N koper, waarschijnlijk veroorzaakt door het slib dat in de bandjirtijd wordt meegevoerd. In de Goase tijd werden zij die zich aan bloedschending had den schuldig gemaakt bij deze waterval gestraft. Zij werden boven op een plateautje geplaatst en met de voet naar beneden gestoten, wat een wisse dood betekende. Bloedschennis werd en wordt als één der grootste misdaden beschouwd, omdat de gees ten der voorvaderen daardoor zo ont stemd raken, dat oogstmislukkingen en natuurrampen daarvan het gevolg zijn. Alleen het voltrekken van de doodstraf kan de geesten weer gunstig stemmen. Beneden in het dal van Tombolo lagen schilderachtige uit gestrekte sawah-complexen van Tombolo. Een ander geliefd vakantieoord was Tjikoro, 1.1 00 m hoog en 1 36 km van Makassar gelegen, te bereiken langs de autoweg naar Bonthain, voorbij Djeneponto en Malakadji in ongeveer 3 uur. Een ideale plek, waar men aan de voorkant de stromingen van de Golf van Bonthain duidelijk kon waar nemen, links en rechts weelderig berg landschap en als achtergrond de top van de 3.000 m hoge Lompo Batang (Piek van Bonthain) kon bewonderen. Het hoofdverblijf en de 3 pondoks boden plaats aan 25 logeergasten, alle kraakzindelijk en van alle gemakken voorzien. Hier zwaaide de familie Lienhardt de scepter, hier was de prachtige bloemenaanplant die Makas sar 4 maal per week van bloemen voorzag, en de unieke veestapel van Hollandse koeien, die verrukkelijke melk, boter, kaas en slagroom gaven. Men bakte er zelf brood en koek, en met de verse groenten en vruchten, vooral de moerbeien, en de frisse berglucht, was men in een mum een paar kilo bijgekomen! Er was toen geen elektriciteit, men ging dus vroeg naar bed. Voor een verblijf kon men in Makassar contact opnemen met de autohandel Lienhardt, Pasarstraat 2. Van Makassar uit gezien was de Bawa KaraEng de linker- en de Lompo Batang de rechterberg. Tezamen beheersten zij het gehele bergland schap van Zuid-Celebes. De beklim ming van de Bawa KaraEng begon bij Kangreapia en voerde een middelmatig geoefende bergbeklimmer in ca. zes uur naar de 2.930 m hoge top. Deze tocht was vooral interessant omdat men vrij dicht op elkaar alle begroei- ingszönes tegenkwam; eerst tropisch laaglandhout, dan hooglandbos en op de top dicht kreupelhout en dikke mosbedekking. Er kwamen sprookjes achtige alpenweiden voor met prachtig rendiermos, en men kon genieten van imponerende uitzichten in de kraters, waarbij de kraterwand af en toe 1.000 m loodrecht naar beneden viel. De tocht was niet gevaarlijk, mits een gids werd meegenomen. Deze kostte f 2,50, en een koeli f 2,— voor een tocht van twee dagen. Voor liefhebbers was de beklimming De Bantimoeroeng waterval. van de 3000 m hoge Lompo Batang (lompo groot,batang buik), ofte wel de Piek van Bonthain, een avontuur. Tot de voortop Asoemtatoempang was het pad door het dichte oerbos nog begaanbaar. Er moest op een afstand van ca. 10 km een hoogte verschil van ruim 1.000 m overwonnen worden. Geleidelijk werd de bomen- groei lager, woudreuzen maken plaats voor de grillig verwrongen Santigi- bomen en eiken, en gaan over in rhododendron, azalea, bosbessen- heesters en struikheesters. Grote vluchten groene papegaaien (loerie's) trokken hier rond. Op de plateautop van de Asoemta toempang was geen spoor meer van tropische vegetatie te zien. De rotsige bodem was bedekt met een dikke mat van kort gras en mos, hier en daar fleurige Staphelia-struiken, edelweis- achtige bloempjes, erica en eiken, net een Europees parklandschap. In N.O.- richting wordt de Asoemtatoempang met een ca. 100 m lager gelegen, smalle graat met de Lompobatang verbonden. De afdaling naar die graat was zeer steil en moeilijk door de losse stenen, men moest zich aan de santigi's vastklampen voor houvast. Dan kwam een uiterst precair half uurtje balanceren op de graat zelf, die alles behalve vlak was. Links en rechts gaapten de afgronden van de Brookes- ketel en de Bialo-ketel. Vooral de noordzijde met de vrijwel kale wand zag er weinig aanlokkelijk uit. Zo kwam men aan de Lompobatang- bult zelf. De steile helling was ver raderlijk door losse stenen en de met gras en vochtig mos overwoekerde gaten. Hier begon het reeds ijzig koud te worden. Over de messcherpe ver bindingsgraat tussen de twee berg reuzen, zag men de noordwand van de Bérangketel (waar de kali-Bérang ont- (Foto: Mevr. A. de Wit) springt), de hoofdkrater van de Lompo batang en de Bawa KaraEng samen. Op het topplateau van de Lompobatang had men een overweldigend uitzicht in alle richtingen. Daar kan men de steile daling zien naar de scheidingsgraat, die men nog terug moet gaan, naar het zuiden toe loopt het Bialo-ravijn, de twee bergen Bawa Loka en Lokakeke lijken ondanks hun 1.400 m hoogte, nietige heuveltjes. Nog verder zuide lijker de diepblauwe Flores-zee met de schilderachtige baai, waaraan de huis jes van Bonthain nog net te onder scheiden zijn. Verder bergrug na berg rug, gescheiden door diepe kloven en dalen. Maar niet alleen het geweldige uitzicht,ook de ijskoude wind is daar boven adembenemend. Toen stond er een eenvoudige pondok, waar men kon overnachten. Dekens en proviand moesten zelf meegebracht worden. Ook iets terug kon men in een oude kleine krater in een hut, waar het minder koud was, de nacht doorbren gen, om de volgende dag de terugtocht te aanvaarden. De hoogste top van Celebes ligt in het Latimodjong-gebergte in midden-Ce lebes, en heet de Danté Mario, 3.445 m hoog. De grootste rivier van Celebes is de Tawaëlia, de hoofdbronrivier van de Koro, die in de benedenloop Lariang heet, eveneens in midden-Celebes. Watamponé, de hoofdplaats van de Afdeling Boné, was voornamelijk een ambtenaren-plaatsje. De woningen van de Assistent-Resident, de Contro leur en de Aroempoena, als ook de nieuwe pasangrahan stonden rond de aloon-aloon, die aangelegd was als een plantsoen. Aan zee lag het be koorlijke plaatsje Tg. Palette, dat de Rivièra van Boné werd genoemd. Belangrijk zijn de dichtbijzijnde Grot ten van Mampoe. Een tocht erheen (lees verder volgende pagina) 17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 17