtige leven op deze rubberonderneming wel leuk. Freddie's ouders lieten mij aan alle geneugten deelnamen, die zij zelf ook onder namen, zoals feestjes bij de planters onderling, wandeltochten, tennismid dagen, etc. Lange wandeltochten met een paar paarden voor wie moe werd, werden er door de prachtige bossen ondernomen. Een onaangenaam incident maakte tenslotte een eind aan deze avontuur lijke periode. Freddie's moeder had vanwege de vele bedienden niets te doen in het huishouden, ze verveelde zich mateloos, dus inviteerde ze vaak de vrouwen van de collega's van haar man. De meesten waren echter ouder dan zij of woonden te ver weg, dus bleef haar maar één kinderloze vriendin over, die maar al te graag kwam. Al gauw raakten de dames echter uitge- babbeld en bleef hun nog één tijd verdrijf over - bridgen! Doch bridgen met z'n tweeën ging niet, er moest een derde bijkomen en Freddie's moeder bedacht - Juf! Juf protesteerde hevig, ze moest toch Freddie lesgeven? Nee, dat kon 's middags ook wel, na de middagmaaltijd, als iedereen z'n siësta hield. "Maar dan is 't toch veel te warm", verweerde ik me. Nou, dat vonden ze overdreven, dan lag de galerij juist in de schaduw van de rubberbomen vlak achter 't huis. Ik hield al niet erg van bridgen, doch sedert deze gedwongen bridgepartij- tjes kreeg ik een hartgrondige hekel aan dit kaartspel. Na de rijsttafel zaten Freddie en ik dan met slaperige hoofden "op school". We konden niet al te hard spreken, anders stoorden we z'n ouders in hun middagslaapje, we geeuwden om 't hardst, dus van serieus lesgeven kon absoluut geen sprake zijn. Ik probeer de weer met Freddie's vader er over te spreken dat dit zo niet ging, doch hij aarzelde om z'n vrouw wéérongelijkte moeten geven, dus bleef deze onge lukkige situatie zo bestaan. De administrateur van de rubber onderneming en tevens hoogste chef van Freddie's vader was een Deen. Hij en z'n vrouw spraken wel Nederlands, doch voor het schoolonderricht aan hun drie kinderen hadden zij een Deense gouvernante meegenomen. Met deze collega had ik wel eens contact als we 's middags met de kinderen gingen wandelen; we converseerden dan in 't Engels. Het was een jonge vrouw, iets ouder dan ik, maar ze keek altijd doodongelukkig. Ze durfde zich tegen over niemand uit te spreken wat haar hinderde, ook niet tegenover mij, dus dacht ik dat ze heimwee naar Dene marken had. Wel had ik opgemerkt dat de administrateursvrouw haar altijd zeer uit de hoogte behandelde, iets wat Freddie's moeder nooit deed met mij; daar was ze toch te vriendelijk en gemoedelijk voor. Op een dag werd ik door Freddie's vader voor een serieus gesprek uit genodigd. Z'n vrouw was in geen 14

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 14