ramli O NU Toekomst RAMU'S collections Exclusieve Avondkleding verkrijgbaar in Amsterdam Reguliersdwarsstraat 64 Tel. 020-22 19 83 BU DE VOORPLAAT (Foto: archief R. L. Mellema) dU) Hebt u Indische boeken, films, foto's, documenten enz. waar u een goede bestemming voor zoekt? Neem dan contact op met het Indisch Wetenschappelijk Instituut, tel. 070 - 54 55 01 Het I.W.I. verzamelt en ordent deze cultuurgoederen om ze toegankelijk te maken voor ieder een die interesse heeft in onze geschiedenis. Neem bijvoorbeeld Indische mensen. Die hebben toch het nodige mee gemaakt: tempo doeloe, oorlog, ber- siap, repatriëring, aanpassing, inte gratie en de "moderne" tijd. Dat is toch niet niks voor een mensenleven. En toch zijn ook Indische mensen hele gewone mensen, die 's morgens op staan, de dag doorbrengen en 's avonds gaan slapen. Ik bedoel maar: het vele dat ze hebben meegemaakt, is hen niet aan te zien, integendeel, het is alsof er nooit iets anders is geweest dan het leven, werken en doen in Nederland. Vandaar ook de regelmatig gehoorde opmerking "maar jullie zijn toch gewoon Nederlanders" als er gepro beerd wordt in de richting van Neder landers iets over te brengen van iets eigens, iets Indisch. Zo'n opmerking is helemaal niet onaardig bedoeld, alleen getuigt die van enig gebrek aan bij voorbeeld inlevingsvermogen. 40 Jaar in Nederland hoeft nog niet te beteke nen dat je ook Nederlander bent, en dan heb ik het niet over dat paspoort. Nog een paar weken en dan is 1988 ook weer voorbij. Maakt niet uit overi gens, we gaan gewoon door in 1989 en daarna in 1990 enzovoort, enzo voort. Wat moet je anders doen dan opstaan, werken en slapen. Goed, de kinderen worden steeds groter, jezelf wordt wat ouder maar dat en zoveel meer gaat ongemerkt vanzelf. En alles wat je hoort, ziet, leest en meemaakt, ach je neemt dat mee in de dagelijkse wenteling van je leven. Hooguit ben je soms even verbaasd als je beseft dat iets alweer zo lang geleden is. Wat je ook - steeds meer - beseft, is dat zoiets als "de toekomst" voor jou een steeds vager begrip wordt. Vroeger, toen je jong was, ja toen had je haast om "groot" te worden. Toen wist je hoe jij het allemaal zou doen en watje wilde worden. En toen ook hoorde je je ouders zeggen "denk aan je toekomst" als de school je weer eens tegenstond. Toekomst was toen een concreet be grip; iets dat zou komen, iets waarin alles mogelijk was, iets dat heel lang zou duren. Goede oude tijd, goede oude toekomst. Zijn we ongelukkig geworden? Zijn we ontevreden, heb ben we het slecht? Ach neen, echt niet. We hebben de toekomst denk ik, alleen maar ingehaald en wat achter ons ligt, ligt niet meer vóór ons. Inder daad, we hebben best nog een paar jaartjes te gaan en er is nog behoorlijk wat te doen, de kinderen moeten bijvoorbeeld nog afgeleverd worden, maar die grote, mooie, oneindige verwachting, die is er niet meer. De verste toekomst is meestal gelegen in morgen. In 1950, ik noem maar een jaartal, waren erook al mensen die zo dachten. Maar toen werd voor hen toch alles op zijn kop gezet met de mededeling "we gaan naar Holland". Soms probeer ik me voor te stellen hoe dat geweest moet zijn. Hoe dat gevoeld heeft om met open ogen op bed te liggen, buiten de tropen te horen en tegen jezelf te zeggen "ik ga hier weg, ik ga naar Holland". Men ging naar Holland, alles achter latend, het onbekende tegemoet. Een toekomst. Men had daarom niet ge vraagd, die niet gewild, niet verwacht. Die toekomst kwam gewoon en moest ingegaan worden. En onderweg kon men Genua zien (als men met de S.M.N. reisde), eeuwenoude Europese cultuur oprijzend uit de zee. Zou men bij de eerste aanblik Java niet even vergeten zijn, zou het hart niet even sneller geklopt hebben bij het zien van Europa, dat opeens niet ver meer was? Ik denk het wel, moet toch wel als toekomst concrete werkelijkheid lijkt te worden. Maar ik denk dat het hart nog sneller ging kloppen toen de toekomst als eindpunt een contract pension in Boxtel leek te hebben. "Wat hebben we gedaan" zal toen best eens gezegd zijn. Wat hebben we gedaan. We zijn toen een nieuwe toekomst ingegaan. Een toekomst die maar heel even geduurd heeft en toen geworden is tot dagelijks leven. "Hoe zou het in Holland zijn?" We weten het nu, we weten het allang. "Ik word advocaat" zei ik 20 jaar geleden. Ik werd het niet. Ik zit nu bij Moesson. Misschien over 20 jaar nog, misschien ook niet. Ik weet niet wat de toekomst brengt. Jawel, er is natuurlijk altijd een toekomst, maar op een ge geven moment kijk je daar niet meer naar uit. Je ziet wel. Voorlopig heb je het gewone dagelijkse leven en alles watje al hebt meegemaakt. Neem bij voorbeeld Indische mensen. Die heb ben toch meermalen met een toekomst verwachting gezeten. Dat is hen niet aan te zien en waarom zou dat ook. Er is verleden, heden en toekomst. Het verleden is voorbij, het heden gaat voorbij en de toekomst is er alleen voor hen die nog geen verleden heb ben. Die dat wèl hebben, wij dus, zijn al voorzien van hetgeen de toekomst voor ons in petto had. Die toekomst heeft ons veel ontnomen. Die toekomst heeft ons veel gegeven. En wanneer we naar ons zelf luisteren wanneer we vertellen over onze ver leden geworden toekomst, dan moeten we bekennen dat er mooie dingen inzaten. En hadden we meer van de toekomst mogen hopen? "Maar je bent toch gewoon Nederlan der? wordt wel eens gezegd wanneer je bijvoorbeeld probeert uit te leggen dat Indische mensen toch Indisch denken, doen en voelen. "Ja, maar een Indische Nederlander" zeg je dan, want wat ons ook ontnomen en ge geven is en zal worden, die boot op de voorplaat had als vracht ook een brok Indische geschiedenis en geschiedenis is meer dan zomaar "het verleden". Geschiedenis is een mens op wie verleden, heden en toekomst zich bot vieren. Dat is niet aan die menste zien. Van de buitenkant niet tenminste. RALPH BOEKHOLT 2

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1988 | | pagina 2